Van A tot Zin 2.9 BiZ

2.9
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.9

Slide 1 - Tekstslide

Weet je nog?
Persoonlijke voornaamwoorden voor dingen
De- woorden > hij.       de tafel
het- woorden> het.     het schilderij
meervoud.      > ze.       de boeken

Slide 2 - Tekstslide

Weet je nog?
Het persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon of een groep personen, zonder ze bij naam te noemen.
ik, jij/je, hij, zij/ze, u wij/we, jullie, zij/ze ( als onderwerp van zin)
Hij gaat vrijdag naar de speeltuin. 
Wij zijn aan de beurt.
Jullie gaan naar het park.
Ik praat niet.

Slide 3 - Tekstslide

?
Daar staat mevrouw Dawson . Zij wacht.
David staat naast haar.

Onderwerp?

Slide 4 - Tekstslide

Wat ga je vandaag leren?
Soms praat je over personen, maar ze zijn niet het onderwerp.
Je gebruikt dan  mij/me, jou/je, u, hem, haar, ons, jullie, hen/ze.

Ik kan de juiste persoonlijke voornaamwoorden gebruiken voor personen die niet het onderwerp zijn in een zin.

Slide 5 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden
 Pieter heeft Carlos geslagen.
wordt:
~ Hij heeft hem geslagen.

Ik ga naar jou.( Abi)
Jij gaat naar hem.( Noah)
Hij loopt naar haar. (Sveta)


Slide 7 - Tekstslide

Boek blz. 68  Samen oefenen
Rode tekst lezen!
Werk met z'n tweeën
1. Werk samen.
2. Welk woord past in de zin?
3. Schrijf de goede vorm.
Rode tekst lezen!
5. Vul in.







Slide 8 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?
What did you learn today?
що ти навчився сьогодні?
ماذا تعلمت اليوم
bugün ne öğrendin
Ի՞նչ սովորեցիք այսօր:
آج آپ نے کیا سیکھا؟
O que você aprendeu hoje?
ሎሚ እንታይ ተማሂርኩም?

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak de computeropdrachten 2.9
opdracht 1 tot en met 5 + herhaalvragen

Slide 10 - Tekstslide

Heb je het lesdoel bereikt?

Ik kan de juiste persoonlijke voornaamwoorden gebruiken voor personen die niet het onderwerp zijn in een zin.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe goed kan jij de juiste persoonlijke voornaamwoorden gebruiken voor personen die niet het onderwerp zijn in een zin?

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk 
Computeropdrachten van 2.9 (opdracht 1 tot en met 5+ herhaal) afmaken 
maandag 10 juli





Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide