Via vooraf - Thema 3
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De natuur
Slide 2 - Woordweb
Wat betekent: vegetarisch
Slide 3 - Open vraag
Wat betekent: recyclen
Slide 4 - Open vraag
Wat betekent:
Je als een vis in het water voelen.
Je als een vis in het water voelen.
Slide 5 - Open vraag
Wat is het werkwoord in de zin:
Nibal zwemt graag als hobby.
Nibal zwemt graag als hobby.
A
hobby
B
zwemt
C
Nibal
D
graag
Slide 6 - Quizvraag
Wat zijn de zelfstandige naamwoorden:
De lieve man houdt van lekkere koffie.
De lieve man houdt van lekkere koffie.
A
De, van
B
lieve, lekkere
C
man, koffie
D
houdt
Slide 7 - Quizvraag
Wat zijn de werkwoorden:
Dilkosh gaat naar de winkel en wil chocola kopen.
Dilkosh gaat naar de winkel en wil chocola kopen.
A
Dilkosh, winkel, chocola
B
wil, kopen
C
gaat, wil, kopen
D
winkel, chocola
Slide 8 - Quizvraag
Welke tekstsoort is dit:
Slide 9 - Open vraag
Welke vier tekstdoelen ken je?
Slide 10 - Open vraag
Welk tekstdoel hoort meestal bij een advertentie?
A
informatie geven
B
overhalen
C
vermaken
D
mening geven
Slide 11 - Quizvraag
Welk tekstdoel hoort meestal bij een nieuwsartikel?
A
informatie geven
B
overhalen
C
vermaken
D
mening geven
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een interview?
Slide 13 - Open vraag
Schrijf een open vraag op!
Slide 14 - Open vraag
Schrijf een gesloten vraag op!
