Hoofdstuk 6

Hoofdstuk 6
Introductie
blz. 162
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6
Introductie
blz. 162

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Toets bespreken
Introductie 
Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Toets bespreken
Geen etui op tafel
Geen pennen op tafel
Vragen aan het einde van de les

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de vier rijken noemen waarin organismen worden ingedeeld met behulp van de begrippen rijk, dierenrijk, plantenrijk, schimmelrijk en bacterierijk

Je kunt de onderdelen van cellen van de vier rijken benoemen met behulp van blz. 163

Slide 4 - Tekstslide

Introductie
Indeling organisme
 1. Dierenrijk
 2. Plantenrijk
 3. Schimmelrijk
 4. Bacterierijk
Je kunt de vier rijken noemen waarin organismen worden ingedeeld met behulp van de begrippen   

Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdr. 1, 2, 3

Klaar? Lees 'Wat leeft er om je heen?' en 
              bestudeer bron 4
Je kunt de vier rijken noemen waarin organismen worden ingedeeld met behulp van de begrippen   
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Introductie
Indeling organisme en hun cellen
 1. Dierenrijk --> geen celwand, vacuole en bladgroenkorrels
 2. Plantenrijk --> alles
 3. Schimmelrijk --> geen bladgroenkorrels
 4. Bacterierijk --> geen celkern, vacuole en bladgroenkorrels
Je kunt de onderdelen van cellen van de vier rijken benoemen met behulp van blz. 163 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdr. 4a

Klaar? Lees 'Wat leeft er om je heen?' en 
              bestudeer bron 4
Je kunt de vier rijken noemen waarin organismen worden ingedeeld met behulp van de begrippen   
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

In welke 4 rijken kan je organisme indelen?

Slide 11 - Open vraag

Je ziet hiernaast 2 cellen. Van wie zijn deze cellen?
A
1=Schimmel 2=Bacterie
B
1=Schimmel 2=Dier
C
1=Bacterie 2=Schimmel
D
1=Bacterie 2=Dier

Slide 12 - Quizvraag

Je ziet hiernaast 2 cellen. Van wie zijn deze cellen?
A
3=Schimmel 4=Plant
B
3=Schimmel 4=Dier
C
3=Plant 4=Schimmel
D
3=Plant 4=Dier

Slide 13 - Quizvraag