Thema 8 les 3 deel 2 D&Z A

Vandaaaaaaag:

- Journaal
- Verslaving 
- Start Thema 9 Genieten
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Vandaaaaaaag:

- Journaal
- Verslaving 
- Start Thema 9 Genieten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

   Weten jullie het nog?
                              
- Genotsmiddelen
 -Verslaving aan: middelen of aan gedrag 
- Dopamine

Slide 3 - Tekstslide

Maken opdracht 2 (246)

5 minuten

Slide 4 - Tekstslide

Middel
Gedrag
Drank
Gamen
Drugs
Telefoon
Online kleren kopen
Gokken
Chocola

Slide 5 - Sleepvraag

Je bent al verslaafd als je 1 keer cocaïne gebuikt.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Het is strafbaar om te gaan rijden onder invloed van hasj of wiet
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Waar! 
Het reactievermogen zal langzamer zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Kinderen van verslaafde ouders hebben een grotere kans om ook verslaafd te raken
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Hoelang duurt het ongeveer voordat één standaardglas alcoholhoudende drank is afgebroken?
A
een half uur
B
1 uur
C
anderhalf uur
D
een kwartier

Slide 10 - Quizvraag

Als je jong begint met alcohol drinken, heb je eerder kans om als volwassene verslaafd te raken
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Wat is alcoholvergiftiging?
A
Zoveel alcohol drinken dat je niet meer kan ademhalen en bewusteloos raakt.
B
Als je dronken bent.
C
Zoveel alcohol drinken dat je een bloedneus krijgt.
D
Als je moet braken.

Slide 12 - Quizvraag

Wat gebeurt er met je lichaam bij een verslaving aan:


- telefoongebruik

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Ga naar instellingen en bekijk je schermtijd



Hoe lang zit jij per dag op je telefoon?

Slide 15 - Tekstslide

Wat betekent volgens jou:
gelukkig zijn?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Tekstslide

Gebeurtenissen, verplichtingen en problemen kunnen veel stress veroorzaken. 
Als je het moeilijk vind om met stress om te gaan kun je overspannen raken.

Je krijgt de volgende klachten: moeheid, slaapproblemen, prikkelbaarheid, piekeren, concentratie- en geheugenproblemen.
langer dan 6 maanden kan burn-out betekenen

Slide 18 - Tekstslide

Depressie 

Ben je langer dan 2 weken somber en heb je nergens zin in. 

je stemming verandert snel (opeens boos, verdrietig, vrolijk)
heel veel of juist heel weinig zin in eten
heel moe zijn, lusteloos
je waardeloos voelen, een leeg gevoel
niet goed kunnen slapen of juist veel slapen
je slecht kunnen concentreren
hoofdpijn, buikpijn
het gevoel hebben niet meer te willen leven

Slide 19 - Tekstslide


Iemand met een burn-out wil wel werken, maar heeft er de energie niet voor. Met een depressie heb je wel de energie, maar niet de zin om te werken; iemand met een burn-out is 's ochtends actief, maar valt na de middag stil. Met een depressie word je net actiever tegen de avond

Slide 20 - Tekstslide

Als je je langere tijd verdrietig of somber voelt kun je het beste met iemand gaan praten.
Dit kan met je vriendin, ouders of iemand op school.

                      Vertrouwenspersoon

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Ken je iemand met een burn - out of een depressie?

Slide 23 - Tekstslide

Als je je langere tijd verdrietig of somber voelt kun je het beste met iemand gaan praten.
Dit kan met je vriendin, ouders of iemand op school.

Vertrouwenspersoon

Slide 24 - Tekstslide

Blz.  246 tm 257 maken 
niet af is huiswerk

Opdracht 2 NIET

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link