tl2 - D. In der Schulmensa

Liebe Schüler & Schülerinnen!
Heb je ...
  • ... je camera aanstaan? (ook aan laten staan gedurende de les!)
  • ... je geluid gedempt?
  • ... je Textbuch & Arbeitsbuch - hoofdstuk 5 klaarliggen?

Op alle 3 de vragen 'ja' geantwoord? Je bent klaar voor de les! 

    1 / 46
    volgende
    Slide 1: Tekstslide
    DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

    In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

    time-iconLesduur is: 80 min

    Onderdelen in deze les

    Liebe Schüler & Schülerinnen!
    Heb je ...
    • ... je camera aanstaan? (ook aan laten staan gedurende de les!)
    • ... je geluid gedempt?
    • ... je Textbuch & Arbeitsbuch - hoofdstuk 5 klaarliggen?

    Op alle 3 de vragen 'ja' geantwoord? Je bent klaar voor de les! 

      Slide 1 - Tekstslide

      A. Klasse, kochen!
      Thema: essen & trinken

      Januar 2021

      Slide 2 - Tekstslide

      Inhalt der Stunde
      1. Lernziele dieser Woche
      2. Wiederholung der vorigen Stunde
      3. A. Klasse, kochen!
      4. Aufgaben dieser Woche
      5. Check der Lernziele

      Slide 3 - Tekstslide

      1. Lernziele dieser Woche
      Am Ende dieser Woche kann ich ...
      • ... vertellen wat ik in periode 3 ga leren. 
      • ... levensmiddelen in het Duits benoemen en aangeven of ze gezond of ongezond zijn. 
      • ... vertellen welke levensmiddelen je lekker vindt en welke niet. 

        Slide 4 - Tekstslide

        2. Wiederholung der vorigen Stunde
        Beantworte die folgenden Fragen

        Slide 5 - Tekstslide

        Wat ga je in periode 3 leren?

        Slide 6 - Open vraag

        Met welke 2 toetsen check je de leerdoelen van periode 3?

        Slide 7 - Open vraag

        Dit goede voornemen heb ik voor periode 3:

        Slide 8 - Open vraag

        Slide 9 - Tekstslide

        3. A. Klasse, kochen!

        Slide 10 - Tekstslide

        Slide 11 - Video

        John F. Kennedy zegt "Ich bin ein Berliner!"
        Wat is een Berliner?

        Slide 12 - Poll

        3. A. Klasse, kochen!
        Arbeitsbuch, Seite 109 - Hörübung
        Hör zu. Welche Lebensmittel werden genannt? Kreuz an.
        Fragment 54

        Slide 13 - Tekstslide

        wel genoemd
        niet genoemd

        Slide 14 - Sleepvraag

        gesund
        ungesund

        Slide 15 - Sleepvraag

        Slide 16 - Tekstslide

        3. A. Klasse, kochen!
        Ich kann ... vertellen welke levensmiddelen je lekker vindt en welke niet. 

        Bijvoorbeeld: 
        "Ich esse gern den Käsekuchen. Auch mag ich das Wiener Schnitzel mit Salat. Den Berliner finde ich zu süß. Jeden Tage esse ich gern das Obst und das Gemüse. Die Frikadelle esse ich nur selten, aber wenn ich in Deutschland bin, esse ich immer die Bratwurst. Die Bratwurst ist lecker!

        Slide 17 - Tekstslide

        3. A. Klasse, kochen!

        • Voor elk zelfstandig naamwoord staan lidwoorden 
                     der of ein  = mannelijk         
                     die of eine = vrouwelijk
                     das of ein  = onzijdig 
                   
         die of keine = meervoud
        • Het is belangrijk om dit bij het woordjes leren goed uit je hoofd te leren. Om goede zinnen te maken, zijn deze woordjes belangrijk! 

        Slide 18 - Tekstslide

        3. A. Klasse, kochen!
        der Käsekuchen 
        • Der / ein Käsekuchen ist lecker.
        • Ich esse gern den / einen Käsekuchen.

        die Brezel
        • Die / eine Brezel ist lecker.
        • Ich esse am Sonntag immer die / eine Brezel. 

        Slide 19 - Tekstslide

        3. A. Klasse, kochen!
        das Obstfrühstück
        • Das / ein Obstfrühstück ist lecker.
        • Ich esse am Montag immer das / ein Obstfrühstück.

        (Wie of wat is? = onderwerp, 1e naamval)
        (Wie of wat eet ik? = lijdend voorwerp, 4e naamval)

        Slide 20 - Tekstslide

        3. A. Klasse, kochen!
          Met welke woorden gebeurt er iets?
          • Lidwoorden (der, eindie, eine/ das, ein) veranderen bij naamvallen. 

          • Onthoud dat alleen bij het mannelijk lidwoord iets verandert bij de 4e naamval (= het lijdend voorwerp)!


            Slide 21 - Tekstslide

            3. A. Klasse, kochen!
            mannelijk
            vrouwelijk
            onzijdig
            meervoud
            1e naamval
            der
            die
            das
            die
            4e naamval
            den (!)
            die
            das
            die
            mannelijk
            vrouwelijk
            onzijdig
            meervoud
            1e naamval
            ein
            eine
            ein
            keine
            4e naamval
            einen (!)
            eine
            ein
            keine

            Slide 22 - Tekstslide

            Slide 23 - Tekstslide

            Aufgabe A.4 (Seite 109)
            Ich esse am Montag immer __________ Käsekuchen (m).

            A
            einen
            B
            eine
            C
            ein
            D
            keine

            Slide 24 - Quizvraag

            Aufgabe A.4 (Seite 109)
            _____ Kartoffelsalat (m) von meiner Mutter ist super lecker.

            A
            Der
            B
            Die
            C
            Das
            D
            Den

            Slide 25 - Quizvraag

            Aufgabe A.4 (Seite 109)
            Wir haben vergessen, _________ Brot (o) mitzunehmen.

            A
            der
            B
            die
            C
            das
            D
            den

            Slide 26 - Quizvraag

            Aufgabe A.4 (Seite 109)
            Ich kann immer ___________ Brezel (v) essen .
            A
            ein
            B
            eine
            C
            ein
            D
            einen

            Slide 27 - Quizvraag

            Aufgabe A.4 (Seite 109)
            _________ Frikadellen (mv) sind ausverkauft.
            A
            Der
            B
            Den
            C
            Das
            D
            Die

            Slide 28 - Quizvraag

            Aufgabe A.4 (Seite 109)
            __________ Berliner (m) schmeckt mir überhaupt nicht.
            A
            Dieser
            B
            Diese
            C
            Dieses
            D
            Diesen

            Slide 29 - Quizvraag

            Aufgabe A.4 (Seite 109)
            Ich habe heute ________ Gemüse (o) gegessen.
            A
            kein
            B
            keine
            C
            keinen

            Slide 30 - Quizvraag

            Slide 31 - Tekstslide

            Vul het juiste lidwoord (der/den - die - das) in:
            In den Ferien esse ich jeden Tag ________ Eis (o).

            Slide 32 - Open vraag

            Vul het juiste lidwoord (der/den - die - das) in:
            Ich esse ________ Kuchen (m).

            Slide 33 - Open vraag

            Vul het juiste lidwoord (der/den - die - das) in:
            Ich mag gerne ________ Käsekuchen (m).

            Slide 34 - Open vraag

            Vul het juiste lidwoord (der/den - die - das) in:
            Ich esse ________ Spaghetti (v).

            Slide 35 - Open vraag

            Vul het juiste lidwoord (der/den - die - das) in:
            Ich esse ________ Pommes (v).

            Slide 36 - Open vraag

            Vul het juiste lidwoord (der/den - die - das) in:
            Ich trinke ________ Limonade (v).

            Slide 37 - Open vraag

            Vul het juiste lidwoord (der/den - die - das) in:
            Ich trinke ________ Kakao (m).

            Slide 38 - Open vraag

            Maak de zin af:

            Ich esse gern ....

            Slide 39 - Open vraag

            Slide 40 - Tekstslide

            3. A. Klasse, kochen!
            Aufgabe A5 (Seite 110)
            • Lees de e-mail van Nesrin en beantwoord de vragen in het Nederlands.
            • Je hebt 10 minuutjes de tijd. Straks bespreken we de antwoorden.
            • Eerder klaar? Oefen met de woorden (D-N) van hoofdstuk 5 via Quizlet (link in Magister).

            timer
            10:00

            Slide 41 - Tekstslide

            Slide 42 - Tekstslide

            4. Aufgaben dieser Woche
            Kapitel 5 - Eine Currywurst, bitte!
            • Einstieg. Aufgaben 1 t/m 4 (TB, Seite 73 & AB, Seite 108)
            • A. Aufgaben 1 t/m 5 (TB, Seite 74 & AB, Seite 109-110)

            Leren
            • Wortschatz Kapitel 5 (Seite 125-126) D-N-D

            Slide 43 - Tekstslide

            5. Check der Lernziele
            Am Ende dieser Woche kann ich ...

            • ... levensmiddelen in het Duits benoemen en aangeven of ze gezond of ongezond zijn. 
            • ... vertellen welke levensmiddelen je lekker vindt en welke niet. 

              Slide 44 - Tekstslide

              Was isst du gerne? Ergänze den Satz:

              "Ich esse gerne...."

              Slide 45 - Open vraag

              Welche Lebensmittel (Aufgabe A1) sind gesund?

              *-* Schrijf de Duitse namen op *-*

              Slide 46 - Open vraag