Smartphones - stellingen en argumenten

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Smartphones 

havo 3

Vandaag:

- Oefen je met het bedenken van argumenten voor een stelling.

- Oefen je met het verdedigen van een stelling. 

Hoe oud was jij toen je je eerste smartphone kreeg?

Hoeveel uur per dag zit jij op je telefoon?

Zie jij jouw telefoongebruik als een verslaving? Waarom wel/niet?

Opdracht bij het filmpje:

- Formuleer drie stellingen over de onderwerpen die besproken worden. Schrijf de stellingen op in je schrift. 

Voorbeeld: TikTok moet verboden worden voor jongeren.

Kies de stelling waar jij graag over zou willen discussiëren. Schrijf die stelling hier op.

Opdracht 1 (10 min.):

- Je docent verdeelt de klas in viertallen. 

- Per viertal gebruik je één stelling.

- In tweetallen: bedenk twee argumenten vóór en twee argumenten tegen de stelling.

- Schrijf bij de argumenten tegen de stelling ook  een weerlegging op. 

Opdracht 2 (10 min.):

- Beslis binnen je groepje welk tweetal voor de stelling is en welk tweetal tegen de stelling is. 

- Ga met elkaar in gesprek. Presenteer eerst om de beurt jullie eerste argument. Reageer op elkaars argumenten. Presenteer vervolgens het tweede argument. Probeer elkaar te overtuigen en de argumenten van de ander te weerleggen. 

Hoe verliep de discussie? Wat zou je de volgende keer anders doen?