Hoofdstuk 1 - paragraaf 2 - les 2 - Inzoomen op Calgary

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Inzoomen op Calgary

Hoofdstuk 1 | Paragraaf 2

Wat hebben we gedaan?

Leerdoelen paragraaf 2

Aan het einde van deze paragraaf:

1. Je weet wat de verschillen tussen het stadscentrum en de buitenwijken zijn.
2. Je weet wat het verschil is tussen in- en uitzoomen
3. Je kunt benoemen wat de vijf schaalniveaus zijn
4. Je weet wat een plattegrond is 

Het stadcentrum: hoogbouw

Het stadcentrum: hoogbouw

Kenmerken stadscentrum Calgary:

- wolkenkrabbers

- lange en rechte straten 

        - noord-zuid: ‘Street’

        - oost-west: ‘Avenue’

Een kaart van een wijk of stad met alle straten erop, noem je een plattegrond.

Google

De buitenwijken: laagbouw

Buitenwijken: laagbouw

Kenmerken woonwijken buiten centrum:

      - laagbouw

      - vrijstaande huizen

      - slingerende straten

      - wijken nemen veel ruimte in

Google

Schaalniveaus

Google

Wat zie je hier?

1. Op de foto zie je een winkelstraat in het centrum van Calgary. De gebouwen staan hier dicht op elkaar en er is veel hoogbouw
2. Op de foto zie je een winkelstraat in het centrum van Calgary. De gebouwen staan ver uit elkaar en er is veel laagbouw
3. Op de foto zie je een woonwijk buiten het stadscentrum Calgary. Je vindt hier vooral laagbouw en de huizen staan ver uit elkaar.
4. Op de foto zie je een woonwijk buiten het stadscentrum Calgary. Je vindt hier vooral hoogbouw en de huizen staan dicht op elkaar

Wat zie je hier?

1. Op de foto zie je een winkelstraat in het centrum van Calgary. De gebouwen staan hier dicht op elkaar en er is veel hoogbouw
2. Op de foto zie je een winkelstraat in het centrum van Calgary. De gebouwen staan ver uit elkaar en er is veel laagbouw
3. Op de foto zie je een woonwijk buiten het stadscentrum Calgary. Je vindt hier vooral laagbouw en de huizen staan ver uit elkaar.
4. Op de foto zie je een woonwijk buiten het stadscentrum Calgary. Je vindt hier vooral hoogbouw en de huizen staan dicht op elkaar

Sleep de woorden naar de juiste plek

Bij                                         ga je van een groot gebied naar een kleiner gebied.

Bij                                         ga je van een klein gebied naar een groter gebied.

Uitzoomen

Inzoomen

Welk schaalniveau wordt hier afgebeeld?

1. Lokale schaal
2. Regionale schaal
3. Nationale schaal
4. Continentale schaal

Welk schaalniveau wordt hier afgebeeld?

1. mondiale schaal
2. Regionale schaal
3. Nationale schaal
4. Continentale schaal

Welk schaalniveau wordt hier afgebeeld?

1. Lokale schaal
2. Regionale schaal
3. Nationale schaal
4. Continentale schaal

Welk schaalniveau wordt hier afgebeeld?

1. Lokale schaal
2. Regionale schaal
3. Nationale schaal
4. Continentale schaal

Welk schaalniveau wordt hier afgebeeld?

1. Lokale schaal
2. Regionale schaal
3. Nationale schaal
4. Continentale schaal

Aan de slag:

Inloggen via Learnbeat

Mavo:

Maken 1.2 Opdr. 1 t/m 6

Havo:

Maken 1.2 Opdr. 1 t/m 7