15-5 Eten en Drinken

'eten, maaltijden kantine'

herhalen


hoofdstuk 4
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
nt2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

'eten, maaltijden kantine'

herhalen


hoofdstuk 4

Slide 1 - Tekstslide

dorst   honger 
        Ik heb dorst                  ik ga drinken 
ik heb honger              ik ga eten 

Slide 2 - Tekstslide

4: 'eten,
maaltijden kantine'

Slide 3 - Woordweb

eten 


Ik eet een broodje kaas.
Ik neem een kopje thee.
Jij eet geen vlees.
Wij eten elke dag gezond.
Zij eten in de kantine.
Vind je het eten lekker?

drinken


Ik drink melk.
Hij drinkt water.
Zij drinkt geen melk.
Wij drinken koffie met suiker.
Zij drinken koffie zonder suiker.
Jullie drinken te veel.

Slide 4 - Tekstslide

Luister: Waar houdt hij van?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Link

Geef een voorbeeld.
Wat is (1.) gezond en wat is (2.) ongezond?
3. waarom?

Slide 7 - Open vraag

Luister naar de man en vrouw.
Wat eten ze?
(1) ontbijt? (2) lunch? en (3) avondeten?

Slide 8 - Open vraag

Snijden

Ik snijd de ui.
De man snijdt de groente.
Wij snijden het vlees.
met een mes.
Roeren

Ik roer in de pan.
De vrouw roert in de soep.
met de lepel.

Slide 9 - Tekstslide


Schillen 
Ik schil de appel.
Hij schilt de peer.

Schenken
Ik schenk een kopje koffie in.
Zij schenkt bier in een glas.

Slide 10 - Tekstslide


A
zij pakt de koffie
B
zij roert in de koffie
C
zij drinkt de koffie
D
zij geeft de koffie

Slide 11 - Quizvraag


A
hij geeft de ui
B
hij pakt de uit
C
hij snijdt de ui
D
hij roert de ui

Slide 12 - Quizvraag


A
het avondeten
B
het ontbijt
C
de groente
D
het fruit

Slide 13 - Quizvraag


A
koken
B
bakken
C
snijden
D
drinken

Slide 14 - Quizvraag

Wat is dit?

Slide 15 - Open vraag

Wat doet hij nu?
A
Hij schilt de aardappel.
B
Hij bakt de aardappel.
C
Hij roert de aardappel.
D
Hij maakt pizza hawaii

Slide 16 - Quizvraag


A
de tomaat
B
de sinaasappel
C
de appel
D
de citroen

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

maak 5 zinnen in je schrift:


1. eet, kook, drink, bakt, snijdt

2. schrijf een verhaal 

Slide 23 - Tekstslide

Waar hou je van?
Wat vind je lekker?

Ik lust graag tapas.
Ik hou van tapas.
Ik vind tapas lekker.
Ik vind tapas heel erg lekker.
Ik vind tapas heerlijk.




Waar hou je niet van?
Wat vind je niet lekker?

Ik lust geen tapas.
Ik hou niet van tapas.
Ik vind tapas niet lekker.
Ik vind tapas helemaal niet lekker.




Slide 24 - Tekstslide

Luisteren en lezen
maaltijden en gangen
Lekker, of niet?
Dialoog in café of restaurant

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide