In Indonesië was veel ongelijkheid. De plaatselijke bewoners, inlanders, leefden in woningen van bamboe en palmbladeren of in kampongs, armoedige wijken aan de rand van een stad. Nederlanders woonden in stenen huizen of villa's. Begin 20e eeuw kwam er verzet tegen deze ongelijkheid.
Jonge Indonesische nationalisten, die zelf hun land wilden besturen, kregen steeds meer aanhang.