D toets H2 straling

De meest energierijke straling is ...
A
gammastraling
B
rontgenstraling
C
ultraviolet
D
infrarood
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

De meest energierijke straling is ...
A
gammastraling
B
rontgenstraling
C
ultraviolet
D
infrarood

Slide 1 - Quizvraag

Fotonen zijn
A
elektromagnetische golven
B
stralingspakketjes
C
deeltjes met lading
D
deeltjes met een snelheid kleiner dan de lichtsnelheid

Slide 2 - Quizvraag

Welke stof heeft de grootste halveringstijd?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 3 - Quizvraag

De halveringstijd van instabiel Jodium is 8 dagen. Hoeveel procent is er na 16 dagen nog over?
A
50%
B
30%
C
25%
D
0%

Slide 4 - Quizvraag

2,0 gram thorium vervalt gedurende 72 dagen, waarna er nog maar 0,25 gram thorium over is.
Hoe groot is de halveringstijd van thorium?
A
9 dagen
B
12 dagen
C
24 dagen
D
36 dagen

Slide 5 - Quizvraag

In de kern van een atoom vind je de kerndeeltjes. Dit zijn ...
A
neutronen en protonen
B
elektronen en protonen
C
muonen en elektronen
D
elektronen en neutronen

Slide 6 - Quizvraag

Met welk apparaat kun je de stralingsdosis meten?
A
Teslameter
B
dosismeter
C
energiemeter
D
spanningsmeter

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de eenheid van stralingsdosis
A
Gy
B
J
C
Sv
D
J/kg

Slide 8 - Quizvraag

Albert heeft bij de tandarts een röntgenfoto van een kies laten maken en daarbij een stralingsdosis van 0,005mSv opgelopen. Dit is een vorm van
A
Bestraling
B
Besmetting (en bestraling)

Slide 9 - Quizvraag

Halveringsdikte geldt voor:
A
Alfa straling
B
Beta-straling
C
Gamma-straling
D
Alle straling

Slide 10 - Quizvraag

14. Na twee halveringsdikten heb je een kwart van de atomen over.
1/2 * 1/2 = 25%
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Lood heeft bij 2,0 MeV een
halveringsdikte van 1,34 cm.
Hoe dik moet de plaat zijn om 93,75% te absorberen?
A
2,0 cm
B
0,9 cm
C
3,7 cm
D
5,4 cm

Slide 12 - Quizvraag

bewering I: alfa deeltjes kun je met een stuk papier tegenhouden
bewering II: beta deeltjes kun je met een aluminium folie tegenhouden.
A
beide beweringen fout
B
bewering I correct bewering II niet correct
C
bewering I fout bewering II wel correct
D
beide beweringen correct

Slide 13 - Quizvraag

beta deeltjes zijn
A
elektronen die zwaarder zijn dan de protonen
B
elektronen die flink minder zwaar zijn dan de protonen
C
protonen die positief zijn
D
elektronen met een positieve lading

Slide 14 - Quizvraag

Hoe maakt een CT-scanner beelden van dwarsdoorsneden van je lichaam?
A
met röntgestraling
B
met een 3d scanner
C
met een fotocamera
D
met een 2d scanner

Slide 15 - Quizvraag

Bij medisch onderzoek wordt soms een tracer gebruikt.

Een goede tracer:

A
zendt alfastraling uit en heeft een kleine halfwaardetijd.
B
zendt gammastraling uit en heeft een kleine halfwaardetijd.
C
zendt alfastraling uit en heeft een grote halfwaardetijd.
D
zendt gammastraling uit en heeft een grote halfwaardetijd.

Slide 16 - Quizvraag

Om organen in het menselijk lichaam te onderzoeken, wordt een tracer gebruikt.

Welk soort straling zendt zo’n tracer uit?

A
alfastraling
B
bètastraling
C
gammastraling
D
röntgenstraling

Slide 17 - Quizvraag

Bij een patiënt wordt een orgaan onderzocht.
Dit onderzoek gebeurt met een radioactieve stof.
De stof wordt ingespoten in de bloedbaan die door het orgaan stroomt.
De radioactieve stof doet in dit onderzoek dienst als
A
bron voor inwendige bestraling.
B
tracer.
C
bron voor uitwendige bestraling
D
bloedverdunner.

Slide 18 - Quizvraag

Na uitwendige bestraling van een tumor ben je
A
bestraald
B
besmet
C
beide
D
geen van beide

Slide 19 - Quizvraag

Welke straling wordt meestal gebruikt voor inwendige bestraling
A
alfa
B
bèta
C
gamma
D
uv

Slide 20 - Quizvraag

Wat komt er vrij als je uranium in een kerncentrale splijt?
A
stoom
B
rook
C
warmte
D
elektriciteit

Slide 21 - Quizvraag