Dinsdag 13 mei

Dinsdag 13 mei 2025

09.15 uur 10.00 uur  Mens & Maatschappij  (mevr Yvonne)
12.35 - 13.05 uur  PAUZE
10.00- 10.45uur  NT2B  Blind Typen
13.05 - 13.50 uur Nieuwsbegrip: Eurovisiesongfestival 2025
10.45- 11.05 uur  PAUZE
13.50 - 14.35 uur   Nieuwsbegrip afmaken en samen nakijken
11.05- 11.50  uur  Rekenen
11.50 - 12.35 uur Grammatica : Voltooide tijd
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Dinsdag 13 mei 2025

09.15 uur 10.00 uur  Mens & Maatschappij  (mevr Yvonne)
12.35 - 13.05 uur  PAUZE
10.00- 10.45uur  NT2B  Blind Typen
13.05 - 13.50 uur Nieuwsbegrip: Eurovisiesongfestival 2025
10.45- 11.05 uur  PAUZE
13.50 - 14.35 uur   Nieuwsbegrip afmaken en samen nakijken
11.05- 11.50  uur  Rekenen
11.50 - 12.35 uur Grammatica : Voltooide tijd

Slide 1 - Tekstslide

Mens en maatschappij
Met mevrouw Yvonne v. W

Slide 2 - Tekstslide

BLIND TYPEN
Jullie gaan door met blind typen

SUCCES!

Slide 3 - Tekstslide

Pauze
  • Waar is de pauze?
  • Wat mag wel en wat mag niet in de pauze?
  • Waar mag je buiten zijn in de pauze? 

Slide 4 - Tekstslide

REKENEN 
met meneer Antoon

Slide 5 - Tekstslide

Grammatica Les 32
Vandaag gaan we Voltooide tijd behandelen
Aan het eind van de les weet  je hoe je de voltooide tijd moet gebruiken.

Slide 6 - Tekstslide

Voltooide tijd
VOLTOOID betekent: het is klaar, afgelopen, gebeurd.

De voltooide tijd gebruik je als je informatie geeft over vroeger.

Met de voltooide tijd stel je een feit vast. ( = iets wat is gebeurd) 

Slide 7 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd:

  1.  Ik woon nu in Nederland

Deze zin staat in de tegenwoordige tijd = NU.
Voltooide tijd:

2. Vroeger heb ik in Syrië gewoond.

Deze zin staat in de voltooide tijd = vroeger.

Slide 8 - Tekstslide

Meer voorbeelden:
Nu leer ik Nederlands. Vroeger heb ik Engels geleerd.

In 2010 ben ik naar Nederland gekomen. Eerst heb ik in een opvangcentrum gewoond.

Voltooide tijd: Ik heb in deze cursus veel geleerd.
Mijn fiets is gestolen

Slide 9 - Tekstslide

Hebben of zijn
De regelmatige werkwoorden worden met hebben vervoegd.
De meeste voltooide tijdsvormen worden met het werkwoord hebben gemaakt.
Ik heb veel geleerd.                                Zij heeft haar best gedaan.
Je hebt een leuke foto gemaakt.     Wij hebben hard gelachen.

Slide 10 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
De volgende (onregelmatige) werkwoorden worden met zijn vervoegd:
beginnen, blijven, komen, gaan, worden en zijn.
Zijn jullie al begonnen?
Ik ben een weekje binnen gebleven.
Je bent toch gekomen!        Hij is laat naar huis gegaan.   
Zij is vroeg grijs geworden.    Zij zijn gisteren hier geweest.   

Slide 11 - Tekstslide

Oefeningen
Jullie gaan nu de oefeningen van het werkblad maken. Kijk goed naar de voorbeelden op het werkblad.
SUCCES!

Slide 12 - Tekstslide

Antwoorden Oefening 1
  1. hebben ingepakt
  2. zijn gegaan
  3. zijn gegaan
  4. zijn aangekomen
  5. hebben gelogeerd
  6. hebben gezien 

Slide 13 - Tekstslide

Antwoorden oefening 2
  1. Ik ben bezig.
  2. Ik spreek Nederlands.
  3. Ik heb veel te doen.
  4. Ik heb het nu niet druk meer.
  5. Ik ben nu niet thuis.
  6. Ik ben nu thuis.
  7. Hij moet Nederlands leren.
  8. Hij spreekt Engels.
  9. Zij is niet thuis.
  10. Zij is thuis.

Slide 14 - Tekstslide

Antwoorden oefening 3
  1. zijn
  2. is
  3. heb 
  4. ben
  5. zijn
  6. zijn
  7. is
  8. heeft
  9. heb
  10. heb 

Slide 15 - Tekstslide

Antwoorden oefening 4
  1. is 
  2. heeft
  3. heeft
  4. hebben
  5. ben
  6. heb
  7. ben
  8. heb
  9. ben
  10. is 

Slide 16 - Tekstslide

Pauze
  • Waar is de pauze?
  • Wat mag wel en wat mag niet in de pauze?
  • Waar mag je buiten zijn in de pauze? 

Slide 17 - Tekstslide

NIEUWSBEGRIP
EUROVISIESONGFESTIVAL 2025

Slide 18 - Tekstslide