9.1 Klimaatverandering

H9 Systeem Aarde en de mens
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

H9 Systeem Aarde en de mens

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
- Voorkennis koolstofkringloop
- Uitleg 9.1 Klimaatverandering
- Opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Voorkennis
Koolstofkringloop BINAS 93F


a. Welk proces geven de pijlen a weer?
b. Welk proces geeft pijl b weer?
c. Wat is het belang van reducenten (3) in de koolstofkringloop?
d. Welke van de genummerde organismen maakt of maken deel uit van zowel de koolstofkringloop als de stikstofkringloop?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Leerdoelen 9.1
1. Je beschrijft de grote koolstofsinks van systeem Aarde.
2. Je legt uit hoe door menselijke activiteiten de uitstoot van broeikasgassen het klimaat beïnvloedt.
3. Je legt de effecten van klimaatveranderingen op biodiversiteit uit.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Snelle koolstofkringloop
< 2000 jaar
BINAS 93F

Slide 14 - Tekstslide

BINAS 93F

Slide 15 - Tekstslide

Sink
Langzame koolstofkringloop
> 2000 jaar
Sink
Source
BINAS 93F

Slide 16 - Tekstslide

Koolstof voorraden (Sinks)
Fossiele brandstoffen
Permafrost gebieden
Oceaansediment
Kalkgesteenten

Biomassa
(Levende organismen en detritus)

Langzame koolstofkringloop


Snelle koolstofkringloop

Slide 17 - Tekstslide

Is de CO2 afgifte door de lichamen van alle mensen samen per jaar kleiner dan, ongeveer gelijk aan of groter dan het CO2 verbruik van alle producenten samen in de koolstofkringloop?
A
kleiner
B
groter
C
gelijk

Slide 18 - Quizvraag

CO2 en broeikaseffect
Het versneld vrijmaken van CO2 uit de langzame koolstof kringloop verhoogt het CO2 gehalte in de atmosfeer.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Broeikasgassen
  • CO2
  • Methaan
  • Ozon
  • N2O (lachgas)
  • Waterdamp
Hoe groter de hoeveelheid broeikasgassen hoe groter het broeikaseffect -> versterkt broeikaseffect.

Slide 21 - Tekstslide

Broeikasgassen

Het vermogen van de gassen om bij te dragen aan het broekaseffect wordt uitgedrukt in GWP (Global Warming Potential):

CO2 = 1 GWP
Methaan = 25 GWP
Ozon = 1000 GWP
N2O (lachgas) =  265 GWP

Slide 22 - Tekstslide

Methaan en broeikaseffect
Methaan (CH4) komt vrij bij de veeteelt (koeien *), landbouw, verbranden fossiele brandstoffen, afvalstortplaatsen (anaerobe afbraak), ontdooien permafrost, moerasgas.

(*) Eén Nederlandse koe stoot gemiddeld ongeveer evenveel methaan uit als de CO2 van een gemiddelde personenauto, die 15.000 km per jaar rijdt.

Slide 23 - Tekstslide

Lachgas en broeikaseffect
Lachgas (N2O) komt vrij door bacteriewerking in de oceanen en door uitspoeling van nitraat.

Slide 24 - Tekstslide

Leg uit waardoor de CO2 uitstoot bij verbranding van fossiele brandstoffen een oorzaak is van de stijging van het gemiddelde CO2 gehalte van de dampkring.

Slide 25 - Open vraag

Uit metingen blijkt dat het CO2 gehalte in de dampkring in de laatste 150 jaar met ongeveer 25% is toegenomen (van 0.028% tot 0.036%). De absolute toename van CO2 (ongeveer 500 miljard ton) is geringer dan de geschatte totale CO2 productie bij verbranding van fossiele brandstoffen in die 150 jaar.

Blijkbaar is de hoeveelheid CO2 die per dag uit de dampkring verdwijnt, ook gestegen. Bekijk Binas 93F, door welke twee processen verdwijnt CO2 uit de dampkring?

Slide 26 - Open vraag

Huiswerk
Maken 9.1 opdrachten bij leerdoelen 1 t/m 3

Slide 27 - Tekstslide