Clase 24. Unidad 6. Gramática

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

¡Bienvenidos chicos y chicas!

Martes , 2 de marzo de 2021

¿A dónde vas?

¿Qué vamos a hacer hoy?

1. Somtoday.
   
2. Objetivos unidad 6
   
3. Repasamos. Verbos regulares -AR/-ER/-IR
4. Seguimos con la unidad 6. Gramática
   
5. ¡A trabajar!
6. Final de la clase. ¿Qué hemos aprendido hoy?
   

Aan het einde van dit hoofdstuk:

-   ik kan een omgeving omschrijven met zijn winkels en gebouwen.
-   ik kan aangeven welke beroepen bij welke werkplek horen.
-   ik kan in de gebiedende wijs praten.
-   ik kan praten over het vervoer en transport.

Verbos regulares

Unidad 6 Gramática

1. De presente van onregelmatige werkwoorden

2. El imperativo (Gebiedende wijs) 

Presente van onregelmatige werkwoorden

	Cerr ar	Ir
yo	c ie rro	voy
tú	c ie rras	vas
él/ella/usted	c ie rra	va
nosotros/as	cerramos	vamos
vosotros/as	cerráis	vais
ellos/ellas	c ie rran	van

Presente van onregelmatige werkwoorden

	Ven ir	Hac er
yo	ven g o	ha g o
tú	v ie nes	haces
él/ella/usted	v ie ne	hace
nosotros/as	venimos	hacemos
vosotros/as	venís	hacéis
ellos/ellas	v ie nen	hacen

Presente van onregelmatige werkwoorden

	Jug ar	Dorm ir
yo	j ue go	d ue rmo
tú	j ue gas	d ue rmes
él/ella/usted	j ue ga	d ue rme
nosotros/as	jugamos	dormimos
vosotros/as	jugáis	dormís
ellos/ellas	j ue gan	d ue rmen

María                                       Pedro

 "Voy a casa de Pedro"    IR+A 

María                                     Pedro

"Vengo de casa de Pedro"  VENIR+DE

 

El imperativo (gebiedende wijs)

• Advies te geven.

• Aanwijzingen te geven.

• Een verzoek te doen.

• Een bevel te geven.

• Uit te nodigen.

• Toesteming te geven.

Tú

Imperativo

Imperativo: hablar (tú)

1. habla
2. hablas
3. hablo
4. hablamos

Imperativo (tú)
comer

1. como
2. come
3. coma
4. comu

Imperativo (tú)
vivir

1. vivo
2. vivi
3. vive
4. vives

El imperativo (gebiedende wijs)

• Advies te geven.

• Aanwijzingen te geven.

• Een verzoek te doen.

• Een bevel te geven.

• Uit te nodigen.

• Toestemming te geven.

Vosotros

Imperativo

Imperativo: cambiar (vosotros)

1. cambian
2. cambias
3. cambiad
4. cambiamos

Imperativo (vosotros)
escribir

1. escrito
2. escribed
3. escribi
4. escribid

Imperativo (vosotros)
vivir

1. vivid
2. vivi
3. vive
4. vivad

El imperativo (gebiedende wijs)

• Advies te geven.

• Aanwijzingen te geven.

• Een verzoek te doen.

• Een bevel te geven.

• Uit te nodigen.

• Toesteming te geven.

         Onregelmatige werkwoorden (jij-vorm)

In de jullie vorm van de imperativo vervangen we de R van het hele werkwoord (bijv. comeR) met een

1. D
2. T
3. A
4. E

Verplichte opdrachten:
TB Unidad 6. GRAMÁTICA

Si terminas/Als je klaar bent?

Vocabulario unidad 6

Frases claves unidad 6

Onregelmatige werkwoorden leren (zie schema werkwoorden op Its)

Optionele opdrachten:

(verdieping / verbreding)

WB Unidad 6. GRAMÁTICA

 Opdr. 1 t/m 9

Deberes para la próxima clase...

Verplichte opdrachten:

Unidad 6. TB. Actividades Gramática

Optionele opdrachten:

(verdieping / verbreding)

Unidad 6. WB Actividades Vocabulario.

Opdracht 1 t/m 9

Leer ook:

Vocabulario unidad 6 en frases claves unidad 6

Onregelmatige werkwoorden (Zie Its learning)

Na deze les, 

wil ik...

de uitleg nog 1 keer horen

meer voorbeelden krijgen

meer oefeningen maken

de leerstof thuis nog even bekijken

overgaan naar nieuwe leerstof

nog meer te weten komen over de leerstof

niet meer te weten komen over de leerstof

nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Nog iets anders, namelijk...

¿Cómo has trabajado hoy en clase?

😒🙁😐🙂😃

En la próxima clase...

Seguimos con la unidad 6...

¡Muchas gracias y hasta el miércoles!

0