Exam prep

Exam practice
today
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Exam practice
today

Slide 1 - Tekstslide

Today
Today we are going to ...
- practise with reading strategies.

Slide 2 - Tekstslide

Lesson Goal
At the end of this lesson you will know the 5 reading strategies and when to use them.

Slide 3 - Tekstslide

Reading strategies + Tips
  1. TIP: Houd steeds de tijd in de gaten.
  2. SKIMMEN: kijk naar de titel, inleiding, naam van de schrijver, kopjes, etc. Wat weet je al van het onderwerp?
  3. WOORDEN RADEN: Probeer lastige woorden te begrijpen via de context; lees stukje verder of terug.
  4. SCANNEN: gericht zoeken naar het antwoord op de vraag: Lees de alinea goed door.
  5. ELZA: Let op de eerste en laatste zin van de alinea.
  6. INTENSIEF LEZEN: woord voor woord, regel voor regel lezen om het antwoord op een vraag te vinden. 

Slide 4 - Tekstslide

stap 1 - orienteren (Skimmen)
- Lengte van de tekst. Dit is belangrijk om je leesstrategie te bepalen
- Kijk naar de titel; vaak wordt er een vraag gesteld over de titel, geeft informatie over de tekst
- Kijk naar afbeeldingen, kopjes (tussenkopjes), vetgedrukte woorden

Slide 5 - Tekstslide

stap 2 - lees de vraag en de antwoorden
- multiple choice; let op! als er gevraagd wordt dat je 1 goed antwoord moet aangeven, dan moet je er niet 2 aankruisen. 
- open vraag; beantwoord een open vraag kort en bondig. 
- invulvraag; let op de signaalwoorden; bijv. because= omdat= geeft reden 
- true or false vraag; geef aan wat waar of juist of niet waar of onjuist is. 
- citeren; citeer het gedeelte van de tekst waarin het antwoord wordt genoemd. 

Slide 6 - Tekstslide

stap 3- Lees de tekst
Bij een korte tekst moet je de hele tekst lezen.
Bij een lange tekst wordt vaak bij de vraag aangegeven in welke alinea je het antwoord kan vinden.

Slide 7 - Tekstslide

stap 4 - beantwoord de vraag
Beantwoord de vraag en check of je het goede antwoord hebt gegeven. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een citaat?

Slide 9 - Open vraag

Wat is skimmen?
A
De vraag lezen en het antwoord kiezen
B
raden wat het moeilijke woord zou kunnen betekenen
C
het eerst naar de tekst kijken zonder deze te lezen zodat je ongeveer weet waar de tekst over gaat
D
gericht zoeken naar de antwoorden op de vragen

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer ga je scannen?
A
als je weten wat een woord betekent.
B
als je het antwoord op een specifieke vraag wil weten.
C
als je wilt weten wat er in de eerste en laatste alinea van een tekst staat.
D
als je wilt kijken naar de titel, kopjes en tussenkopjes.

Slide 11 - Quizvraag

Globaal lezen
zoekend lezen
intensief lezen
tekst helemaal lezen
tekst goed begrijpen
specifieke informatie vinden
vinden van hoofdzaken

Slide 12 - Sleepvraag

Skimmen
Scannen
Intensief lezen
De tekst snel lezen zodat je ongeveer weet waar de tekst over gaat
Je gaat op zoek gaat naar specifieke informatie. 
Lees elk woord en zorg dat je het stukje tekst begrijpt

Slide 13 - Sleepvraag

Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?
Situatie 1: 
Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is. 
Situatie 2: 
Voor biologie moet je een werkstuk maken over klimaatverandering. Je hebt op een internet een tekst gevonden over het klimaat. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.
Situatie 3: 
Je hebt morgen een toets over politieke besluitvormingen. Je leest de tekst in je boek maatschappijleer.
Situatie 4:
Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de prijzen. Je bezoek de website van het pretpark.
Orienterend lezen
Globaal lezen
Precies lezen
Zoekend lezen
Kritisch lezen

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Tekstslide


A
B
C
D

Slide 16 - Quizvraag


but en because zijn signaalwoorden
but geeft een tegenstelling aan
because een oorzaak/reden

...na een signaalwoord komt informatie en dus vaak jouw antwoord !


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Vertaal deze signaalwoorden m.b.v. het woordenboek

Slide 19 - Tekstslide

consequently
however
likewise
moreover

Slide 20 - Open vraag

consequently                     als gevolg, dus, 
however                               echter, maar, niettemin
moreover                             bovendien
likewise                                evenals, net als, insgelijks
Dit zijn allemaal signaalwoorden, met andere woorden: een signaalwoord moet een belletje doen rinkelen.


Na een signaalwoord komt er altijd belangrijke informatie!

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide


A
consequently
B
however
C
likewise
D
moreover

Slide 33 - Quizvraag

Hoe gebruik je een woordenboek?

Slide 34 - Tekstslide

Hoe gebruik je een woordenboek?
NIET...
Voor elk woordje of in elke zin

WEL...
Om een vraag te kunnen beantwoorden of een stuk tekst te begrijpen.

Slide 35 - Tekstslide

Zoek het woord 'accompanied' op en typ welke betekenis je vindt:

Slide 36 - Open vraag

Zoek het woord 'suspiciously' op en typ welke betekenis je vindt:

Slide 37 - Open vraag

Wat doe je bij onbekende woorden?

Ken je het woord eccentric?

Kijk naar een zin om te zien in welke context het woord staat:
Our goalkeeper is a bit eccentric. He never wears socks and has to kick the ball exactly thirteen times before we begin training.

Slide 38 - Tekstslide

Wat betekent 'eccentric'?
A
Normaal
B
Raar/vreemd
C
Rommelig
D
Enthousiast

Slide 39 - Quizvraag

Wat doe je bij onbekende woorden?

Ken je het woord murky?

Kijk naar een zin om te zien in welke context het woord staat:
I didn't want to swim in the murky water. It looked all brown and I could not see to the bottom.

Slide 40 - Tekstslide

Wat betekent 'murky'?
A
troebel
B
helder
C
bodemloos
D
doorzichtig

Slide 41 - Quizvraag

Na de tips in deze les...
A
ga ik met een zekerder gevoel het examen in
B
ben ik nog steeds zenuwachtig voor het examen

Slide 42 - Quizvraag