neus-maagsonde inbrengen

NEUS-MAAGSONDE INBRENGEN
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

NEUS-MAAGSONDE INBRENGEN

Slide 1 - Tekstslide

De neus-maagsonde wordt door de neus, via de keel en slokdarm, in de maag geschoven.

Een maagsonde of een maagkatheter is een dunne flexibele slang waarmee toegang tot de maag verkregen kan worden. 

Door deze slang kunnen vloeistoffen toegediend en maagvloeistof afgevoerd worden.

Slide 2 - Tekstslide

Maagsondes zijn gemaakt van:

- Polyvinylchloride (PVC) sonde: voor verblijf korter dan een week
PVC is een stug materiaal. PVC is soepeler gemaakt door er een weekmaker aan toe te voegen. Maagzuur lost deze weekmaker in 7 tot 10 dagen op. De PVC-sonde wordt dan hard. Dit kan leiden tot perforatie van het maagslijmvlies. 
Een PVC-sonde is daarom alleen geschikt voor kortdurend of eenmalig gebruik. Een PVC-sonde wordt meestal zonder voerdraad ingebracht.
- Poly-Urethaan (PUR) sonde: voor een verblijfsduur tot 6 weken
PUR is een soepel, glad en sterk materiaal. Het maagzuur heeft hier geen invloed op. Door de aard van het materiaal is de wand van de sonde heel dun. De verhouding externe diameter / interne diameter is optimaal. De PUR-sonde wordt meestal met een voerdraad ingebracht.
- Silicone sonde: voor een verblijfsduur tot 6 weken
Siliconen is een zeer soepel maar zwak materiaal. Een siliconen sonde kan niet zonder voerdraad ingebracht worden. 
De wand van de sonde is in vergelijking met sondes van andere materialen vrij dik. Een siliconen sonde wordt over het algemeen goed verdragen.
- voordeel van PUR-sonde ten opzichte van andere sondes
Het voordeel van een Pur sonde vergeleken met een siliconen sonde is dat de sonde minder snel op krult. Ook plakt de PUR sonde minder (aan bijvoorbeeld uitzuigkatheters) en er is minder interactie van het materiaal met medicijnen.
Het voordeel van een PUR sonde vergeleken met een PVC sonde is dat het materiaal niet verhardt. Hierdoor is er minder kans op perforatie. Daarnaast zitten er geen weekmakers in die met gezondheidsklachten worden geassocieerd.

Slide 3 - Tekstslide

De dikte en lengte van de katheter is afhankelijk van de grootte van de zorgvrager en van wat er door de sonde heen moet.
De dikte wordt uitgedrukt in Charrière, Ch 1 is 1/3 mm. 
Ch 10 wordt bij volwassenen veel gebruikt.

Het gebruik van een voerder of voerdraad vergemakkelijkt het inbrengen van de sonde. De voerder wordt na gebruik verwijderd!
 

Slide 4 - Tekstslide

Een maagsonde wordt gebruikt voor:

- het toedienen van sondevoeding
- het toedienen van medicijnen of contrastvloeistof
- het hevelen of afzuigen van maagsappen
- het spoelen van de maag bij een vergiftiging


Risico’s bij het inbrengen zijn:
- zorgvrager moet braken
- beschadiging van het slijmvlies van de slokdarm of maag
- de maagsonde komt in de longen (maagsappen of vloeistof in de longen > longontsteking) 
















Slide 5 - Tekstslide

indicatie voor plaatsen van een neus-maagsonde:

Voor het inbrengen van een neus-maagsonde kan een aantal redenen bestaan:
  1. voeding, vocht en/of geneesmiddelen toedienen;
  2. het maag-darmkanaal spoelen na inname van giftige stoffen, zoals medicijnen of landbouwgif;
  3. de maagretentie bepalen;
  4. diagnostisch onderzoek verrichten;
  5. overtollig vocht uit de maag verwijderen bij een ileus om braken te voorkomen, door middel van een afhangende maagsonde. 

contra-indicatie voor het inbrengen van een neus-maagsonde:

In een aantal situaties mag je geen neus-maagsonde inbrengen of mag alleen een arts deze inbrengen. Een verzorgende mag geen neus-maagsonde inbrengen:
  1. als er een obstructie in de neus, keel, slokdarm of maag is;
  2. wanneer de slikfunctie ontbreekt;
  3. bij aandoeningen in de slokdarm: tumor, varices, chirurgie;
  4. bij aandoeningen in het aangezicht: trauma;
  5. bij een schedelbasisfractuur.

Slide 6 - Tekstslide

Benodigdheden:

  • Onsteriele handschoenen
  • zakdoekje
  • Water in beker met rietje
  • Bekken
  • Kocher
  • Pleister
  • veiligheidsspeld
  • Sonde slang
  • PH strip
  • Spuit
  • Onderlegger/matje 













Slide 7 - Tekstslide

Zorgvuldigheid:

Bepaal met de zorgvrager het juiste neusgat door de neus te laten snuiten en te kijken/luisteren welk neusgat het best doorgankelijk is.
Bij langdurig gebruik kunnen drukplekjes op de neusgaten ontstaan; wissel het neusgat af.
Meet de lengte van de sonde secuur af. Het verzekert je ervan dat de sonde echt in de maag terecht komt. Markeer dit met stift of pleister.
Als de zorgvrager erg hoest en benauwd is, zit de sonde eerder in de longen dan in de maag.
Indien de zorgvrager niet benauwd is maar ook niet kan praten, zit de sonde waarschijnlijk al voorbij de stembanden, in de luchtpijp.
Trek de sonde terug, laat de zorgvrager bijkomen. Vraag anders een meer deskundige collega om het over te nemen.
De sonde kan krullen in de keel. 
De sonde kan dan te soepel of te stug zijn. Een te stugge sonde wordt in warm water flexibeler en een te soepele sonde wordt stugger in ijskoud water.
Als patiënten alleen 's nachts sondevoeding toegediend krijgen, moet de sonde overdag geregeld doorgespoeld worden, om dichtslibben te voorkomen.
 













Slide 8 - Tekstslide

bepaal de lengte van de sonde:

  • Meet bij de cliënt met de sonde de afstand vanaf de punt van de neus naar de oorlel tot aan het uiteinde borstbeen.
  • Tel hier 10 cm bij op (NEX + 10 methode). NEX staat voor Nose-Ear-Xyphoïd
  • Noteer de lengte van de sonde met maatverdeling. Of markeer de sonde op de afgemeten lengte met een stukje pleister als geen maatverdeling aanwezig is.
controleer of de sonde in de maag ligt met de PH-strip:

  • Zuig 5-10 ml lucht in de 50 ml spuit en plaats de spuit op de sonde.
  • Spuit de lucht door de sonde. De sonde komt nu los van de maagwand te liggen.
  • Zuig met de spuit voorzichtig enkele druppels maagsap uit de sonde op.
  • Klem de sonde af.
  • Bepaal de pH-waarde met behulp van de pH-indicator. Bij pH-waarde kleiner dan of gelijk aan 5.5 ligt de sonde met grote waarschijnlijkheid in de maag.
  • Bij afwijkende bevindingen en/of pH-waarde groter dan 5.5: geen voeding of medicijnen toedienen. Overleg met de arts. Doe zo nodig de limonadetest of verwijder de sonde en breng deze opnieuw in en controleer de ligging.

Slide 9 - Tekstslide

controleer opnieuw wanneer geen maagsap wordt opgezogen:

  • Breng de sonde iets verder in of trek de sonde iets terug en controleer opnieuw.
  • Wanneer nog geen maagsap wordt verkregen: vraag de cliënt op de zij te gaan liggen en controleer opnieuw.
  • Wanneer nog geen maagsap wordt opgezogen: wacht 15-30 minuten en controleer opnieuw.
  • Bij afwijkende bevindingen en/of pH-waarde groter dan 5.5: geen voeding of medicijnen toedienen. Overleg met de arts. Doe zo nodig de limonadetest of verwijder de sonde en breng deze opnieuw in en controleer de ligging.
limonadetest:

Bij cliënten die mogen en kunnen drinken kan de arts kiezen voor de limonadetest als er geen aspiraat wordt opgezogen met een pH-waarde kleiner dan of gelijk aan 5,5 (≤ 5,5). Dit geldt voor volwassenen en kinderen. Bepaal eerst de zuurgraad van de aangelengde limonade. Deze moet kleiner dan of gelijk zijn aan 4,0 (≤ 4,0). Laat de cliënt enkele slokken van de limonade drinken. Probeer na minimaal 10 seconden aspiraat op te zuigen en bepaal de pH-waarde. Deze is dan mogelijk wel kleiner dan of gelijk aan 5,5.

Slide 10 - Tekstslide

spoel de sonde door met water:
  • Vul de spuit met de afgesproken hoeveelheid water op kamertemperatuur.
  • Klem de sonde of verlengslang af met de kocher.
  • In plaats van afklemmen met de kocher kan de sonde ook worden geknikt.
  • Plaats de spuit op de sonde of de verlengslang.
  • Verwijder de kocher en spuit het water door de sonde.
  • Klem de sonde of verlengslang af met een kocher en verwijder de spuit.
fixeer de sonde:
  • Breng bij een sonde zonder maatverdeling een definitief markeringsteken aan met een watervaste stift.
  • Reinig de neus en fixeer de sonde met de (neusfixatie)pleister.
  • OF: Plak het midden van een stuk pleister aan de onderkant van de sonde vast op 2 cm vanaf de neus. Leid beide uiteinden kruislings naar boven en plak ze op de neus vast.
  • OF: Plak de pleister op een steunpleister die op de wang is aangebracht.
  • Controleer of de sonde kan meebewegen met slik- of draaibewegingen.
  • Controleer of er niet te veel druk op de neusvleugel is door de sonde.
  • Controleer of de pleister de sonde goed fixeert.
  • Leid de sonde achter het oor langs.
  • Bevestig de sonde met een pleister aan de kleding op zo'n manier dat deze vrij kan meebewegen met hoofdbewegingen en er geen spanning ontstaat op de huidfixatie.

Slide 11 - Tekstslide

kijk mijn demonstratie
kijk even met mij mee 
demonstratie
neus-maagsonde inbrengen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Noem minimaal 3 indicaties voor het inbrengen van een neus-maag sonde
A
1. vocht toedienen 2.wanneer de slikfunctie ontbreekt 3.bij aandoeningen in de slokdarm
B
1.de maagretentie bepalen; 2.diagnostisch onderzoek verrichten; 3.overtollig vocht uit de maag verwijderen bij een ileus
C
1.het maag-darmkanaal spoelen na inname van giftige stoffen 2.de maagretentie bepalen 3.voeding toedienen
D
1.bij aandoeningen in het aangezicht: trauma; 2.bij een schedelbasisfractuur. 3.voeding toedienen

Slide 14 - Quizvraag

Noem 3 contra-indicaties bij het inbrengen van een neus-maagsonde
A
1. vocht toedienen 2.wanneer de slikfunctie ontbreekt 3.bij aandoeningen in de slokdarm
B
1.bij aandoeningen in het aangezicht: trauma; 2.bij een schedelbasisfractuur. 3.voeding toedienen
C
1.bij aandoeningen in het aangezicht: trauma 2.bij een schedelbasisfractuur 3.wanneer de slikfunctie ontbreekt
D
1.de maagretentie bepalen; 2.diagnostisch onderzoek verrichten; 3.overtollig vocht uit de maag verwijderen bij een ileus

Slide 15 - Quizvraag


waar staat de afkorting NEX voor
A
Nose-Earlobe-Xyphoïd
B
Nose-Ear-Xyphoïd
C
Nurse-Eat-Xray
D
Neus-Enkel-Xifelus

Slide 16 - Quizvraag


Hoe meet je de NEX+10
A
Meet met de sonde de afstand vanaf het borstbeen naar de neus tot aan de oorlel. tel hier 10 cm bij op.
B
Meet met de sonde de afstand vanaf het borstbeen naar de oorlel tot aan het puntje van de neus.
C
Meet met de sonde de afstand vanaf de neus naar de oorlel tot aan het uiteinde borstbeen. Tel hier 10 cm bij op.
D
Meet met de sonde de afstand vanaf de neus naar de oorlel tot aan het uiteinde borstbeen.

Slide 17 - Quizvraag


Hoe controleer je of de sonde goed ligt
A
Bij cliënten die mogen en kunnen drinken kan je met een limonadetest de ligging controleren
B
om de ligging van de neus-maagsonde te controleren geef je water via de neus-maagsonde.
C
om de ligging te controleren van een neus-maagsonde spuit je lucht in als je dat hoort borrelen in de maag zit je goed
D
Om de ligging van de neus-maagsonde te controleren bepaal je de pH-waarde van aspiraat dat is opgezogen via de neus-maagsonde.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de normale PH waarde van de maag
A
De PH-waarde is 5,5 of lager.
B
De PH-waarde is 5,5 of hoger
C
De PH-waarde varieert tussen 1,35 en 3,50
D
De PH-waarde is tussen 6,0 en 7,50

Slide 19 - Quizvraag


Hoe bepaal je de zuurgraad
A
laat de cliënt limonade drinken en trek daarna een beetje maagsap op uit de maag. bepaal de PH-waarde met behulp van de PH-indicator
B
spuit 5-10 ml lucht door de sonde. Zuig met de spuit voorzichtig enkele druppels maagsap uit de sonde op. Bepaal de pH-waarde met behulp van de pH-indicator.
C
Hang de pH-indicator in het maagsap gedurende 1-30 seconden tot de strip verkleurt en lees af.
D
laat de cliënt een beetje speeksel op de PH-indicator spugen. Bepaal zo de zuurgraad

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide