Wondzorg

VTH Theorie 5
Wondzorg


1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

VTH Theorie 5
Wondzorg


Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen aan het einde van de les: 
  • Heb je voldoende kennis en kennishandvatten aangereikt gekregen om wonden te onderscheiden 
  • Aan het einde van de les kan je 3 classificaties van wonden benoemen volgens WCS-model
  • Kan je het TIME-model toepassen
  • Kan je de categorieën van decubitus benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wondzorg

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Kun jij een hulpmiddel benoemen voor het beoordelen van een wond?

Slide 7 - Open vraag

Inspecteren van een wond. 
  • Maak afspraken over de frequentie
  • In ieder geval bij koorts, of wanneer de wond tekenen van roodheid, zwelling of pijn vertoont, is overleg over continuering van de behandeling van belang.




Slide 8 - Tekstslide

Inspecteer de wond op:
  • Grootte, diepte en vorm
  • Geur
  • Kleur
  • Wondranden
  • Wondvocht
  • Pijn
  • Ontstekingsverschijnselen

Slide 9 - Tekstslide

WCS woundcare consultant society

stadia indeling in rood, geel zwart.
de kleuren zeggen iets over weefsels en stadia van het genezingsproces
nat - droog - vochtig

Slide 10 - Tekstslide

WCS - classificatiemodel

Slide 11 - Tekstslide

WCS-classificatie ( Het WCS Kenniscentrum Wondzorg is een stichting met een algemeen bestuur en komt voort uit de verpleegkundige vereniging Woundcare Consultant Society (WCS).

Het WCS-model is een hulpmiddel om een wond te observeren en een goede wondbehandeling te starten. Het model maakt onderscheid in drie kleuren wonden: een rode wond, een gele wond en een zwarte wond. 

Je kunt het WCS-model niet toepassen bij brandwonden en wonden die het gevolg zijn van kanker (oncologische wonden).

Slide 12 - Tekstslide

TIME
Tissue (weefsel)
- De kleur en vitaliteit van het weefsel in % (rood of geel)
- Grootte/ breedte en diepte van de wond in cm
- De locatie van de wond (benoem lichaamsdeel)
- De aanwezigheid van zwart weefsel (necrose)
Infection (infectieverschijnselen)
- De aanwezigheid van infectieverschijnselen: roodheid, warmte, zwelling, pijn, groen beslag, aparte geur, stagnatie van de wond
- Indien er sprake is van infectie: wordt er antibiotica gebruikt, zo ja welke?
Moisture (wondvocht)
De aanwezigheid en mate van wondvocht (droge, vochtige of natte wond)
Edge (wondranden en omgeving van de wond)
- De kleur en vitaliteit van de wondranden (intact/ niet intact)
- De vitaliteit van de omgeving van de de wond: droge korsterige huid, eeltvorming, verweekte huid (witte verkleuring)

Slide 13 - Tekstslide

TIME

Slide 14 - Tekstslide

TIME MODEL

Slide 15 - Tekstslide

Rode wond

Een rode wond bestaat uit granulatieweefsel en bevindt zich in de regeneratiefase. In deze fase wordt weefsel dat verloren is gegaan, vervangen door nieuw weefsel (epithelialisatie). Granulatieweefsel is vaatrijk en korrelig bindweefsel dat zich vormt op de bodem van een wond. Deze bodem is gezond.

Slide 16 - Tekstslide

Een gele wond bevindt zich in de reactiefase. Het lichaam reageert op de wond door te starten met stolling, vaatvernauwing en afsluiting van de wond. Dit ziet eruit als een gelig beslag op de wond. Vaak wordt ook exsudaat (wondvocht) gevormd, bestaande uit celresten en samengeklonterde eiwitten.

Gele wond

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Biofilm
Biofilm is een slijmerige laag van bacteriën
die zich aan het wondbed hecht, die minder gevoelig is voor antibiotica en antiseptica en die de genezing van de wond ernstig kan vertragen.

Slide 19 - Tekstslide

Zwarte wond

Een zwarte wond dankt zijn kleur aan het afgestorven weefsel (necrose/débris) waar de wond uit bestaat. Dit weefsel is een voedingsbodem voor bacteriën. De kleur kan ook bruin-grijs-gelig zijn. Er zijn twee vormen van necrose: harde necrose (korst) en natte necrose.

 

zwarte wond

Slide 20 - Tekstslide

Materialen
Een vochtig milieu, ofwel vochtige wondgenezing, doet de reactiefase en regeneratiefase sneller verlopen. Door het gebruik van moderne wondbedekkers kan men het juiste vochtige wondmilieu creëren.

Slide 21 - Tekstslide

Circulatiestoorniswonden
Ontstaan door onvoldoende zuurstofvoorziening en/of voeding van de weefselcellen. 



Voorbeelden? 

Slide 22 - Tekstslide

Decubituswonden

Slide 23 - Tekstslide

Wondzorg

Slide 24 - Tekstslide

4 stappen wondverzorging
Fase 1: verbandmateriaal verwijderen
Fase 2: wond inspecteren (TIME model)
Fase 3: wondverzorgen
Fase 4: wond verbinden

Slide 25 - Tekstslide

Er zit een rode niet wegdrukbare plek op de hiel van een cliënt. Wat doe je?
A
Katoenen sok aantrekken
B
Hiel vrij leggen dmv kussens
C
Schapenvacht er onder
D
Massage en antidecubitus crème gebruiken

Slide 26 - Quizvraag


A
Categorie 1
B
Categorie 2
C
Categorie 3
D
Categorie 4

Slide 27 - Quizvraag


A
Categorie 1
B
Categorie 2
C
Categorie 3
D
Categorie 4

Slide 28 - Quizvraag

Het risico op decubitus neemt toe als iemand koorts heeft.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 29 - Quizvraag

De goede volgorde van wondgenezing is, Bloedingsfase, ontstekingsfase(inflammatie), Regeneratiefase, rijpingsfase
A
Onjuist
B
Juist

Slide 30 - Quizvraag

Als er antidecubitus crème is voor geschreven, kan je geen decubitus krijgen.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 31 - Quizvraag

Een patiënt heeft al drie maanden een been wond die niet dicht wil gaan. De wond heeft een glans laag (biofilm). Wat zit voornamelijk in een biofilm?
A
Bacteriën
B
Schimmels
C
Huidschilfers
D
Bloed

Slide 32 - Quizvraag

Een oncologische wond is hetzelfde als een oncologisch ulcus
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Opdracht
Verdeel de groep in 3 groepjes. Ieder groepje kiest 1 van deze onderstaande soorten wonden en gaat in 15 minuten onderzoek doen naar deze wonden. 
Skin tears 
Arterieel ulcus cruris
Oncologische wond/Oncologische ulcus
Hierna leg je per groepje in maximaal 5 minuten uit aan de rest van de groep wat voor wond het is en hoe deze ontstaat. 

Slide 34 - Tekstslide