AFPG-D-4 Ziektebeelden keel neus oor oog

Ziektebeelden
Keel, neus, oor en oog
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ziektebeelden
Keel, neus, oor en oog

Slide 1 - Tekstslide

Even oefenen
Acromegalie = 
Adenoom = 
Hyperglykemie = 
Hypothyreoïdie = 
Myxoedeem = 
Strumectomie = 

Slide 2 - Tekstslide

Even oefenen
Acromegalie = groei van de uiteinden van het lichaam
Adenoom = goedaardig gezwel van klierweefsel
Hyperglykemie = te hoge bloedglucose
Hypothyreoïdie = langzaamwerkende schildklier
Myxoedeem = onderhuidse zwelling waar je geen putjes in kunt drukken
Strumectomie = verwijderen van een deel van de schildklier

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt van ziektebeelden benoemen wat de naamsverklaring, oorzaken, symptomen, behandelingen en complicaties zijn
  • Je kunt de definitie van de medische terminologie beschrijven.

Slide 4 - Tekstslide

Ken je deze nog?
Accommoderen = 
Cerumen = 
Cornea = 
Iris = 
Retina = 
Gele vlek = 

Slide 5 - Tekstslide

Ken je deze nog?
Accommoderen = scherpstellen van de lens
Cerumen = oorsmeer
Cornea = hoornvlies
Iris = regenboogsvlies
Retina = netvlies
Gele vlek = deel van het netvlies recht achter de lens met veel kegeltjes

Slide 6 - Tekstslide

Zintuigen
  • Neus: ruiken
  • Oor: horen
  • Oog: zien
  • Evenwichtsorgaan: regelt evenwicht)

Slide 7 - Tekstslide

Oog
3 lagen:
  • Harde oogrok: stevig vlies om het oog
  • Vaatvlies: voeding en zuurstof
  • Netvlies: zet lichtprikkels om in zenuwprikkels



Slide 8 - Tekstslide

Oog
De weg van het licht:
Buiten --> hoornvlies --> voorste oogkamer --> pupil -->
achterste oogkamer --> lens --> glasachtig lichaam --> netvlies
De weg van de zenuwprikkel:
Netvlies --> oogzenuw --> hersenen


Slide 9 - Tekstslide

  1. voorste oogkamer
  2. hoornvlies
  3. pupil
  4. lens
  5. regenboogvlies
  6. straalvormig lichaam, scherp-stel-spiertje
  7. lensbandjes
  8. glasachtig lichaam
  9. oogzenuw
  10. bloedvaatjes
  11. blinde vlek
  12. gele vlek
  13. netvlies
  14. vaatvlies
  15. harde oogrok

Slide 10 - Tekstslide

Neus
Chemoreceptoren: nemen stoffen waar
Stoffen komen via de lucht in de neusholte. Deze lossen op in het waterige slijmvlies.
Ze prikkelen de haarfijne uitlopertjes van de zintuigcellen.
Deze maken impulsen die naar de hersenen gaan.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Oor
3 delen: uitwendig oor, middenoor, binnen oor.
Weg van het geluid:
Oorschelp --> uitwendige gehoorgang --> trommelvlies --> hamer --> aambeeld --> stijgbeugel --> ovale venster --> vocht in slakkenhuis --> zintuigcellen

Slide 14 - Tekstslide

  1. oorschelp
  2. uitwendige gehoorgang
  3. trommelvlies
  4. trommelholte
  5. gehoorbeentjes: hamer, aambeeld, stijgbeugel
  6. slakkenhuis
  7. halfcirkelvormige kanalen, evenwichtsorgaan
  8. ovale venster
  9. buis van Eustachius
  10. gehoorzenuw en evenwichtszenuw

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Evenwichtsorgaan
3 halfcirkelvormige kanalen die alle richten van beweging kunnen waarnemen.
Statisch evenwicht: zorgt ervoor dat je je evenwicht houdt als je stil zit of stil staat
Dynamisch evenwicht: zorgt ervoor dat je je evenwicht bewaart bij bewegingen van je hoofd en lichaam


Slide 17 - Tekstslide

Hoe komen impulsen van een zintuig in de hersenen?
A
Via bloedvaten
B
Via zenuwen
C
Via klieren
D
Via prikkels

Slide 18 - Quizvraag

Wanneer wordt je je bewust van een waarneming?
A
Als er een prikkel in je zintuig komt.
B
Als het impuls in de hersenen is verwerkt.

Slide 19 - Quizvraag

Een zorgvrager ziet erg rood. Welk zintuig kan je inzetten om te bepalen wat de tempratuur van de huid is?
A
gezichtsvermogen
B
tastzin
C
gehoor
D
reuk

Slide 20 - Quizvraag

Zintuigcellen noem je receptoren of sensoren. Elk zintuig heeft een bepaald type sensor. Welk type hoort bij warmte?
A
Chemosensoren
B
Mechanische sensoren
C
Elektromagnetische sensoren
D
Thermosensoren

Slide 21 - Quizvraag

Bijholteontsteking (sinusitis)
Ontsteking van de bijholten.
Bijholten staan in verbinding via kleine kanaaltjes met de neusholte.
Oorzaken:
  • Bacteriën, virussen, schimmels uit mondholte, neusholte, longen, ontstoken kies, tand, kaak
  • Allergie



Slide 22 - Tekstslide

Bijholteontsteking (sinusitis)
Symptomen:
  • drukpijn (vooral bij bukken), pijn (net als kiespijn), pijn tussen / achter / onder de ogen, pijn in achterhoofd
  • rood en gezwollen neusslijmvlies, verstopte neus, loopneus
  • veel neusslijm, geelgroen pus
  • koorts, rillingen, ziek gevoel, algemene malaise




Slide 23 - Tekstslide

Bijholteontsteking (sinusitis)

Slide 24 - Tekstslide

Bijholteontsteking (sinusitis)
Behandeling:
  • stoominhalatie
  • medicatie: neusdruppels bij verstopping, antibiotica, pijnstillers
  • operatie: leegzuigen holten, verbreden afvoergangetjes, endoscopische neusbijholte-operatie (functional endoscopic sinus surgery, afgekort FESS)





Slide 25 - Tekstslide

Schisis
Gespleten lip en gespleten gehemelte
  • Weefsel van de lip en/of gehemelte is niet geheel dichtgegroeid.
  • 1 of 2 baby’s op de 1000
Oorzaken:
  • erfelijk
  • als onderdeel van syndroom






Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Schisis
Symptomen, problemen met:
  • zuigen (borstvoeding) en slikken
  • spraak
  • ontwikkeling van kaak en gebit
  • gehoor









Slide 28 - Tekstslide

Schisis
Behandeling:
  • meerdere operaties
  • behandeling gehoorproblemen (KNO-arts)
  • voedingsadvies
  • logopedie voor spraak en taal








Slide 29 - Tekstslide

Glaucoom (groene staar)
Verstoring van de afvoer van het kamerwater. Dit geeft een verhoogde druk in het oog en beschadiging van de oogzenuw.
Oorzaken:
  • er is al een verhoogde oogboldruk
  • boven 40, komt in familie voor
  • Afrikaans of Aziatische afkomst
  • sterk bijziend of verziend
  • cardiovasculaire aandoeningen
  • gebruik van corticosteroïden










Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Tekstslide

Glaucoom (groene staar)
Symptomen:
  • gezichtsuitval, met name aan de randen van het gezichtsveld
  • blindheid
  • pijn in en rondom het oog
  • wazig zien
  • gekleurde ringen zien
  • misselijkheid en braken











Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Glaucoom (groene staar)
Behandeling:
  • controle oogarts
  • medicatie, oogdruppels die afvoer kamerwater verbeteren
  • laserbehandeling, gaatjes maken voor afvoer
  • microchirurgie, opening maken in kamerhoek, hol buisje











Slide 35 - Tekstslide

Cararact (grijze / grauwe staar)
Vertroebeling van de ooglens
Komt vaker voor bij : donkere ogen, veel in zonlicht, slechte voeding, roken, al eerder gehad, diabetes mellitus, glaucoom
Oorzaken:
  • geen
  • aangeboren
  • verwonding van het oog
  • bepaalde medicijnen
  • infecties








Slide 36 - Tekstslide

Cararact (grijze / grauwe staar)
Symptomen:
  • wazig zien
  • schitteringen / lichtkringen
  • dubbelzien
  • problemen met lezen
  • minder kleuren zien
Behandeling:
  • kunstlens









Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Slide 39 - Tekstslide

indeling ziektebeelden:
Leerteam 1: Tonsillitis, Bijholte ontsteking (sinusitis), Vèrziendheid en Bijziendheid, Cataract

Leerteam 2:  Neusbloeding, Neusverkoudheid, Strabismus, Entropion/Ectropion

Leerteam 3: CRS (= chronische rhinosinusitis en                                   
                              neuspoliepen), Slaapapneu, Blefaritis, Conjunctivitis
l
Leerteam 4: Otitis media, Otitis externa, Glaucoom, Keratitis

Leerteam 5: Schisis, Doofheid en Ziekte van Ménière, Ablatio retinae, Maculadegeneratie


Slide 40 - Tekstslide

Even oefenen
Hordeolum = 
Myopie = 
Otitis media = 
Entropion = 
Hypermetropie = 
Ablatio retinae = 
Cataract = 

Slide 41 - Tekstslide

Even oefenen
Hordeolum = etterige ontsteking van een klier van het ooglid
Myopie = bijziendheid
Otitis media = middenoorontsteking
Entropion = naar binnen toe gedraaid ooglid
Hypermetropie = verziendheid
Ablatio retinae = loslating van het netvlies
Cataract = vertroebeling van de ooglens

Slide 42 - Tekstslide

Vragen?
  • Ziektebeelden uitwerken, deze doorlezen
  • Woorden opzoeken in Quizlet, deze oefenen met de opties kaarten en schrijven.

Slide 43 - Tekstslide