Personal pronouns + question words

Welcome
Use your own name 
Use your laptop
Take out your notebook
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome
Use your own name 
Use your laptop
Take out your notebook

Slide 1 - Tekstslide

Personal pronouns 
- Persoonlijk voornaamwoorden 
- twee verschillende soorten 

Slide 2 - Tekstslide

Can you see the difference?
- This present is for you
- We are going to the movies. 
- She helps me with my homework. 
- We called last night. 

Slide 3 - Tekstslide

De regel
Voor het werkwoord
(onderwerp)
Na het werkwoord
(lijdend voorwerp voor/met)
I
me
you
you
he/she/it
him/her/it
we
us
you
you
they
them

Slide 4 - Tekstslide

Let's practice!
Choose the correct answer

Slide 5 - Tekstslide

... could help us!
A
They
B
Them

Slide 6 - Quizvraag

Wait for ...
A
I
B
me

Slide 7 - Quizvraag

She is not in love with ...
A
He
B
him

Slide 8 - Quizvraag

... hugs her.
A
he
B
him

Slide 9 - Quizvraag

Question words 
- welke vraagwoorden in het Nederlands?

Slide 10 - Tekstslide

Question words
- who: wie, where: waar, 
when: wanneer, why: waarom
what: wat, which: welke,
 how: hoe
-Plaats; het begin van de zin
- Verschil which/what
which --> keuze, what niet

Slide 11 - Tekstslide

Get to work! (online)

Slide 12 - Tekstslide