De werkwoorden

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

De werkwoorden

passé composé

het onderwerp

Het werkwoord past zich aan aan het onderwerp.

Gaan = aller

jij gaat=  Tu as

wij gaan=  nous allons

Wat is het onderwerp?

elle marche vite

1. elle
2. marche
3. vite

Wat is het werkwoord?

elle marche vite

1. marche
2. vite
3. elle

Vertaal in het Nederlands.
Hij koopt een boek.

Het voltooid deelwoord

Hij is geweest.     il a été

Een voltooid deelwoord heeft altijd 2 werkwoorden  en het eerste werkwoord is een vorm van être of avoir ( zijn of hebben)

ik ben gegaan

vertaal in het Frans?

Wij hebben gekocht
vertaal in het Frans.

Zij zijn gegaan
vertaal in het frans

hebben ( vertaal in het frans)
ik heb
jij hebt
zij heeft
wij hebben
jullie hebben
zij hebben

zijn ( vertaal in het Frans)
ik ben
jij bent
hij is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn

vertaal ( parler, praten)

zij hebben gepraat
wij hebben gepraat

-ir en -re

voltooid deelwoord van werkwoorden met -ir maak je door achter de stam te zetten

choisir = choisi

Voltooid deelwoord van werkwoorden met -re maak je door achter de stam - u te zetten.

attendre = attendu

vertaal ( choisir, kiezen)

ik heb gekozen
hij heeft gekozen

vertaal ( attendre, wachten)

wij hebben gewacht
zij heeft gewacht

Wat is de goede vertaling

ik heb verkocht

1. j'ai vendé
2. j'ai vendu
3. j'ai vendi

Wat is de goede vertaling

wij hebben geslapen

1. nous avons dormu
2. nous avons dormé
3. nous avons dormi

onregelmatige werkwoorden

Het voltooid deelwoord van avoir, être,faire en prendre is onregelmatig.

avoir = j'ai eu ( ik heb gehad)

être = j'ai été ( ik ben geweest)

faire= j'ai fait ( ik heb gedaan)

prendre= j'ai pris ( ik heb genomen)

vertaal
ik heb ijs gehad.

vertaal

Ik ben op vakantie geweest

vertaal
ik heb huiswerk gemaakt.

vertaal
ik heb de trein genomen

vertaal

Zij is naar Frankrijk gegaan.

vertaal
hij is een week gebleven.