week 39 les 3 Herhalen pv tt en pv vt - nakijken 3 en 4 - herhalen vdw en geb w

- Herhalen ww-spelling 
- Nakijken opdracht 3 en 4 
- Uitleg spelling volt. dw. en gebiedende wijs
- Huiswerk: opdracht 5 - 7 + dictee
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

- Herhalen ww-spelling 
- Nakijken opdracht 3 en 4 
- Uitleg spelling volt. dw. en gebiedende wijs
- Huiswerk: opdracht 5 - 7 + dictee

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige en verleden tijd zetten.

Je kunt het voltooid deelwoord op een goede manier vervoegen.

Je weet wat de gebiedende wijs is en welke invloed dit heeft op de spelling van werkwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

Bij welke werkwoordsvorm gebruik je 't kofschip-x?

Slide 3 - Open vraag

Wat is de stam van verhuizen?

Slide 4 - Open vraag

Vervoeg 'worden' op de juiste manier:
Misschien (worden) je wel miljonair!
A
wort
B
word
C
wordt

Slide 5 - Quizvraag

Vervoeg 'worden' op de juiste manier:
Timon (worden) steeds langer.
A
wort
B
word
C
wordt

Slide 6 - Quizvraag

Vervoeg 'worden' op de juiste manier:
(worden) toch eens volwassen!
A
wort
B
word
C
wordt

Slide 7 - Quizvraag

Nakijken opdracht 3 (blz. 28)

  • a beantwoordt
  • b verblind
  • c vertelt
  • d branden
  • e behelst
  • f wordt
  • g leidt
  • h broeden
  • i sneeuwt
  • j draaft

Slide 8 - Tekstslide

Nakijken opdracht 4 (blz. 28)

  • a blies
  • b floste (ik-vorm + te = flos + te)
  • c troostte (ik-vorm + te = troost + te)
  • d glansde (ik-vorm + de (glanz) = glans + de)
  • e kleedde (ik-vorm + de = kleed + de)
  • f klom
  • g reisde (ik-vorm + de (reiz) = reis + de)
  • h plantte (ik-vorm + te = plant + te)
  • i traden
  • j promootten (ik-vorm + te = promoot + ten)

Slide 9 - Tekstslide

Welke spellingregels gebruik je bij het voltooid deelwoord?

Slide 10 - Open vraag

Spelling voltooid deelwoord

Twee manieren om erachter te komen hoe je dit goed spelt:

- Maak het woord langer

De boterham is ........... (smeren) - smeerde - gesmeerd

De discussie was ......... (verhitten)  - verhitte - verhit


- Gebruik bij twijfel 't kofschip-x (zoek de stam en kijk naar de laatste letter)

 Het gezin is ......... ......(verhuizen) - verhuiz -  verhuisde


Let op! Een aantal voltooid deelwoorden eindigt op -en.


Slide 11 - Tekstslide

Vul het juiste voltooid deelwoord in:
Wij juichten, want Feyenoord had een doelpunt ............ (scoren)!

Slide 12 - Open vraag

Vul het juiste voltooid deelwoord in:
Wie heeft er deze heerlijke kip ......... (braden)?

Slide 13 - Open vraag

Vul het juiste voltooid deelwoord in:
Meneer Van Noordenne is altijd in een trainingspak ........... (kleden).

Slide 14 - Open vraag

Gebiedende wijs

Als een zin de gebiedende wijs staat, zie je vaak een bevel of aansporing staan. Deze zinnen missen een onderwerp.


Word toch eens volwassen!

Raap je speelgoed op.

Breng de pasta aan de kook.


Je noteert in dit geval altijd de ik-vorm van een werkwoord.


Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk

- Opdracht 5 - 7 van Spelling H1

- Dictee (laatste tien minuten)




Slide 16 - Tekstslide

Dictee Spelling H1 - 2 hv

1 Omdat Max de eerste plek had behaald, kreeg hij de gouden medaille.

2 Het tijdschrift waar ik al jaren abonnee van ben, is pas failliet verklaard.

3 Houd je mond, anders ontstaat er wellicht commotie!

4 Behendig leidt de dierenarts de dromedaris naar zijn weide.

5 Een portefeuille is hetzelfde als een portemonnee.






Slide 17 - Tekstslide

Dictee Spelling H1 - 2 hv

6 De aanwezigen praatten vanmorgen van enthousiasme door elkaar.

7 Bij de commissie die de kas beheert, is een anoniem waarschuwingsbriefje bezorgd.

8 Vroeger lustte ik alleen mayonaise die gemaakt was met olijfolie.

9 Tijdens de barbecue serveerde de gastvrouw ook schijfjes ananas.

10 Mijn beste kameraad lijkt soms wel immuun voor kritiek.








Slide 18 - Tekstslide