QUIZ Fiscaal

Quiz Fiscaal
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Quiz Fiscaal

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De fiscale bewaarplicht van de bedrijfsadministratie is:
A
3 jaar
B
5 jaar
C
7 jaar
D
10 jaar

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke ondernemingsvorm start je vaak met zijn 2en of meer en heeft voor starters veel fiscale voordelen?
A
Eenmanszaak
B
V.O.F
C
B.V
D
N.V

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke post op de bedrijfseconomische jaarrekening wordt anders gewaardeerd op
de fiscale jaarrekening?
A
Af te dragen btw
B
Eigen vermogen
C
Geld onderweg

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Moeder en zoon kunnen elkaars fiscaal partner zijn
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als een Nederlander om fiscale redenen in Monaco gaat wonen is er sprake van
A
A. ontduiken van belastingen
B
B. ontgaan van belastingen
C
C. vermijden of ontwijken van belastingen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie zijn fiscaal partners?
A
Gehuwden
B
Samenwonende (onder voorwaarden)
C
Geregistreerde partners
D
Alle antwoorden

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Piet en Els wonen samen. Zijn ze fiscaal partner?
A
Misschien
B
Ja
C
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Misschien wel. Dit is niet genoeg om dat vast te stellen.
Als je samen een eigen woning hebt ben je automatisch elkaars fiscaal partner
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Te betalen btw is de btw die......
A
je voor de inkoop van grondstoffen hebt betaald.
B
je verminderd met het totaal aan te vorderen btw.
C
je als ondernemer moet betalen over de omzet van je bedrijf.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn kostprijsverhogende belastingen?
A
Accijnzen en BTW
B
Inkomstenbelasting en milieubelasting
C
Motorrijtuigenbelasting en heffingen
D
Omzetbelasting en vennootschapsbelasting

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een heffingskorting vermindert het belastbaar inkomen in BOX 1
A
Waar
B
Onwaar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Is een pensioenpremie fiscaal aftrekbaar?
A
Ja, volledig. Er is geen maximum.
B
Ja, maar tot een bepaald maximum loon.
C
Nee, er is geen fiscale aftrek.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak over BV is juist
A
Een Bv kan je oprichten zonder notaris
B
Een BV heeft aandelen op de aandelenmarkt
C
Een BV is fiscaal voordeliger dan een VOF
D
Een BV kan meerdere eigenaren hebben

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Belasting Toegevoegde Waarde (BTW)?
A
Een belasting die wordt geheven op producten waarvan de kostprijs hoog is
B
Een belasting die wordt geheven bij het leveren van een product of dienst.
C
Een belasting die tot de kostprijsverhogende belastingen hoort
D
Een belasting die geheven wordt over de winst van een onderneming.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt niet belast in Box 3?
A
Een spaardeposito
B
Een beleggingsrekening
C
Een auto
D
Een tweede woning

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Loon wordt belast in Box 1, welk inkomen nog meer
A
Uit meer dan 5% aandelen
B
Uit eigen woning
C
Uit vermogen en sparen
D
Uit aandelen bezit 3% aandelen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Inkomstenbelasting is de jaarlijkse belasting die betaald wordt bij een ......(meerdere antwoorden)
A
Eenmanszaak
B
Maatschap
C
VOF
D
CV

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welk btw-tarief wordt brood belast?
A
0 %
B
9 %
C
21 %
D
6 %

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welk btw-tarief wordt kleding belast?
A
0%
B
9%
C
21%
D
19%

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke post kan ik in box 1 niet aftrekken van mijn belastbaar inkomen?
A
Overdrachtbelasting na aankoop woning
B
Kosten hypotheekadviseur
C
Kosten hypotheek akte na aankoop woning
D
Taxatiekosten voor hypotheek aanvraag

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies