Repetition Grammar Theme 4 - V2

Repetition grammar Theme 4
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Repetition grammar Theme 4

Slide 1 - Tekstslide

Present Perfect (volt. tegenwoordige tijd)
Wanneer gebruik je de Present Perfect?

Je gebruikt de Present Perfect als iets in het verleden is begonnen en nu nog steeds bezig is of als iets in het verleden is gebeurd en het resultaat nu belangrijk is.
Signaalwoorden = FYNE JAS
For - Yet - Never - Ever - Just - Already - Since

Slide 2 - Tekstslide

Hoe maak je de Present Perfect?
Bevestigend: ondw. + have/has + voltooid deelwoord + rest 
Ontkennend: ondw. + have/has + not voltooid deelwoord + rest
Vragend: have/has + ondw. + voltooid deelwoord + rest  

Voltooid deelwoord = hele ww. + -ed of 3e rijtje onregelmatige ww. Let op: er zijn uitzonderingen qua spelling. 




Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeldzinnen
I have worked as a teacher for three years. 
Have you ever been to Athens?
Tim and Joe have not/haven't carried the boxes into the house yet.

Slide 4 - Tekstslide

Check your understanding

On the next slides, fill in the correct form of the present perfect.

Slide 5 - Tekstslide


They _________ here since 2002. (to live)

Slide 6 - Open vraag


______ a job yet? (you/to find)

Slide 7 - Open vraag


Jasper and Fadil ________ each other for more than 10 years now. (to know)

Slide 8 - Open vraag


She _____ Lord of the Rings. (not/to see)

Slide 9 - Open vraag


I ______ my keys. (to lose)

Slide 10 - Open vraag

Used to
Wanneer gebruik je 'used to'?

Je gebruikt 'used to' dat iets: 
- in het verleden regelmatig gebeurde (een gewoonte was), maar nu niet meer. 
- in het verleden zo was, maar nu niet meer zo is. 

Slide 11 - Tekstslide

Hoe maak je zinnen met 'used to'?
Altijd used to + hele ww. er zijn geen uitzonderingen :-) 

There used to be a cinema in this town. 
I used to play tennis every day. 

Slide 12 - Tekstslide

Check your understanding

On the next slides, rewrite the sentences using 'used to'. 

Example: 
I visit my best friend every weekend.
I used to visit my best friend every weekend.

Slide 13 - Tekstslide


He has short hair.

Slide 14 - Open vraag


Rosie plays tennis.

Slide 15 - Open vraag


We live in Zaandam.

Slide 16 - Open vraag


They play video games every day.

Slide 17 - Open vraag


The pupils hate English lessons.

Slide 18 - Open vraag

Future tenses (toekomende tijd)
Er zijn verschillende future tenses: 
- will (not) + hele ww. 
- to be (not) going to + hele ww. 
- to be (not) + hele ww. + -ing

Je gebruikt de future als:
- iets in de toekomst gebeurt/gaat gebeuren.
- je een plan of belofte doet kan je de future gebruiken.



Slide 19 - Tekstslide

Wanneer gebruik je welke future tense?
will (not) + hele ww.
  • Iets aanbieden
  • Beloftes
  • Aankondigingen
  • Besluiten
  • Voorspelling zonder bewijs

I will call you. 
I think he will win the race.
To be (not) going to + hele ww.
  • Iemand is iets (niet) van plan
  • Voorspelling met bewijs
 
Mary is not going to visit the theater next week.
Look at the clouds! It’s going to rain soon.

Slide 20 - Tekstslide

Wanneer gebruik je welke future tense?
To be (not) + hele ww. + -ing
  • Afspraken in de nabije toekomst waarvan tijd en/of plaats al vaststaat. 
 
 I am meeting my friend at five o’clock.
We aren't running a marathon next month. 

Slide 21 - Tekstslide

Check your understanding

On the next slides, choose and fill in the correct form of the future tenses.

Slide 22 - Tekstslide


It's rather hot in here, isn't it?
Yes, you're right. I ________ a window. (to open)

Slide 23 - Open vraag


We __________a high tea at a castle next Saturday. (to have)

Slide 24 - Open vraag


My boss is not here at the moment. He _______ you tomorrow. (to call)

Slide 25 - Open vraag


I _______ new trainers again. (not/to buy)

Slide 26 - Open vraag


She _______ this race. Look how far ahead she is!
(to win)

Slide 27 - Open vraag

More practice or explanation?
Check the Google Classroom > 'Schoolwerk' > 'Grammar theme 4'

https://classroom.google.com/u/0/w/MzgzMTA2MDgyNDcz/tc/NDc2MDk0MDc0NTQw




Slide 28 - Tekstslide