Unit 3 & 4 Words and grammar

Today
  • The debate
  • Words unit 3 &4 
  •  Irregular verbs
  • Grammar unit 3 & 4
  • New homework
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Today
  • The debate
  • Words unit 3 &4 
  •  Irregular verbs
  • Grammar unit 3 & 4
  • New homework

Slide 1 - Tekstslide

Who is your debate partner?

Slide 2 - Woordweb

Did you choose a statement?
A
Yes we did
B
No not yet

Slide 3 - Quizvraag

Vocabulary unit 3 & 4

Slide 4 - Tekstslide

Vertaal naar het Engels:
Zelfstandig (m.b.t. werk)

Slide 5 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
omzet

Slide 6 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
werknemers

Slide 7 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
Stijging (bijv. van besmettingen)

Slide 8 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
Geldstroom

Slide 9 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
Ben je op dit moment betrokken bij...

Slide 10 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
klantenservice

Slide 11 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
liefdadigheid/goed doel

Slide 12 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
leveranciers

Slide 13 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
concurrentievermogen

Slide 14 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
beschikbaarheid

Slide 15 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
Goed, laten we het even samenvatten...

Slide 16 - Open vraag

Irregular verbs

Slide 17 - Tekstslide

fill in the blank:
to ..... - drew- drawn tekenen; trekken

Slide 18 - Open vraag

fill in the blank:
to buy - bought - ....... kopen

Slide 19 - Open vraag

fill in the blank:
to shrink - ......... - shrunk krimpen

Slide 20 - Open vraag

fill in the blank:
to ride - rode - ........ rijden

Slide 21 - Open vraag

fill in the blank:
to ....... - wore - worn dragen

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Which one is correct?

........a cheap laptop? (you ever buy)
A
Have you ever bought
B
Did you ever buy

Slide 24 - Quizvraag

Which one is correct?
Sue ....... the flu last winter. (have)
A
has had
B
had

Slide 25 - Quizvraag

Which one is correct?
A few days ago, we ....... to his uncle. (drive)
A
have driven
B
drove

Slide 26 - Quizvraag

Which one is correct?
I......... a great film yesterday. (see)
A
have seen
B
saw

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Which one is correct?
When I ...... in the kitchen, Mary.....(help/come in)
A
helped, came in
B
was helping/ was coming in
C
was helping, came in
D
helped/ was coming in

Slide 29 - Quizvraag

Which one is correct?
A strong wind........ when the plane......
. (blow/land)
A
blew, landed
B
was blowing, was landing
C
was blowing, landed
D
blew, was landing

Slide 30 - Quizvraag

Which one is correct?
When she .... tennis, it .... to rain. (play/begin)
A
played, began
B
was playing, was beginning
C
was playing, began
D
played, was beginning

Slide 31 - Quizvraag

Which one is correct?
While she .... up her room, he ..... his car. (tidy/wash)
A
Tidied, washed
B
was tidying, was washing
C
was tidying, washed
D
tidied, was washing

Slide 32 - Quizvraag

Which one is correct?
He .... Mary when he .... through the park. (meet/walk)
A
met/walked
B
was meeting/was walking
C
was meeting/walked
D
met/was walking

Slide 33 - Quizvraag

Modals

Slide 34 - Tekstslide

have to
Need to
must
should
If you follow my advice, it ... be easy.
You ... take your medicine or you won't get better
Sales staff ....wear a dark suit and a tie.
We....spend more time with our parents, because we are so busy lately

Slide 35 - Sleepvraag

How did you do?
A
o my, I really have to start learning
B
No worries I will nail this!
C
I had many mistakes but I will manage
D
I almost had no mistakes but still have to learn

Slide 36 - Quizvraag

Homework 
  • Finish unit 4 (p. 40-41) see Teams
  • prepare for your speaking test. 

Slide 37 - Tekstslide