Mens en gezondheid hoofdstuk 8.

Mens en gezondheid
Hoofdstuk 8: Een gezonde maaltijd samenstellen.

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 10 videos.

Onderdelen in deze les

Mens en gezondheid
Hoofdstuk 8: Een gezonde maaltijd samenstellen.

Slide 1 - Tekstslide

Doelen:
De leerling weet wat duurzame voeding is. 
De leerling weet  wat verspilling is.
De leerling oefent met het maken van een planning en het verdelen van taken voor de praktijkles.



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Duurzaam eten:
Gas, energie en water nodig voor het produceren, maken en kweken van eten.


Slide 4 - Tekstslide

Duurzaam eten:
Rekening houden met mens, dier en milieu.
Eten uit eigen omgeving: beter voor milieu, minder energie.

Slide 5 - Tekstslide

Seizoensproducten:
Wat is dat.
Waarom belangrijk.

Slide 6 - Tekstslide

Vlees en vis:
Maken van vlees en vis grote invloed op het milieu.
Wat is duurzaam vlees?
Wat zijn vleesvervangers?

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht:
Lees blz. 263 t/m 267.
Maken opdracht 8.02 (blz. 265).

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Kijkopdracht:
Bekijk video broodje hamburger met meelwormen.
Maken opdracht 8.3 (blz. 266).


Slide 10 - Tekstslide

Voedselverspilling:
Bekijk video voedselverspilling.


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Kijkopdracht:
Bekijk video buitenbeentjes.
Maken praktijkopdracht 8.6 a t/m c (blz. 270).


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Kijkopdracht:
Bekijk video tien tips tegen voedselverspilling.
Maken praktijkopdracht 8.6 d (blz. 270).


Slide 17 - Tekstslide

Voedselafdruk:
Wat is het?
Voorbeelden.
Voordelen/nadelen van deze voeding.

Slide 18 - Tekstslide

Duurzaam is....
A
Betekent dat je niet goed voor het milieu zorgt.
B
Betekent dat iets voor eeuwig en altijd is.
C
Betekent milieuvriendelijk of het besparen op grondstoffen.
D
Duurzaam zijn producten die heel duur zijn in de winkel.

Slide 19 - Quizvraag

Wat is volgens jou de juiste beschrijving van een 'seizoensproduct?
A
Seizoensproducten komen uit het buitenland.
B
Seizoensproducten zijn het hele jaar door beschikbaar.
C
Seizoensproducten zijn alleen in het juiste seizoen beschikbaar.
D
Seizoensproducten kan je niet in de supermarkt vinden.

Slide 20 - Quizvraag

Kun jij vleesvervangers opnoemen? Meer antwoorden zijn juist.
A
Eieren en vis.
B
Soya producten.
C
Chips gemaakt van groenten.
D
Sla

Slide 21 - Quizvraag

Wat is voedselverspilling?
A
Je eet je bord niet leeg
B
Je kookt teveel
C
Je gooit eten wat over de datum is weg
D
Alle 3 zijn goed

Slide 22 - Quizvraag

Je voedselafdruk wordt NIET bepaald door:
A
grond
B
water
C
dieren
D
beweging

Slide 23 - Quizvraag

Convenience food:
Wat is het?
Voorbeelden.
Voordelen/nadelen van deze voeding.

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht:
Lezen blz. 273 en 274.
Maken opdracht 8.10 (blz. 274).

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Voeding voor doelgroepen:
Baby: borstvoeding en flesvoeding, overgang naar vaste voeding.
Peuter en kleuter.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Voeding voor doelgroepen:
Sporters: koolhydraten, eiwitten en vocht.
Ouderen: eetlust en smaak minder, ondervoeding.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Voedingsgewoonten:
Bij een maaltijd nadenken over: wie, wat, wat niet en wat wel.

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht:
Lezen blz. 274 t/m 279.
Maken opdracht 8.11, 8.12, 8.13, 8.14,  8.17, 8.18 (blz. 275 t/m 283).

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Extra opdrachten:
Kies 2 opdrachten:
Praktijkopd

Slide 34 - Tekstslide

Uitleg praktijkles:
Lezen het recept.
Regels keuken.
Koppels keuken.
Bespreek een taakverdeling.

Slide 35 - Tekstslide

Koken:
Recept uitvoeren.
Eten.
Afwassen, schoonmaken en opruimen.

Slide 36 - Tekstslide

Afsluiting:
Lesevaluatie.
Vooruitblik volgende les.
Huiswerk.

Slide 37 - Tekstslide