hfdst. 4 De rol van de overheid

hfdst. 4 De rol van de overheid
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

hfdst. 4 De rol van de overheid

Slide 1 - Tekstslide

Vrijheid van meningsuiting

Slide 2 - Tekstslide

Persvrijheid en censuur
  • Recht
  • Nederland
  • Grenzen

  • Censuur
  • Tegenovergestelde persvrijheid
  • Overheid --> belangrijke rol


Slide 3 - Tekstslide

4.1 Vrijheid van meningsuiting

Vier uitzonderingen op de vrijheid van meningsuiting:
• Aanzetten tot haat of discrimineren
• Geen informatie verspreiden die aanstootgevend zijn
• Geen onwaarheden verspreiden
• Geen opruiende uitspraken doen
Opruiend: mensen aanzetten tot haat of geweld.

Alleen een rechter mag achteraf bepalen of de media iets wel of niet hadden mogen zeggen of schrijven.

Slide 4 - Tekstslide

4.2 Betrouwbaarheid en pluriformiteit

                                                     Pluriform media-aanbod

Pluriformiteit: er bestaan veel verschillende media, waarin veel verschillende meningen aan bod komen.
De overheid reguleert een deel van de media om voor pluriformiteit te zorgen.
Reguleren: de overheid stelt regels op waar dit deel van de media zich aan moet houden.

Slide 5 - Tekstslide

Publieke omroepen
  • Geld van overheid(belastingen/reclame)
  • Mediawet: verschillende soorten programma's en verschillende doelgroepen(meer pluriformiteit
  • Voorbeeld: NOS, BNN Vara, VPRO, Avro Tros. 

Slide 6 - Tekstslide

4.2 Betrouwbaarheid en pluriformiteit

Belangrijkste regels mediawet:
  • Vereniging(geen commercieel bedrijf)
  • Eigen identiteit
  • Minimaal 50.000 betalende leden 
  • Geld van overheid(geen sluikreclame) 
  • Beperkte reclame
  • Volledig programma
Commercieel bedrijf: winst als doel
Identiteit: speciale kenmerken-> niet bij andere omroepen

Slide 7 - Tekstslide

Overheid reguleert de media
De overheid heeft regels waaraan een deel van de media zich moet houden. Dit moet ervoor zorgen dat er genoeg pluriformiteit in de media(publieke omroep) is.

Slide 8 - Tekstslide

kritiek 
Sommige politieke partijen vinden dat de publieke omroep teveel amusement uitzend en teveel geld kost. 
Ze willen één publieke omroep die alleen informatieve/culturele programma's maakt. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

4.3 Reclame

Reclame- boodschappen die bedrijven verspreiden om hun producten te verkopen.
  • Zorgen voor bepaald imago
  • Gericht op doelgroepen

Imago: een beeld dat je bij dat product in je hoofd hebt
Doelgroepen: mensen die de producten kopen

Slide 11 - Tekstslide

imago
Het imago is het beeld dat je bij een product in je hoofd hebt. 

Bedrijven doen er alles aan om een goed imago te hebben. Vaak via reclame. 
Profvoetballers mogen niet vaak chips eten. Wel maken ze er reclame voor, want dat is beter voor het imago dan de andere foto. 

Slide 12 - Tekstslide

internetreclame
Op het internet wordt via data bijgehouden wat jij leuk vindt. Je krijgt dus reclame speciaal op jou gericht. 

Influencers maken ook vaak reclame voor een product. Ze moeten dit wel altijd erbij vertellen! Ze verdienen hier geld aan. 

Slide 13 - Tekstslide

geld verdienen 
social influencers zijn mensen die veel volgers hebben op sociale media. 

Ze verdienen geld via reclame. 

Slide 14 - Tekstslide

regels voor reclame 
In de Nederlandse reclame code staan de regels voor reclame. Extra regels voor reclame voor kinderen. Bijvoorbeeld geen sigaretten en alcohol. 
Het moet ook duidelijk zijn dat iets reclame is. 

Slide 15 - Tekstslide

4.3 Reclame

Sluikreclame- stiekem reclame maken
Product placement: bedrijven zorgen ervoor dat hun product te zien is in een tv-programma.
Advertorials: een reclameboodschap die lijkt op een artikel in een krant of tijdschrift.

Slide 16 - Tekstslide