les 9 thema 2 HV2a (vr)

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop opstarten en inloggen bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeld naar mij.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop opstarten en inloggen bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeld naar mij.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Terugblik vorige les.
Uitleg laatste leerdoelen voor deze week 
Afsluiten; hoe is het deze les gegaan? (een paar vragen).
Huiswerk noteren. 

Slide 2 - Tekstslide

De leerdoelen van deze week: 
-Je kunt met de Schijf van Vijf adviezen voor een gezonde voeding geven.
-Je weet wat een gezond gewicht is en welke keuzes daaraan kunnen bijdragen.
-Je kunt mogelijke oorzaken en gevolgen van eetstoornissen noemen en enkele voorbeelden geven.
-Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.

De laatste twee doen we vandaag. Maar eerst even kijken wat je al/nog weet.

Slide 3 - Tekstslide

Welke taak kan door alle voedingsstoffen worden uitgevoerd?
A
Bouwstof
B
Brandstof
C
Reservestof
D
Beschermende stof

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van een eiwit?
A
Bouwstof
B
Brandstof
C
Reservestof
D
Beschermende stof

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van een koolhydraat?
A
Bouwstof
B
Brandstof
C
Reservestof
D
Beschermende stof

Slide 6 - Quizvraag

Jack wil van een voedingsmiddel ontdekken welke stoffen er in zitten.
Hij gebruikt joodoplossing en druppelt dit op het voedingsmiddel. De kleur van de joodoplossing wordt geel.
Welke conclusie kan hij trekken
A
Er zit eiwit in het voedingsmiddel
B
Er zit geen eiwit in het voedingsmiddel
C
Er zit zetmeel in het voedingsmiddel
D
Er zit geen zetmeel in het voedingsmiddel

Slide 7 - Quizvraag

In welke van deze organen wordt eten NIET verteerd?
A
maag
B
12vingerige darm
C
dunne darm
D
endeldarm

Slide 8 - Quizvraag

Welke vertering vindt plaats? Sleep naar de juiste plek.
Speeksel
koolhydraten
eiwitten
koolhydraten
eiwitten vetten
koolhydraten
eiwitten

Slide 9 - Sleepvraag

van mond tot kont zet in de goede volgorde
mond
slokdarm
maag
12-vingerige darm
dunne darm
dikke darm
endeldarm
anus

Slide 10 - Sleepvraag

-Je kunt mogelijke oorzaken en gevolgen van eetstoornissen noemen en enkele voorbeelden geven.
Mensen met een eetstoornis zijn de hele dag bezig met eten.
Ze maken zich zorgen over de invloed van eten op hun lichaam.
Oorzaak is vaak psychisch.

  • Anorexia nervosa
  • Boulimia nervosa
  • Eetbuistoornis (gevolg = obesitas)

Slide 11 - Tekstslide

-Je kunt mogelijke oorzaken en gevolgen van eetstoornissen noemen en enkele voorbeelden geven.
overgewicht
ondergewicht

Slide 12 - Tekstslide

Overgewicht en obesitas
Te veel vet in het lichaam opgeslagen
Meer kans op hart- en vaatziekten en diabetes
Slecht voor gewrichten

Slide 13 - Tekstslide

Ondergewicht
Te laag lichaamsgewicht
Er kan een tekort aan voedingsstoffen ontstaan

Kan komen door ondervoeding: iemand krijgt te weinig voedsel of  voedingsstoffen binnen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

-Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.
Waarom is het nodig om voedselbederf tegen te gaan?

Slide 17 - Tekstslide

-Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.
Je gaat voedselbederf tegen om een voedselvergiftiging te voorkomen. 
Wat is een voedselvergiftiging precies?

Dat hoor je in het volgende filmpje.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Conserveren is het langer houdbaar maken van verse producten
Dit doe je door de levensvoorwaarden van micro-organismen zo slecht mogelijk te maken

Slide 20 - Tekstslide

-Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.
Conserveren = behandelen zodat het minder snel bederft. Door de organismen die bederf veroorzaken te doden of te voorkomen dat ze kunnen voortplanten/groeien.

Net als mensen en dieren hebben bacteriën en schimmels nodig:
  • Een goede temperatuur om voort te planten
  • Voldoende zuurstof
  • Voldoende vocht
Daar maken we gebruik van bij conserveren van voedingsmiddelen.
Bacteriën zijn wel sterker dan wij en kunnen bij extremere omstandigheden blijven leven!

Slide 21 - Tekstslide

-Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.
  • Invriezen - bacteriën niet dood! (-20 graden)
  • Pasteuriseren - alleen schadelijke bacteriën/schimmels dood. (kort verhitten rond 72 graden)
  • Steriliseren - alle bacteriën/schimmels dood, door hoge temperatuur iets andere smaak. (verhitten 130-140 graden)
  • Vacuüm verpakken - bacteriën niet dood!
  • Gasverpakken - andere luchtsamenstelling -bacteriën niet dood
  • Drogen - vocht onttrekken, bacteriën niet dood!
  • Conserveringsmiddelen toevoegen, zoals suiker, zout, of zuur - leefomstandigheden ongunstig
  • Doorstralen met radioactieve stoffen - dood alle organismen
  • Additieven - kan conserveermiddel zijn maar ook kleurstof etc.

Slide 22 - Tekstslide

timer
5:00
Leerdoelen:
-Je kunt met de Schijf van Vijf adviezen voor een gezonde voeding geven.
-Je weet wat een gezond gewicht is en welke keuzes daaraan kunnen bijdragen.
-Je kunt mogelijke oorzaken en gevolgen van eetstoornissen noemen en enkele voorbeelden geven.
-Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.
Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen: de tekst B4 en B5 van thema 2.
-Te maken: de opdrachten van basisstof 4 en een deel van B5. 
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.   
-Je kennis van de leerdoelen te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
Eerst 5 minuten zelf in stilte, 
daarna mag je overleggen. 
Aan het eind nog 5 korte  vragen via lessonup.

Slide 23 - Tekstslide

Afsluiting,
Wat heb je geleerd deze les, kun je de volgende 5 vragen allemaal goed beantwoorden?

Zo niet gebruik dan de volgende links om extra te oefenen.

Slide 24 - Tekstslide

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 26 - Quizvraag

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 27 - Quizvraag

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 28 - Quizvraag

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Koelen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 29 - Quizvraag


Laatste vraag:
welke manier van conserveren zie je hier?
A
geen
B
luchtdicht verpakken
C
gasverpakken
D
met conserveermiddelen

Slide 30 - Quizvraag

Huiswerk.
Volgende les alles t/m B4 en een deel van B5 af (zie studiewijzer). 

Pak je tas alvast in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot je mag gaan. 
Schuif dan je stoel aan, zorg dat je plek netjes achterlaat en vergeet je mobiel niet.

Slide 31 - Tekstslide