21 01 15 M1 Spelling vervolg

Goedemorgen klas M1
Nieuws van gisteravond
Jullie gaan niet tot weinig naar het bos, maar
het bos komt naar je toe:

Vos wandelt door Amsterdam
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen klas M1
Nieuws van gisteravond
Jullie gaan niet tot weinig naar het bos, maar
het bos komt naar je toe:

Vos wandelt door Amsterdam

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link


In het Nederlands bestaat de uitdrukking:
Als de berg niet tot Mohammed komt, zal Mohammed tot de berg gaan, zoek maar op internet, wat betekent deze uidrukking denk je?

Slide 3 - Open vraag

Werken in NUMO of de online leermethode
https://www.exitticket.nl/ticket/zi47m2dj


Slide 4 - Tekstslide

Hoe schrijf je de uitgang van een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 5 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoorden vervoegen
1 een .....................aardig  leraar
2  de ........................aluminium pijp
3  een .......................prachtig schilderij
4  de  .........................dik teckel
5  een ...................... ..lood pijp
6  het .........................suède jasje
7   de...........................heerlijk spaghetti
8   een.........................breekbaar servies
9   een ........................katoen onderbroek


                stoffelijk?
nee
staat lw een voor een de of het woord?

ja
Is het een nieuwe of een oude stof?

Slide 6 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoorden van voltooid deelwoorden
Wat is een voltooid deelwoord?
Als je wilt vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord in een zin.
Voltooid betekent dat iets af is. Er gebeurt daarna niets meer.

Bij een vtd hoort altijd een hulpwerkwoord (de persoonsvorm), de hww die heet meeste voorkomen zijn: zijn , hebben en worden

Een vtd eindigt meestal op -en bij sterke werkwoorden
Een vtd eindigt  altijd op -t of -d bij zwakke ww
't X Kofschip
Wanneer gebruik je het 't X Kofschip?

Slide 7 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoorden van vtd
bespreken opdracht 24, open je boek op blz 141, oefening 24 
Regels
1- eindigt het vtd op -en (sterke ww) dan schrijf je het bnw ook met -en:
de winkelier is overvallen: de overvallen winkelier
2- als het vtd eindigt op een -d of een -t dan krijgt het  bnw meestal -e: de reizigers zijn gestrand, de gestrande reizigers
3- extra regel:
een bnw dat is afgeleid van een vtd schrijf je altijd zo kort mogelijk, dus alleen dd of tt als dat nodig is voor de uitspraak:
de foto is vergroot: de vergroote foto (de extra o verdwijnt)
de discussie is verhit: de verhitte discussie


Slide 8 - Tekstslide


Opdracht 24 blz 141 in het boek
zet het nr ervoor:
1
2
3 etc.

Slide 9 - Open vraag

Opdracht 23 blz 189 bespreken
Huiswerk
-Opdracht 25 en 26 in je boek op blz 192
-In magister komt een tekst in de bijlage die je  gelezen moet hebben voor de les van maandag met een paar vragen

Slide 10 - Tekstslide