Voortplanting

Voortplanting
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voortplanting

Slide 1 - Tekstslide

waar waren we ook al weer?

Slide 2 - Tekstslide

vandaag
  • nakijken opdracht 16-18 penis en zo
  • maken opdrachten 20-22 vagina en zo
  • maagdenvlies
  • ovulatie en bevruchting
  • maken opdrachten

Slide 3 - Tekstslide

Welke delen van
het voortplantingssstelsel
van de man ken je?

Slide 4 - Woordweb

Herhaling man

  • In de zaadballen ontstaan zaadcellen
  • De bijballen slaan zaadcellen op
  • Zaadleiders vervoeren zaadcellen
  • Zaadblaasjes en prostaat voegen zaadvocht toe
  • Via de urinebuis komt sperma naar buiten

Slide 5 - Tekstslide

Bij S zie je:
A
Prostaat:
B
Urineblaas
C
Teelbal
D
Bijbal

Slide 6 - Quizvraag

Waaruit bestaat sperma?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

doen
nakijken vraag 16-18

Slide 9 - Tekstslide

Welke delen van het
voortplantingsstelsel
van de vrouw ken je?

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Volgorde van de voorzijde naar de achterzijde
bij de vrouw (in de schaamstreek):
A
clitoris, anus, vagina
B
vagina, anus, clitoris
C
clitoris, poepgat, anus
D
clitoris, vagina, anus

Slide 13 - Quizvraag

maken

opdracht 20-22

en nakijken

Slide 14 - Tekstslide

maagdenvlies

Slide 15 - Tekstslide

bevruchting
Bevruchting en innesteling
Je kunt het verhaal vanaf de eisprong t/m de innesteling vertellen

Slide 16 - Tekstslide

Wat is 'de ovulatie'?
Noteer 1 woord.

Slide 17 - Open vraag

nr. 2
is
A
eierstok
B
urineblaas
C
zaadleider
D
eileider

Slide 18 - Quizvraag

Hoe noemen we het samensmelten van zaadcel en eicel?
A
bevruchting
B
innesteling
C
menstruatie
D
ovulatie

Slide 19 - Quizvraag

Hoe heet het vrijkomen van de eicel uit de eierstok?
A
bevruchting
B
ongesteldheid
C
ovulatie
D
vruchtbaarheid

Slide 20 - Quizvraag

Herhaling vrouw
  • Eierstokken -> hierin liggen de eicellen
  • Eicellen rijpen in de eierstok
     (ong. 20 eicellen doen hun best)
  • 1 eicel is 'de beste' deze is na 2 weken rijp
  • Bijna altijd gaat die ene eicel naar de eileider: ovulatie=eisprong
  • Als de rijpe eicel in de eileider is, is de vrouw vruchtbaar
  • De eileider vervoert de eicel naar de baarmoeder                                                           (wel of niet bevrucht)

Slide 21 - Tekstslide

maken

opdracht 25-27

mag 28

15 minuten

Slide 22 - Tekstslide

wat heb je geleerd

Slide 23 - Tekstslide