Les 21 april havo 2

Guten Tag
Havo 2/mavo 2
Mittwoch/Donnerstag, den 21. und 22. April
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Guten Tag
Havo 2/mavo 2
Mittwoch/Donnerstag, den 21. und 22. April

Slide 1 - Tekstslide

Inhalt
  • Leerdoelen
  • Wörter Woche 3
  • Sprechen über mein Alltag
  • Naamvallen
  • Jetzt du!

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Ich kann fragen wie spät ein Aktivität beginnt und endet.
Ich kann sagen wie spät ein Aktivität beginnt und endet.
Ich kann fragen was jemand täglich macht.
Ich kann sagen was ich täglich mache.

Slide 3 - Tekstslide

Wörter Woche 3
  • Einige Fragen bei den Wörtern von Woche 3.

Slide 4 - Tekstslide

Tageszeit

Slide 5 - Woordweb

Was passt im Satz?
Ich habe Deutsch.......... am halb neun bis zehn Uhr.
A
Freizeit
B
Unterricht
C
Les
D
Morgen

Slide 6 - Quizvraag

Welk werkwoord is geen scheidbaar werkwoord?
A
zuhören
B
ausprobieren
C
frühstücken
D
aufstehen

Slide 7 - Quizvraag

Sprechen über meinen Alltag
Zusammen: Suche drei Frage aus. Stell diese Frage zueinander.
Antworten in Sätze!
Beide sind Frager und Antworter.

Zeit: 20 Minuten
Danach: Ausführen in der Klasse


Slide 8 - Tekstslide

Fragen
1. Was machst du am (Tag oder Wochenende)?
2. Wie spät stehst du auf?
3. Wann ist am (Tag) die Schule aus?
3. Wie lange dauert (Aktivität)?
4. Was machst du nach dem Unterricht?

Gebrauch das Tagesplan und deine gemachten Sätze!

Slide 9 - Tekstslide

Naamvallen (aantekening)
1e naamval = onderwerp (ken je al)
4e naamval = lijdend voorwerp (nieuw)

Hoe vind je het lijdend voorwerp?
- Wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp = lijdend voorwerp
- Hij/hem-regel

De man heeft een nieuwe auto gekocht.

Slide 10 - Tekstslide

Vierde naamval
Wat valt op?
Op welk persoon of personen moet je letten?

Slide 11 - Tekstslide

Vierde naamval
Stappenplan
1. Is het woord mannelijk? Nee -> Een antwoord goed
2. Zo ja
Wie of wat doet? (Hij)
Wie of wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp? (hem)

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeelden
(een)  1. Ich kaufe ... Eis (o).
(een)  2. Lisa hat ... Preis (m) gewonnen.
(de)    3. ... Erdbeerden (mv) sind im Angebot.
(de)   4. ... Mann (m) habe ich noch nie gesehen.

Slide 13 - Tekstslide

Jetzt du!
  • Im Chat findet ihr ein Werkblad.
  • Selbst Aufgaben mindestens 3 aussuchen.
  • Gib die Aufgaben ab in Teams

Slide 14 - Tekstslide