Cultuur in de oudheid 3.1.3

Cultuur en oudheid 3.1.3 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Cultuur en oudheid 3.1.3 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je hoe de Olympische spelen zijn ontstaan

Weet je meer over Grieken en mythologie.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees in paspoort 21: 3.3

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de oude Grieken?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

In dit tijdvak behandelen we de tijd van de Grieken, die gevolgd werd door de tijd van de Romeinen

Deze periode duurde van 3000 voor Christus tot 500 na Christus. Deze periode noemen we de Oudheid

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Grieks-Romeinse cultuur.
Welke goden ken je?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wie is geen Griekse god?
A
Jupiter
B
Zeus
C
Hermes
D
Hades

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tempel
A
Een kerk
B
Een Moskee
C
Een groot gebouw met veel versiering
D
Een gebouw waar 1 of meerdere goden worden aanbeden.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Goden werden aanbeden in de tempel.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een tempel?
A
Een gebouw waar gladiatoren gingen vechten
B
De plek waar de keizer woonde
C
Een soort badhuis bij de Romeinen
D
Een gebouw waar een god wordt vereerd

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Olympische spelen
Sportevenement ter ere van Zeus


Omdat er steeds meer mensen kwamen kijken werd er een stadion gebouwd voor 40.000 mensen, alleen mannen mochten mee doen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij over de Olympische Spelen?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zeus
  • Oppergod
  • God van de donder
  • God van de lucht
  • God van het weer


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeus was de god van...
A
de donder
B
het huwelijk
C
de zee
D
de oogst

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Soorten spelen 
Zomerspelen in 1896 voor het eerst in Athene

Winterspelen voor het eerst in 1924

Paralympische spelen worden gelijk na de Olympische spelen gehouden, voor het eerst in 1948

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit welk tijdvak dateert de Olympische Spelen?
A
tijd van jagers en verzamelaars
B
tijd van Grieken en Romeinen
C
tijd van monniken en ridders
D
tijd van ontdekkers en hervormers

Slide 19 - Quizvraag

De Grieken zijn de stichters van de Olympische Spelen.

--> toelichting in video volgende dia.

De eerste officiële Spelen worden in 776 voor Christus gehouden in de stad Olympia in Griekenland. Het doel van de Spelen is het vereren van de god Zeus. Daarom worden de eerste Olympische Spelen bij de tempel van Zeus gehouden.

Vanaf de eerste Spelen in 776 tot en met 724 voor Christus staat er alleen hardlopen op het programma. Hierna komen er andere sporten bij zoals boksen, worstelen, verspringen, speerwerpen, discuswerpen, paardenrennen. Ook de pentatlon doet zijn intrede. Dit is een
combinatie van de volgende sporten: worstelen, hardlopen, verspringen, speerwerpen en discuswerpen.

De sporters, alleen mannen, verschijnen tijdens de eerste Spelen naakt aan de startlijn. Getrouwde vrouwen mogen daarom niet in het publiek zitten. De enige uitzondering zijn dus ongetrouwde meisjes die vaak niet ouder dan 14 jaar zijn. Hierdoor zijn niet alleen de
sporters, maar ook het publiek overwegend mannelijk.

Het Christendom wordt in 313 na Christus de officiële religie van het Romeinse keizerrijk. De Romeinse keizer,
Theodosius I, vindt de Olympische Spelen een heidens volksvermaak en schaft het tijdens zijn regeringsperiode af. In 393 na Christus komt er na 1.170 jaar een eind aan de klassieke Olympische Spelen. 
Zet de woorden bij het juiste vak.
Goed
Fout
De Griekse tempels zijn een goed voorbeeld van de Griekse cultuur.
Vrouwen mochten vroeger meedoen aan de Olympische Spelen.
De winnaars van de vroegere Olympische Spelen kregen een olijftak.
Op de oude Olympische Spelen werden minder sporten beoefend dan tegenwoordig.

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Amfitheater

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De Romeinse goden ...
A
Waren hetzelfde als de Griekse goden.
B
Leken op Griekse goden met nieuwe naam.
C
Waren helemaal anders dan de Griekse goden.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is romanisering?
A
Romeinen gaan zich meer Germaans gedragen.
B
Germanen gaan zich meer Romeins gedragen.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat klopt niet bij de romeinen:
A
Je kon overal betalen met zelfde munt betalen
B
je kon overal dezelfde taal spreken
C
Je kon lopen over de wegen die romeinen hadden gemaakt
D
Je mocht geloven in 1 god.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat waren de 'brood en spelen'
A
Gratis voedsel voor alle armen in de stad
B
Middel om de bevolking rustig te houden
C
Gladiatoren die vochten voor een vrouw
D
Training voor Romeinse soldaten voordat ze oorlog gingen voeren

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Monotheïsme betekent...
A
Geloven in één God
B
Geloven in meerdere Goden

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je een geloof waar in
maar één god geloofd wordt?
A
polytheïsme
B
monotheïsme
C
Jodendom
D
Christendom

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het Christendom?
A
Geloof in meerdere goden
B
Geloof in Griekse goden
C
Geloof in de goddelijkheid van de keizer
D
Geloof in 1 God volgens de leer van Jezus Christus

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke religie geloven de gelovigen in monotheïsme?
A
Hindoeïsme
B
Boeddhisme
C
Jodendom
D
Grieken en Romeinen

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het Jodendom is een:
A
Monotheïstische godsdienst
B
Polytheïstische godsdienst
C
Nederlands
D
Romeins geloof

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jodendom
Christendom
Islam

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week toets hoofstuk 3
Voor nu maak de vragen bij 3.1.3

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies