HV3 H6 Markten - 4

Hoofdstuk 6.2 - De arbeidsmarkt & arbeidsproductiviteit

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6.2 - De arbeidsmarkt & arbeidsproductiviteit

Slide 1 - Tekstslide

Planning voor vandaag
  • Leerdoelen
  • Huiswerk bespreken
  • Wat weten we nog
  • Stappenplan
  • Proeftoets
  • Bespreken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kan ik een stappenplan maken voor de proeftoets. 
  • Aan het einde van de les kan ik zelfstandig het prijsevenwicht en de evenwichtshoeveelheid berekenen.
  • Aan het einde van de les kan ik meerdere voorbeelden geven van primaire en luxe goederen. 
  • Aan het einde van de les kan ik de classificeren wat investeren en consumeren is.
  • Aan het einde van de les heb ik vragen gesteld over de dingen van de lesstof die ik niet begreep.

Slide 3 - Tekstslide

6.24 a

Slide 4 - Tekstslide

6.24 b

Slide 5 - Tekstslide

6.24 c en d
  • c.  Als het loon daalt, is het voor werkgevers goedkoper werknemers in dienst te nemen. Als het loon daalt, zullen zij dus om meer arbeid vragen 
  • d. Als het loon stijgt, wordt het aantrekkelijker om te werken en je een te bieden op de arbeidsmarkt. 

Slide 6 - Tekstslide

6.26 

Slide 7 - Tekstslide

6.27 a en b

  • a. 18.612 personen
  • b. Aantal werklozen = beroepsbevolking -  werkende 
          19.551 - 18.612= 939

Slide 8 - Tekstslide

6.28 a, b en c

  • a. De instoom in de arbeidsmarkt (500) is groter dan de uitstroom (400). Dit houdt in dat er meer mensen een baan hebben gevonden dan er werkloos zijn geworden. 
  • b. De totale werkgelegenheid is met 500 - 400= 100 personen toegenomen. 
  • c. Er zijn 200 + 150 + 330 + 300= 980 personen van baan veranderd. 

Slide 9 - Tekstslide

6.28 d

  • d. Werkgelegenheid goederensector= 6.380 + 220 - 180 + 200 - 330= 6.290 personen.
    Werkgelegenheid dienstensector= 12.132 + 280 - 220 + 330 - 200= 12.322 personen. 

Slide 10 - Tekstslide

6.30 a, b en c

  • a. Arbeidsproductiviteit (apt) in 2000= €250 miljard / 5,2 miljoen= €48.077 per werkende 
  • b. Apt in 2018= €405 miljard / 6 miljoen= €67.500 per werkende. 
  • c. Procentuele stijging 2018 t.o.v. 200= (67.500 - 48.077) ÷ 48.077 x 100%= 40,4%.

Slide 11 - Tekstslide

6.31

  • a. Er zijn €180 miljard / 40.000= 4,5 miljoen werkende nodig. Dat is precies evenveel als de beroepsbevolking. 
  •  b. Er zijn €162 miljard / 40.00 = 4,05 miljoen werkende nodig. 
  • c. De werkloosheid bedraagt 4,5 mln - 4,05 mln= 0,45 miljoen. Dat zijn 450.000 personen. 

Slide 12 - Tekstslide

6.31 d en e

  • d. Werkloosheidspercentage =  0,45 / 4,5 x 100%= 10%
  • e. Als er nog 5% van de beroepsbevolking werkloos is dan is 95% van de beroepsbevolking aan het werk. Dat zijn 0,95 x 4,5 miljoen = 4.275.000 werkende. Die halen een productiewaarde van 4.275.000 x 40.000= €171 miljard. 

Slide 13 - Tekstslide

6.32

Slide 14 - Tekstslide

Hoofdstuk 6: markten

Slide 15 - Woordweb

Stappenplan oefentoets
  • Maak zelfstandig een stappenplan
    voor de oefentoets. 
  • Jullie hebben 10 minuten de tijd.
  • Bij vragen steek je je hand op en
    wacht tot de docent komt. 
  • Als je eerder klaar bent kan je
    beginnen aan de oefentoets. 
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Oefentoets
  • Maak zelfstandig de oefentoets, gebruik je stappenplan. 
  • Jullie hebben 30 minuten de tijd.
  • Bij vragen steek je je hand op en wacht tot de docent komt.
  • Als je klaar bent met de toets kijk  je welke vragen je moeilijk vond, markeer deze!
  • Als je eerder klaar bent kan je beginnen
    bouwsteen 6.1 op pagina 89.
timer
30:00

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik heb een stappenplan die ik thuis kan gebruiken om te leren voor de toets. 
  • Hoe bereken je het prijsevenwicht?
  • Hoe bereken je de evenwichtshoeveelheid?
  • Noem twee luxe en primaire goederen. 
  • Geeft een voorbeeld van consumeren en investeren.
  • Ik heb de vragen die ik had over de lesstof gesteld en antwoord gekregen.   

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
Afmaken oefentoets H6 en nakijken en maken bouwsteen 6.1 op pagina 89. 

Slide 19 - Tekstslide