2.2 en 2.3: Industriële rEvolutie en Sociale kwestie



 Je telefoon ligt in je zit in de tas.
Zichtbaar? Inleveren! 📵

     Ons huiswerk is klaar wanneer dit 
verwacht wordt. 

     Je laptop ligt dicht klaar op tafel.


Je schrift en pen
    liggen klaar op tafel. 📖✍











Zijn er vragen of heb je iets niet af/bij?
Laat van je horen! 🔊


Wereld GS/LE
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



 Je telefoon ligt in je zit in de tas.
Zichtbaar? Inleveren! 📵

     Ons huiswerk is klaar wanneer dit 
verwacht wordt. 

     Je laptop ligt dicht klaar op tafel.


Je schrift en pen
    liggen klaar op tafel. 📖✍











Zijn er vragen of heb je iets niet af/bij?
Laat van je horen! 🔊


Wereld GS/LE

Slide 1 - Tekstslide

2.2 De Industriële revolutie
&
2.3 De sociale kwestie
Wereld: GS/LE

Slide 2 - Tekstslide



Hoofddoel:

R6) Ik kan uitleggen wat de Industriële revolutie was en hoe dit invloed had op het even van de mensen


lknwe

Subdoelen:

• Ik kan de oorzaak van de Industriële Revolutie benoemen.
• Ik kan 3 kenmerken van het Modern Imperialisme noemen en uitleggen.
• Ik kan de werk en leefomstandigheden van de burgers in de Industriesteden benoemen en uitleggen
• Ik kan uitleggen wat de sociale kwestie is en hoe deze opgelost werd



De leerdoelen: deze les

Slide 3 - Tekstslide

Engeland industrialiseert
Engeland lukte het om door grote landbouwmachines in te zetten om zo de productie van voedsel nog meer te vergroten. Door een hogere productie aan voedsel was het niet meer nodig voor de hele bevolking om aan landbouw te doen. Mensen moesten toen een andere baan zoeken. Er kwam ook een steeds grotere behoefte aan producten zoals textiel. Mensen gingen dus aan de slag met arbeid. Eerst deden ze dit individueel, maar toen de stoommachine uitgevonden werd, ging dit werk veel sneller en werd productie overgenomen door fabrieken.  Dit noemen we industrialisatie en deze periode heet de Industriële revolutie. 
Ik kan de oorzaak van de Industriële Revolutie benoemen.
R6

Slide 4 - Tekstslide

Engeland industrialiseert
Om de industrie draaiende te kunnen houden, waren er grondstoffen nodig. Deze kwamen uit de koloniën die de landen hadden. Vervolgens verkochten ze de overschotten die ze in Europa niet nodig hadden in de koloniën. Dit noemen we afzetgebieden. Ook werden er nieuwe gebieden veroverd. Deze periode noemen we modern imperialisme

Ik kan 3 kenmerken van het Modern Imperialisme noemen en uitleggen.
R6

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Engeland industrialiseert
Drie kenmerken van modern imperialisme zijn:
  • De gebieden gebruiken om de grondstoffen vandaan te halen en als afzetmarkt om de producten weer te verkopen.
  • White savior complex: De mensen in Europa (witten) dachten zat zij superieur waren aan de mensen die in de koloniën leefden (zwarten) en wilden hen beschaving brengen.
  • De koloniën werden ook ingezet voor politieke belangen. Zo laten veel koloniën veel macht zien. 
Ik kan 3 kenmerken van het Modern Imperialisme noemen en uitleggen.
R6

Slide 7 - Tekstslide

Slechte woon en werkomstandigheden
Om te kunnen werken in de fabrieken, moesten de mensen verhuizen naar de steden. Hier waren in een korte tijd heel snel verschillende arbeidershuize gebouwd. Deze hadden vaak maar 1 of 2 kamers en er woonden meerdere families.  Er waren vaak geen toiletten of douches. Hierdoor werden veel mensen snel ziek. Ook verdienden de mensen in de fabrieken weinig, waardoor er weinig eten was. Ouders konden hun kinderen soms niet goed voeden.
Ik kan de werk en leefomstandigheden van de burgers in de Industriesteden benoemen en uitleggen
R6

Slide 8 - Tekstslide

Slechte woon en werkomstandigheden
In de fabrieken waren de omstandigheden ook niet goed. Het werken met machines kon soms erg gevaarlijk zijn en de stoffen die in de lucht hingen waren ook niet goed. Er was voor de fabriekseigenaar genoeg personeel, dus de lonen werden heel laag en als iemand ziek was werd hij/zij gewoon ontslagen ipv uitbetaald bij ziekte. Ook moesten mensen zes dagen in de week voor 16 uur per dag werken. Kinderen waren het allergoekoopste om aan het werk te hadden, waardoor er kinderarbeid ontstond. 
Ik kan de werk en leefomstandigheden van de burgers in de Industriesteden benoemen en uitleggen
R6

Slide 9 - Tekstslide

Sociale wetten 
Men kwam in opstand tegen deze omstandigheden door vakbonden op te richten. Zij streden voor betere omstandigheden van arbeiders. Al deze problemen samen noemen we de sociale kwestie. De eerste sociale wet kwam er in 1874: Het kinderwetje van van Houten. Fabriekseigenaren begonnen steeds meer in te stemmen met de ideeën, aangezien hun personeel zo niet kon leven en anders in opstand kwam. De omstandigheden werden steeds beter met behulp van de volgende wetten. 
Ik kan uitleggen wat de sociale kwestie is en hoe deze opgelost werd. 
R6

Slide 10 - Tekstslide

Sociale wetten 
  • Er kwamen hogere lonen en minder lange werkdagen.
  • Er kwamen veiligheidswetten voor in de fabrieken.
  • Er kwamen uitkeringen voor werkelozen ook door ziekte. 
  • Er kwamen betere woningen.
  • Er kwamen rioleringen. 
Ik kan uitleggen wat de sociale kwestie is en hoe deze opgelost werd. 
R6

Slide 11 - Tekstslide

Ik kan uitleggen wat de Industriële revolutie was en hoe dit invloed had op het even van de mensen

Ja
Bijna, ik kan het samen met mijn buur oplossen
Nee het lukt mij nog niet, ik wil graag meer tijd om er zelf aan te werken .
Nee het lukt nog niet, ik wil graag meer hulp

Slide 12 - Poll



Hoofddoel:

R6) Ik kan uitleggen wat de Industriële revolutie was en hoe dit invloed had op het even van de mensen


lknwe

Subdoelen:

• Ik kan de oorzaak van de Industriële Revolutie benoemen.
• Ik kan 3 kenmerken van het Modern Imperialisme noemen en uitleggen.
• Ik kan de werk en leefomstandigheden van de burgers in de Industriesteden benoemen en uitleggen
• Ik kan uitleggen wat de sociale kwestie is en hoe deze opgelost werd



De leerdoelen: deze les

Slide 13 - Tekstslide



 Waar: Tijd voor geschiedenis
-> Hoofdstuk 2
-> Paragraaf 2 en 3

 Wat: Alle opdrachten

 Wanneer: Volgende les

Hoe: Zelf in stilte of met je buurman/buurvrouw zachtjes overleggen.
Klaar? Mij bij je roepen




Zijn er vragen of heb je iets niet af/bij?
Laat van je horen! 🔊


Zelf aan de slag

Slide 14 - Tekstslide