320AH ZorgPad H6 Wetten rondom sterven en dood

Wetten rondom sterven en dood
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wetten rondom sterven en dood

Slide 1 - Tekstslide

Euthanasie en hulp bij zelfdoding

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen Euthanasie en hulp bij zelfdoding

Slide 3 - Open vraag

Euthanasie en hulp bij zelfdoding
In de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding
 euthanasie: ‘Het op verzoek van een zorgvrager toepassen van levensbeëindiging door een arts.’ 

Ook hulp bij zelfdoding door een arts valt voor de wet onder euthanasie. De patiënt neemt dan zelf dodelijke medicijnen in.

Slide 4 - Tekstslide

Zorgvuldigheidseisen

  • Er is sprake van lichamelijk of psychisch lijden dat de zorgvrager zelf ondraaglijk vindt.
  • Het verzoek om de dood moet van de zorgvrager zelf komen en het moet echt zijn eigen keuze zijn.
  • Het verzoek is niet in een opwelling gedaan. Zowel het lijden als het verlangen naar de dood zijn duurzaam (blijvend).
  • De zorgvrager heeft een goed inzicht in zijn medische situatie en de vooruitzichten. Hij kent ook de eventuele andere mogelijkheden. Hij heeft nagedacht over wat voor hem het beste is. Zo heeft hij zijn keuze gemaakt.
  • Er is geen redelijke andere oplossing om de situatie te verbeteren.
  • De arts beslist niet alleen om mee te werken aan euthanasie of hulp bij zelfdoding. Hij moet altijd met een collega overleggen. Bij geestelijk lijden moet deze collega een psychiater zijn die ook zelf de zorgvrager onderzoekt.
  • Bij de beslissing om hulp te verlenen is altijd een arts betrokken. Die zal het te gebruiken middel voorschrijven en toedienen.
  • De arts moet de euthanasie of hulp bij zelfdoding op een medisch zorgvuldige manier uitvoeren.
  • De arts moet een goed gedocumenteerd, schriftelijk verslag maken.

Slide 5 - Tekstslide

Rol van de verzorgende

Slide 6 - Tekstslide

Melding en toetsing bij euthanasie 

Na overlijden na euthanasie:
* de arts stelt de dood vast
*      Arts meldt aan gemeentelijke lijkschouwer
*          Lijkschouwer meldt aan regionale meldings- en toetsingscommissie (die checkt de arts op de eisen tav zorgvuldigheid) 

Slide 7 - Tekstslide

Je mag over een euthanasieverzoek van een client aan jou, dit bespreken met de arts of je collega's.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Realiseer je dat je zonder toestemming van de zorgvrager de arts niet mag informeren en er ook niet met collega’s over mag praten. De zorgvrager heeft jou immers in vertrouwen genomen.

Euthanasie is een handeling die is voorbehouden aan artsen. Als verzorgende heb je geen bevoegdheid om euthanasie te verlenen en ben je strafbaar als je dat wel doet.

Slide 9 - Tekstslide

Versterven: 
het natuurlijke proces van uitdrogen in de laatste levensfase. 

De stervende zorgvrager gaat steeds minder eten en drinken, omdat het lichaam daar geen behoefte meer aan heeft. 
Het lichaam droogt vervolgens uit, de zorgvrager wordt steeds suffer en slaapt ten slotte in.


Slide 10 - Tekstslide

Versterven is een humane wijze van sterven.
A

Slide 11 - Quizvraag


NATUURLIJK PROCES OF MEDISCHE BESLISSING?
A: Versterven
B: Stoppen of niet starten met kunstmatige voeding
C: Euthanasie
Beantwoord alle drie de vragen: A.... B.... C ...

Slide 12 - Open vraag

De Wet op de lijkbezorging

Doelen van de wet
Ontdekken of iemand opzettelijk is gedood. Als een arts twijfelt of iemand door ziekte of ouderdom is gestorven, stelt hij geen verklaring van overlijden op. Hij waarschuwt dan een gemeentelijk lijkschouwer. Die schakelt de officier van justitie in.

Regels geven over de hygiënische bezorging van overledenen. Zo mag een overledene niet eerder dan 36 uur na overlijden begraven of gecremeerd worden. En niet later dan zes werkdagen na het overlijden. Uitstel is mogelijk, als familie uit het buitenland bij de uitvaart wil zijn.

Slide 13 - Tekstslide

De Wet op de orgaandonatie
De Wet op de orgaandonatie (WOD) is bedoeld om:

* rechtszekerheid te bieden (de rechten van de donor en de ontvanger worden gerespecteerd)
* te zorgen voor een eerlijke verdeling
* het aanbod van geschikte organen en weefsels te verhogen
* de handel in organen en weefsels te voorkomen

Bij orgaandonatie wordt eerst gekeken of de zorgvrager in het Donorregister staat. Artsen mogen organen en weefsels namelijk alleen gebruiken als de zorgvrager daarvoor toestemming heeft gegeven.  

Slide 14 - Tekstslide

Voorwaarden
  • Donorregister
  • Toewijzing organen
  • Rol verzorgende bij orgaandonatie

Vanaf 1 juli 2020 geldt de nieuwe donorwet: Actieve Donorregistratie. De nieuwe donorwet regelt dat iedereen vanaf 18 jaar geregistreerd wordt in het Donorregister. Op de website van het donorregister (www. donorregister.nl) vind je een uitlegvideo over de nieuwe donorwet.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide