Proefles geschiedenis basisscholen ENDA TOLJ

Introductie Geschiedenis
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Introductie Geschiedenis

Slide 1 - Tekstslide

Leer- & lesdoelen
Na deze les kun je
  • Uitleggen wat 'geschiedenis' als schoolvak inhoudt en wat het belang van dit vak is 
  • Uitleggen wat een Griekse stadstaat is
  • Benoemen wat de onderdelen zijn van een Griekse stadstaat



Slide 2 - Tekstslide

Waaraan denk je bij het begrip
'Geschiedenis' ?

Slide 3 - Woordweb

1.- Hoe komen we zaken (uit het verleden) te weten?
2.- Hoe weten we of die zaken betrouwbaar zijn?

Slide 4 - Open vraag

Waarom bestaat het vak 'Geschiedenis' eigenlijk ?

Slide 5 - Open vraag

Waarom geschiedenis?
Geschiedenis =
1.- Onderzoeken doen naar of leren over het verleden
2.- Het heden, de wereld om ons heen, beter begrijpen

Heden begrijpen
Je gaat proberen om wat nu gebeurd beter te kunnen begrijpen
Kritisch nadenken
Je gaat een mening vormen over onderwerpen en deze uitleggen met argumenten
Onderzoeken
Met bronnen ga je meer informatie zoeken over onderwerpen uit het verleden

Slide 6 - Tekstslide

10 tijdvakken + boekje vouwen

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeldles : De 'Oude Grieken'
Van 800 v. Chr. tot 150 v. Chr.

Slide 8 - Tekstslide

Waar op de kaart ligt Griekenland?

Slide 9 - Sleepvraag

Griekse stadstaat ( Polis )
Griekenland is niet één land, maar bestaat uit verschillende stadstaten. Elke stadstaat heeft een eigen regering met een leger. 
Een soort mini land. Het bestaat uit een stad met daar omheen platteland.
Een regering is een persoon of een groep mensen dat de macht heeft over de rest van de inwoners. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Acropolis
De acropolis (hoge stad) was het middelpunt van de stad. Het was een versterkte heuvel.
Tempel
De tempel was voor de Grieken erg belangrijk. Net als de Egyptenaren dachten de Grieken dat de goden invloed hadden op het dagelijks leven en ze moesten dus tevreden gehouden worden.
Agora
De agora was het marktplein. Hier konden burgers elkaar ontmoeten om te praten over het bestuur en konden de handelaren handelen.
Stad
Om de acropolis groeide vaak een stad. Door de handel en veiligheid kwamen veel mensen hier wonen.
Platteland
Veel mensen woonden in de stad, maar de meeste mensen waren toch nog boer en woonden op het platteland.
Haven
De Grieken waren handelaren. Veel handel gebeurde over zee en bijna elke stad had dan ook een haven.
Stadsmuur
In de tijd van de Grieken werd veel oorlog gevoerd. Veel steden bouwden dus een stadsmuur om de stad en burgers te beschermen.
Een Griekse polis

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Kaart

Filmpje
De Grieken

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Sleep de onderdelen van de polis naar de juiste plek
Acropolis
Agora
Platteland
Haven
Stadsmuur
Stad
Tempel

Slide 17 - Sleepvraag

Hoe heet de heuvel/berg waarop een stadstaat is gebouwd?
A
Adonis
B
Algarve
C
Aorta
D
Akropolis

Slide 18 - Quizvraag

Waarom heeft elke Griekse stadstaat een tempel op de Akropolis staan?
A
Hier werden al het eten voor de stadstaat bewaard
B
Hier werd de belangrijkste God van de stadstaat geëerd
C
Dit was een plek om je in terug te trekken bij gevaar
D
Het was hier lekker warm voor in de winter

Slide 19 - Quizvraag

De Griekse tempels zijn heel erg kleurrijk. Toch kennen wij de tempels alleen maar in een witte kleur. Hoe komt dit denk je?

Slide 20 - Open vraag

Waarom is de 'Agora' een belangrijke plek in de Griekse stadstaat ?
A
Hier wordt veel voedsel verbouwd
B
Hier wordt gesproken over het bestuur
C
Hier wordt gehandeld
D
Hier wonen belangrijke bestuurders

Slide 21 - Quizvraag

Resumé 
1.- Wat hebben we geleerd?
2.- Wat is het belang van Geschiedenis ?
3.- Wat heeft Geschiedenis met jou te maken?
4.- Wat is het verschil tussen Geschiedenis als 'wetenschap' en Geschiedenis als 'schoolvak'?

Slide 22 - Tekstslide

Tot volgende week
1.- Doe je best 
2.- Zorg ervoor dat je je zaken op orde houdt
3.- Houd je kamer netjes en gestructureerd

4.- Denk vooruit

Slide 23 - Tekstslide