6V Beco Formatieve toets periode 3 uitwerkingen

Formatieve toets per. 3
  • Maken tijdens week 6, maximaal 30 minuten
  • Deze toets geeft een indicatie van je beheersing van de stof t/m week 5
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Formatieve toets per. 3
  • Maken tijdens week 6, maximaal 30 minuten
  • Deze toets geeft een indicatie van je beheersing van de stof t/m week 5

Slide 1 - Tekstslide

1. Bij de terugverdienperiode kijken we naar de investering ...(1) BTW. Bij de NCW methode kijken we naar de investering ...(2) BTW
A
1 exclusief 2 exclusief
B
1 exclusief 2 inclusief
C
1 inclusief 2 exclusief
D
1 inclusief 2 inclusief

Slide 2 - Quizvraag

2. De benodigde investering voor een bepaald project is € 850.000,-. Aan het einde van het 1e jaar wordt een positieve kasstroom verwacht van € 200.000,-. De 3 jaren erna van € 350.000,-. Wat is de terugverdientijd?
A
2 jaar en 9 maanden
B
2 jaar en 10 maanden
C
2 jaar en 11 maanden
D
3 jaar

Slide 3 - Quizvraag

3. Een machine heeft een benodigde investering van € 400.000,-. De restwaarde na 4 jaar bedraagt € 80.000,-. De komende 4 jaar wordt een nettowinst verwacht van € 20.000,-. Het interestpercentage is 5%.
Bereken de Netto Contante Waarde van de investering.

Slide 4 - Open vraag

3. Een machine heeft een benodigde investering van € 400.000,-. De restwaarde na 4 jaar bedraagt € 80.000,-. De komende 4 jaar wordt een nettowinst verwacht van € 20.000,-. Het interestpercentage is 5%.
Bereken de Netto Contante Waarde van de investering.
A
€ 420.411,25
B
€ 21.513,25
C
€ 20.411,25
D
€ 19.567,25

Slide 5 - Quizvraag

4. VA 3,2; VLA 2,6; LM 1,2 ( alle in miljoenen )
EV 3,0; LVV 2,5; KVV 1,5 ( alle in miljoenen )
De waarde van de voorraad bedraagt 0,8 miljoen
Hoe groot is de Quick Ratio?
A
1,2
B
1,5
C
1,7
D
2,0

Slide 6 - Quizvraag

5. De Current Ratio van een onderneming is 3,2. Op dat moment doet de onderneming een aandelenemissie. De aandeelhouders betalen per bank. De Current Ratio zal ...
A
dalen
B
gelijkblijven
C
stijgen

Slide 7 - Quizvraag

6. De Current Ratio van een onderneming is 3,2. Op dat moment betaalt de onderneming enkele crediteuren per kas. De Current Ratio zal ...
A
dalen
B
gelijkblijven
C
stijgen

Slide 8 - Quizvraag

7. Een startende onderneming heeft een vermogensbehoefte van € 150.000,-. De bank is bereid geld uit te lenen als de solvabiliteit volgens EV / VV x 100% minimaal 60% is.
Hoeveel moeten de eigenaren zelf inbrengen?

Slide 9 - Open vraag

7. Een startende onderneming heeft een vermogensbehoefte van € 150.000,-. De bank is bereid geld uit te lenen als de solvabiliteit volgens EV / VV x 100% minimaal 60% is.
Hoeveel moeten de eigenaren zelf inbrengen?
A
€ 93.750
B
€ 56.250
C
€ 92.670
D
€ 55.125

Slide 10 - Quizvraag

8. Obligatielening tegen 6% 1/1 /2020 € 200.000,-. Aflossing 1/5/2020 € 20.000,- Obligatielening 31/12/2020 € 180.000,-.
Interestkosten 2020?
A
€ 10.800
B
€ 11.200
C
€ 11.400
D
€ 12.000

Slide 11 - Quizvraag

9. EV 1/1 4,5; EV 31/12 4,8; VV 1/1 6,2; VV 31/12 6,4 ( in miljoenen )
Nettowinst na 20% belasting 1,2; Interest 0,6 ( in miljoenen )
Bereken de RTVvb
A
19,5%
B
17,3%
C
18,3%
D
19,2%

Slide 12 - Quizvraag

9. EV 1/1 4,5; EV 31/12 4,8; VV 1/1 6,2; VV 31/12 6,4 ( in miljoenen )
Nettowinst na 20% belasting 1,2; Interest 0,6 ( in miljoenen )
Bereken de RTVvb

Slide 13 - Open vraag

EINDE TOETS
Omschrijf hieronder hoe je denkt dat je de toets gemaakt hebt? Motiveer!

Slide 14 - Open vraag