Inleiding in de logistiek 1.5 functies en 1.6 Groothandel

Inleiding in de logistiek 1.5 en 1.6
Terugblik op de vorige les
Nieuw: De Functies in de logistiek
Groothandel
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
LogistiekMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Inleiding in de logistiek 1.5 en 1.6
Terugblik op de vorige les
Nieuw: De Functies in de logistiek
Groothandel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke tussenpersonen kunnen in een bedrijfskolom aanwezig zijn benoem er minimaal 2?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

transporteur
leverancier
groothandel
expediteur
detailhandel
Spijkerbroek fabriek
inkoper uit VS
Distributiecentrum Almere
WE Heerlen
Vervoersbedrijf Langen

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke werkzaamheden voert een logistieke dienstverlener uit? noem er minimaal 2.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze tussenpersoon vertegenwoordigt de rederij in de haven waar het schip aanloopt. Welke tussenpersoon is dit?
A
cargadoor
B
carrier
C
stuwadoor
D
expediteur

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is warehousing?
A
Een bedrijf waar producten worden gemaakt.
B
Opslag van goederen bij een speciaal daarvoor bestemd bedrijf, zoals een logistiek servicecentrum.
C
Een magazijn bij een melkfabriek
D
Een bedrijf waar waren worden gehuisd.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke functies kun je
benoemen binnen het magazijn?

Slide 7 - Woordweb

Bedrijfsadministrateur, Medewerker office- en managementsupport, Logistiek medewerker , Productiemedewerker , Vrachtwagenchauffeur, Manager, ICT-medewerker, Medewerker marketing & communicatie, Juridisch medewerker. 

De studenten hebben in opdracht 6 kennis gemaakt met deze functies. 
Hoofdstuk 1.5 Functies in de logistiek
- Assistent logistiek
- Logistiek medewerker
- Logistiek teamleider
- Logistiek supervisor

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de taken van een logistiek medewerker?
Taken

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn diverse functies binnen logistiek. Zo is er een leidinggevende die een geheel magazijn aanstuurt, dit is de
A
Logistiek teamleider
B
Logistiek supervisor

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 1.6 Groothandel
leervragen:
Aan het eind van de les ben je in staat om uit te leggen:
Weet je het verschil tussen een distribuerende groothandel en een collecterende groothandel.
Welke verschillende collecterende groothandels er zijn (minimaal 3)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 1.6 De groothandel
Groothandel koopt en verkoopt goederen.
Je kunt ze onderscheiden naar functie:
Distribuerende en collecterende groothandel
groothandel als importeur, exporteur of beiden
groothandel als handelshuis.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een groothandel?

Slide 13 - Open vraag

Een groothandel is een (commerciele) bedrijf dat goederen inkoopt en verkoopt aan andere bedrijven. Een groothandel levert dus niet aan een particulier.
Groothandels leveren vaak aan de detailhandel welke weer doorverkoopt aan de consument. De groothandel verkoopt vaak grootverpakking of pallets producten in grotere aantallen.

Welke groothandels ken je?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Groothandel
De groothandel koopt producten (artikelen) in grote aantallen direct van de fabriek. Een groothandelaar handelt in het groot

<----- stellingen in een groothandel

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Distribuerende groothandel
Een distribuerende groothandel koopt producten rechtstreeks van de fabrikant en levert deze direct aan relatief veel afnemers. 
Denk aan Aldi; ze kopen in grote partijen in en verkopen het door in consumentenverpakking aan hun eigen winkels.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Collecterende Groothandel
Een collecterende groothandel verzamelt producten van verschillende fabrikanten en slaat deze op in hun magazijn. Klanten kunnen de producten bekijken en bestellen via de groothandel.
Voorbeeld: koffie , de koffiebonen worden in kleine hoeveelheden ingekocht bij veel kleine koffietelers en een paar koffiebranders

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderscheid collecterende en distribuerende groothandel: 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen tussen collecterende en distribuerende groothandels
Het belangrijkste verschil tussen collecterende en distribuerende groothandels is of ze een magazijn hebben en producten opslaan. Collecterende groothandels verzamelen producten van verschillende fabrikanten en slaan deze op. Distribuerende groothandels kopen producten rechtstreeks van de fabrikant en slaan deze niet op.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

sleep de juiste bij elkaar.
GROOTHANDEL
EUROPEES DISTRIBUTIECENTRUM
LOGISTIEK SERVICECENTRUM
Dit is een bedrijf dat goederen verhandelt. Die goederen zijn door andere bedrijven gemaakt, dit bedrijf koopt ze en verkoopt ze weer door aan andere bedrijven.
Dit is een centrale plaats waar van
waaruit goederen (onderdelen) over heel Europa worden uitgeleverd.
Dit is een bedrijf regelt bijna
 alles voor de opdrachtgever(s). Ze doen alles wat een DC doet, maar
regelen daarnaast nog veel meer, bijvoorbeeld: service/reparatie, telefonische helpdesk, etc. 

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten (groot)handelsbedrijven
> groothandel met assemblerende functie: er is sprake van bewerking
> producent met groothandelsfunctie: produceert en verspreidt zelf
> groothandel als importeur: inkopen van gg uit het buitenland
> groothandel als exporteur: richt zich op verkoop van gg aan het buitenland
> groothandel als importeur en exporteur: wederexport kan ontstaan
> groothandel als handelshuis: voeren van handel voor een andere partij.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een groothandel en een winkel?
A
Er is geen verschil tussen een groothandel en een winkel.
B
Een groothandel verkoopt grote hoeveelheden producten aan bedrijven, terwijl een winkel producten aan consumenten verkoopt.
C
Een groothandel verkoopt alleen voedselproducten, terwijl een winkel andere producten verkoopt.
D
Een groothandel verkoopt producten aan consumenten, terwijl een winkel grote hoeveelheden producten aan bedrijven verkoopt.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een groothandel is collecterend wat wil dat zeggen?
A
De groothandel besteld geneesmiddelen en hulpmiddelen bij diverse fabrikanten
B
de groothandel levert goederen zoals geneesmiddelen aan verschillende bedrijven
C
de groothandel besteld bij 1 fabriek en levert vervolgens goederen aan verschillende bedrijven

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stelling is NIET waar?
A
Een groothandel levert aan consumenten
B
Een groothandel levert aan bedrijven
C
Bij een groothandel gaat het meestal om levering van grote hoeveelheden
D
De klanten van een groothandel staan ingeschreven bij de KvK

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten 
Opdracht 25 en 26, 42 
Opdracht:
Wat voor soort groothandel/magazijn is jouw stagebedrijf.
Waar kun je dit aan zien? 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 1.6 Groothandel
leervragen:
Aan het eind van de les:
Weet je welke functies er binnen een magazijn zijn en wat hun werkzaamheden zijn.
Weet je het verschil tussen een distribuerende groothandel en een collecterende groothandel.
Welke verschillende collecterende groothandels er zijn (minimaal 3)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Hoofdstuk 1.7: Software in de logistiek /Ontvangst van de order

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Software in de logistiek
Leervragen:
Aan het eind v.d. les kun je antwoord geven op de volgende vragen:
  • Wat is een order
  • Hoe noem je het orderverzamelproces
  • Uit welke stappen bestaat de administratieve verwerking van de order
  • Je kunt uitleggen welke manieren van orderverzamelen er zijn en kan ook uitleggen hoe dat gaat.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontvangst en opslag
  1. Voorbereiden goederenontvangst
  2. Lossen van de goederen
  3. Controle van de goederen
  4. Invoeren nieuwe goederen
  5. Voorbereiden opslag
  6. Opslaan

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 7: Ontvangst orders
Een order is een bestelling van een klant.

Het orderverzamelproces noemen we ook uitslag of outbound.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er op een order?
  • Informatie/ contactgegeven van de klant
  • Ordernummer van de klant
  • Orderdatum (de datum waarop besteld wordt)
  • Leverdatum (de datum van aflevering)

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er op een order?
  • Artikelnummer/ Artikel
  • Eventuele artikelgegevens
  • Aantal artikelen
  • Stukprijs en btw
  • Handtekening

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Administratieve verwerking
  1. Orderadministratie
  2. Kredietcontrole
  3. Voorraadcontrole
  4. Orderbevestiging
  5. Voorraadadministratie
  6. Orderverzameldocumentatie

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Softwaresysteem
• EDI
• WMS
• TMS
• ERP

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten 
Boek opdrachten 27 t/m 33

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies