1.1 Sydney

Wat heb je nodig?
- Laptop (dicht op tafel)
- Lesboek
- Aantekeningen schrift
- Pen/potlood
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat heb je nodig?
- Laptop (dicht op tafel)
- Lesboek
- Aantekeningen schrift
- Pen/potlood

Slide 1 - Tekstslide

1.1 Sydney

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • Vier belangrijke onderdelen van een kaart noemen en ze op de kaart herkennen
  • Met de schaal of de schaalstok van een kaart de werkelijke afstand tussen twee plaatsen op de kaart berekenen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Kaart

Leren over een gebied

Aardrijkskunde gaat over gebieden.
Gebied = een stuk van de aarde

  • Welk gebied zie je op de kaart?

  • Wat zijn nog meer voorbeelden van gebieden?

Slide 7 - Tekstslide

Leren over een gebied

Aardrijkskunde gaat over gebieden.
Gebied = een stuk van de aarde

  • Voorbeelden: 
    Sydney, Amersfoort, Leusden, Europa

Slide 8 - Tekstslide

Leren over een gebied

Vragen als je een gebied onderzoekt:
- Waar zijn dingen?
- Waarom zijn die dingen daar?

  • Waar is de haven van Sydney?
  • Waarom is die daar?
  • Wat kan je allemaal doen om een antwoord te krijgen op die vragen?

Slide 9 - Tekstslide

Leren over een gebied

Om antwoorden te krijgen op je vragen kun je:
  • Naar Sydney toe gaan.
  • Foto’s bekijken van Sydney.
  • Kaarten gebruiken.

Kaart = verkleinde tekening van een gebied.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe lees je een kaart?

Vier dingen nodig bij kaartlezen:

  1. Titel = onderwerp en/of gebied op de kaart
  2. Noordpijl = geeft aan waar het noorden is
  3. Legenda = betekenis van de kleuren en symbolen op de kaart
  4. Schaal = laat zien hoeveel het gebied is verkleind

Slide 11 - Tekstslide

 Titel = onderwerp en/of gebied op de kaart.

Wat is de titel van de kaart?

Slide 12 - Tekstslide

Legenda = betekenis van de kleuren en symbolen op de kaart

  1. Wat houdt de blauwe kleur in op de kaart?
  2. Wat is de zwarte lijn die over Australië loopt?

Slide 13 - Tekstslide

Legenda = betekenis van de kleuren en symbolen op de kaart

  1. Wat houdt de blauwe kleur in op de kaart?
  2. Wat is de zwarte lijn die over Australië loopt?

Slide 14 - Tekstslide

Schaal = laat zien hoeveel het gebied is verkleind

Wat is de schaal van de kaart?

Slide 15 - Tekstslide

Schaal = laat zien hoeveel het gebied is verkleind

Schaal 1:80 000 000 
1 cm op de kaart = 80.000.000 cm in werkelijkheid

Slide 16 - Tekstslide

Rekenen met de schaal
Schaal 1:80 000 000 
1 cm = 80.000.000 cm 

Altijd van cm -> km 
5 nullen er af

80.000.000 cm = 800 km
Dus: 1 cm op de kaart = 800 km in het echt


Slide 17 - Tekstslide

Rekenen met de schaal
1 : 2.000.000

  • 1 cm = 2.000.000 cm
  • 2.000.000 cm = 20 km
  • 1 cm = 20 km 

Slide 18 - Tekstslide

Maar dan...
Nu is de schaal 1 : 25.000

Hoeveel km is 1 cm?

Probeer zelf een berekening te maken!

Slide 19 - Tekstslide

Maar dan...
Nu is de schaal 1 : 25.000

Hoeveel km is 4 cm op de kaart?

Probeer zelf een berekening te maken!

Slide 20 - Tekstslide

Zelf uitrekenen
Hoeveel kilometer ligt er tussen Hoogersmilde en Uffelte?

Afstand tussen de plekken op de kaart is 8 cm.

Lees de kaart af en maak je berekening! 
Afstand is 8 cm 
1 cm = 200.000 cm
Dus: 8 x 200.000 = 1.600.000 cm
Maar! 1.600.000 cm = 16 km

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag:
Wat?
§1.1 Opdrachten: 
        Herhaling:  
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Noteer in je schrift de begrippen met de betekenis
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 22 - Tekstslide

Wat is een kaart?
A
Een stuk van de stad
B
Een stuk van de aarde
C
Een verkleinde tekening van een gebied
D
Een vergrootte tekening van een gebied

Slide 23 - Quizvraag

Wat weet je al?
Dit geeft aan waar het Noorden ligt. 
Hier kun je lezen waar de kaart over gaat.
Hier kun je zien wat de verschillende kleuren en symbolen op een kaart betekenen.
Hier kun je zien hoeveel 1 cm op de kaart in het echt is.
Titel
Noordpijl
Schaal
Legenda

Slide 24 - Sleepvraag

Titel
Legenda
Schaal
Noordpijl

Slide 25 - Sleepvraag

De schaal is: 1 : 100.000
Hoeveel km is 1 centimeter op de kaart echt?

Slide 26 - Open vraag

Opruimen
Stoelen op tafel
Ramen dicht
Scherm omhoog
Spullen opruimen
 Stoelen aanschuiven
Wachten tot de bel gaat op je plek

Slide 27 - Tekstslide

Wat heb je nodig?
- Laptop (dicht op tafel)
- Lesboek
- Aantekeningen schrift
- Pen/potlood

Slide 28 - Tekstslide

Titel
Legenda
Noordpijl
Schaal

Slide 29 - Sleepvraag

Welk onderdeel mist?
Noordpijl
Titel
Schaal
Legenda

Slide 30 - Sleepvraag

De schaal is: 1 : 2.000.000
Hoeveel km is 1 cm op de kaart echt?

Slide 31 - Open vraag

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • Ten minste twee verschillen en twee overeenkomsten noemen tussen leven en naar school gaan in Sydney en jouw eigen omgeving
  • De bevolkingsdichtheid van een gebied uitrekenen

Slide 32 - Tekstslide

Bevolkingsdichtheid
Bevolkingsdichtheid: aantal mensen die wonen op 1 km2

Waar in Sydney is de bevolkingsdichtheid het hoogst?

Slide 33 - Tekstslide

Rekenen met Bevolkingsdichtheid
Bevolkingsdichtheid = aantal inwoners : oppervlakte

  • Gegevens:
    totaal aantal inwoners 83.000.000
    totale oppervlakte 1.650.000 km2

  • Berekening:
    inwoners : oppervlakte dus
    83.000.000 : 1.650.000 = 50 inwoners per km2

Slide 34 - Tekstslide

Nu zelf oefenen 
Gegevens:
totaal aantal inwoners 16.000.000
totale oppervlakte 40.000

Regel:
Bevolkingsdichtheid = aantal inwoners : oppervlakte

Berekening:



inwoners : oppervlakte dus
16.000.000 : 4000  = 400 inwoners per km²

Slide 35 - Tekstslide

Samen lezen
Open je lesboek bij paragraaf 1 en zoek het kopje: Wonen in Blacktown

Slide 36 - Tekstslide

Aan de slag:
Wat?
§1.1 Opdrachten: 
        Herhaling:  
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Noteer in je schrift de begrippen met de betekenis
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 37 - Tekstslide

Wat betekent bevolkingsdichtheid?
A
Aantal inwoners per vierkante km
B
Aantal inwoners per vierkante meter

Slide 38 - Quizvraag

Bereken de bevolkingsdichtheid.
15.000.000 inwoners en 500.000 km2

Slide 39 - Open vraag

Een stad heeft 165.000 inwoners en een oppervlakte van 25.632.
Wat is de bevolkingsdichtheid?

Gebruik je rekenmachine!
A
14
B
6,43
C
15,67
D
4,65

Slide 40 - Quizvraag

Begrippenlijst
  • Gebied
  • Kaart
  • Kaartlezen
  • Titel
  • Noordpijl
  • Legenda
  • Schaal
  • Bevolkingsdichtheid 

Slide 41 - Tekstslide

Opruimen
Stoelen op tafel
Ramen dicht
Scherm omhoog
Spullen opruimen
 Stoelen aanschuiven
Wachten tot de bel gaat op je plek

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video