VU 10 - herhaling H3

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4,5

Verdienen & Uitgeven

Economie - Havo 5

Lesdoelen

- Herhaling lesstof H3

Terugblik

Huiswerk was:

Basis: 3.13, 3.14, 3.17 t/m 3.19

Intensief: 3.13 t/m 3.19

Plus en compact: 3.13, 3.17, 3.19

Herhaling lesstof H3

• Een aantal interactieve vragen om de kennis weer op te halen.

Mechanisering en automatisering hebben tot gevolg dat de arbeidsproductiviteit stijgt.

1. Juist
2. Onjuist

Mechanisering en automatisering hebben tot gevolg dat de arbeidsproductiviteit stijgt.

Juist, bij mechanisering en automatisering wordt arbeid vervangen door kapitaal, waardoor de productie per werknemer gaat stijgen.

De hoogte van de productie van een land in een jaar wordt bepaald door:

1. productiecapaciteit
2. productiecapaciteit en bestedingen
3. bestedingen

De hoogte van de productie van een land in een jaar wordt bepaald door

Aanbod: productiecapaciteit

Vraag: bestedingen

De groei van de productie op korte termijn kan op en neer gaan door de

1. bestedingen
2. arbeidsproductiviteit
3. export
4. import

De groei van de productie op korte termijn kan op en neer gaan door de

Korte termijn wordt bepaald door de vraagkant van de economie: bestedingen

De groei van de productie op lange termijn wordt bepaald door

1. aanbodfactoren, zoals arbeidsproductiviteit
2. aanbodfactoren, zoals de bestedingen
3. vraagfactoren, zoals de arbeidsproductiviteit
4. vraagfactoren, zoals de bestedingen

De groei van de productie op lange termijn wordt bepaald door

Lange termijn = aanbodkant  van de economie = arbeidsproductiviteit

In 2008 was er laagconjunctuur.

1. Juist
2. Onjuist

In 2008 was er laagconjunctuur.

Onjuist, want groei BBP.

In 2012 was de groei van de bestedingen laag.

1. Juist
2. Onjuist

In 2012 was de groei van de bestedingen laag.

Juist, want minder minder dan 0% = krimp.

In 2017 en 2018 was er hoogconjunctuur.

1. Juist
2. Onjuist

In 2017 en 2018 was er hoogconjunctuur.

Juist, want ruime groei.

Bereken de economische groei of krimp in procenten tussen 2016 en 2018

1. -2,3%
2. -2,1%
3. +4%
4. +8%

Bereken de economische groei of krimp in procenten tussen 2016 en 2018

Procentuele verandering = (nieuw-oud) / oud x 100%

(108-110,3) / 110,3 x 100% = 

Voor een pomphouder behoort benzine tot de productiefactor kapitaal.

1. Juist
2. Onjuist

Voor een pomphouder behoort benzine tot de productiefactor kapitaal.

Onjuist, benzine is het product wat hij verkoopt. De pomp behoort tot het kapitaal.

Als de (beroeps)bevolking meer geschoold wordt/het opleidingsniveau hoger wordt spreken we van investeren in

1. Automatisering
2. Kapitaal
3. Menselijk kapitaal
4. Innovaties

De vergrijzing van de bevolking tast het aanbod van arbeid aan. Dit kan niet opgelost worden door:

1. Verlaging van de immigratie
2. Verhoging van het arbeidsaanbod
3. Verhoging van de pensioenleeftijd
4. Investeren in opleidingen

Nieuwe of betere productieprocessen noemen we:

1. Innovaties
2. Conjunctuur
3. Productiefactoren
4. Menselijk kapitaal

De verlenging van de leerplicht heeft alleen invloed op kwantiteit van arbeid.

1. Juist
2. Onjuist

Zelfstandig werken

Huiswerk is:

Alle leerlijnen: Maken opdracht 3.20 t/m 3.27

Evaluatie

Herhaling H3