3.1 Nationaalsocialisme

3.1 Het nationaalsocialisme
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.1 Het nationaalsocialisme

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is het Interbellum?
A
1914-1918
B
1918-1933
C
1918-1939
D
1940-1945

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie stelden het Verdrag van Versailles op?

Slide 3 - Woordweb

Frankrijk, Engeland en VS
Gelijk na de Eerste Wereldoorlog werd er een nieuwe Duitse regering gevormd. Onder welke naam?
A
Het Duitse Rijk
B
Republiek van Versailles
C
Republiek van Weimar
D
Duitsland

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het Verdrag van Versailles werd afgesproken dat
A
Het Duitse leger niet meer dan 50.000 soldaten mocht hebben
B
Duitsland de helft van z'n grondgebied moest afstaan
C
Het Ruhrgebied moest vrij van Duitse soldaten zijn
D
Duitsland geen herstelbetalingen hoefde te betalen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Fransen hebben na de Eerste Wereldoorlog een stuk Duitsland bezet
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen


  • Je kunt uitleggen wat de belangrijkste ideeën van de nationaalsocialisten waren. 

  • Je kunt uitleggen op welke manier Hitler aan de macht kwam

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Waarom werd Hitler gekozen? 

  • De democratische regering had moeite met het oplossen van de economische problemen. 
  • Het verdrag van Versailles stelde veel Duitsers ontevreden.
  • Duitse burgers hadden maar weinig vertrouwen in de nieuwe regering.
  • Er was angst voor een communistische revolutie.  

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De ideeën van de nazi's 

  • Eén partij, één leider:  beslissingen worden genomen door de leider. 
  • Nationalisme: alle Duitssprekenden moesten zich samenvoegen.
  • Militarisme: het gebruik van geweld werd verheerlijkt. (SA/SD/Gestapo)
  • anticommunisme.
  • Racisme en antisemitisme: onderscheid tussen superieure en inferieure rassen. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken

Bladzijde 110-112
Maken opdracht 1-6


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen


  • Je kunt uitleggen op welke manier Hitler aan de macht kwam

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hitler wordt kanselier

  • Na de democratische verkiezingen van november 1932, waarbij de NSDAP de grootste werd, wordt het land vrijwel onbestuurbaar.
  • Andere partijen (en de president) kunnen niet meer om Hitler heen: hij wordt kanselier (minister-president). 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Rijksdagbrand




  • Een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, krijgt de schuld van de brand, hij wordt opgepakt, veroordeeld en geëxecuteerd. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Machtigingswet
  • ...de brand komt Hitler namelijk wel érg goed uit: hij kan de noodtoestand in Duitsland uitroepen (Rijksdagbrandverordening).
  • Een maand later neemt het Duitse parlement een noodwet aan, de Machtigingswet.
  • Deze wet geeft Hitler onbeperkte macht: Duitsland is een dictatuur.
  • Vrijheid van meningsuiting en persvrijheid werden afgeschaft. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken

Maken opdracht 7-9

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.1 Het nationaalsocialisme

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dat Duitsland na 1933 een totalitaire staat werd.  

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Waarom werd Hitler gekozen? 
  • De ideeën van de nazi's
  • Hitler wordt kanselier
  • Rijksdagbrand
  • Machtigingswet

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leven in nazi-Duitsland
  • Alle partijen, behalve de NSDAP, worden verboden.
  • Sommige burgerrechten worden opgeschort (o.a. briefgeheim).
  • Gelijkschakeling: iedereen moet zich houden aan de ideologie van de Nazi's.
  • Politieke tegenstanders werden opgesloten in concentratiekampen. 
  • Alle verenigingen en vakbonden kwamen in handen van de nazi's (Hitlerjugend).

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Propaganda
  • Hitler maakt graag gebruik van moderne technieken, zoals film.
  • De belangrijkste Nazi-propagandafilm is Triumph de Willens, van Leni Riefenstahl, waarin Hitler zich laat neerzetten als de leider die Duitsland weer groot zal maken.
  • Er werd gebruikt gemaakt van indoctrinatie: de nazi-ideeën waren de enige goede ideeën. 


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hitlers populariteit stijgt


  • Hitler is rond 1934 mateloos populair. Het gaat goed in Duitsland. 
  • De herstelbetalingen worden gestopt, de dienstplicht wordt weer ingevoerd. Duitsland gaat over op een oorlogseconomie door de bouw van tanks. 
  • Vrouwen werden ontslagen, waardoor er meer banen kwamen voor mannen. 
  • Het vertrouwen van Duitsland neemt toe.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken

Maken opdracht 10-13

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Video
Histoclips: Duitsland onder Hitler

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De opkomst van Hitler
Sleep de pictogrammen naar de juiste plek zodat je de opkomst van Hitler duidelijk maakt.
...
...
...
...
...
...

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dat Duitsland na 1933 een totalitaire staat werd.  

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies