H5 Voegwoord

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Wat weet je al?
  • Uitleg H5
  • Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk
Donderdag 16 maart:
H5 Woordsoorten: opdr. 1, 2, 5

Maandag 20 maart:
Toets Gram Woordsoorten


Slide 3 - Tekstslide

Doel van deze les:
  • Ik kan nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden herkennen en gebruiken.

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn voegwoorden?
Welke voegwoorden ken je al?

Slide 5 - Woordweb

 H5 Woordsoorten - Voegwoord
Voegwoorden (vgw) verbinden twee woorden, woordgroepen of zinnen met elkaar:
  • twee woorden 
pizza of hamburger
  • twee woordgroepen 
de zware training en de spannende wedstrijd
  • twee zinnen 
Ruby en Nathalie sparen voor een tent}, want {ze gaan in juli kamperen in de Ardenne.






Slide 6 - Tekstslide

 H5 Woordsoorten - Voegwoord
Er zijn twee soorten voegwoorden:

  • nevenschikkende voegwoorden (ns. vgw.): verbinden meestal twee woorden, twee woordgroepen of twee hoofdzinnen. 
dus, en, maar, of en want.

  • onderschikkende voegwoorden (os.vgw) verbinden meestal een bijzin met een hoofdzin.
aangezien, als, dan, dat, doordat, hoewel, mits, nadat, of, omdat, opdat, tenzij, terwijl, toen, voordat, zodat en zodra.
 


– {hoofdzin
Pak je een paraplu (bijzin voordat je naar buiten gaat)}?
Er zijn meer onderschikkende voegwoorden, zoals: aangezien, als, dan, dat, doordat, hoewel, mits, nadat, of, omdat, opdat, tenzij, terwijl, toen, voordat, zodat en zodra.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het voegwoord?
Janneke moest vanmorgen naar het ziekenhuis, omdat ze plotseling was uitgegleden op de trap.

Slide 8 - Open vraag

Wat is het voegwoord?

Janneke moest vanmorgen naar het ziekenhuis, omdat ze plotseling was uitgegleden op de trap.
A
nevenschikkend
B
onderschikkend

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het voegwoord?

Aangezien Piet een mooi cijfer had gehaald voor Nederlands, maakte hij zich minder zorgen over zijn aankomende rapport.

Slide 10 - Open vraag

Wat is het voegwoord?

Janneke moest vanmorgen naar het ziekenhuis, omdat ze plotseling was uitgegleden op de trap.
A
nevenschikkend
B
onderschikkend

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het voegwoord?

Diek heeft het hele weekend lekker buiten in de sneeuw gespeeld, maar daarna was hij de sneeuw wel een beetje zat.

Slide 12 - Open vraag

Wat is het voegwoord?

Janneke moest vanmorgen naar het ziekenhuis, omdat ze plotseling was uitgegleden op de trap.
A
nevenschikkend
B
onderschikkend

Slide 13 - Quizvraag

Aan de slag!
Maak H5 - Voegwoord: opdr 1, 2, 5.
Je mag dit samen doen, maar overleg zachtjes.

Klaar? 
Lezen in je leesboek of leren/trainen.
Maak opdr. 9
timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
Donderdag 16 maart:
H5 Woordsoorten: opdr. 1, 2, 5

Maandag 20 maart:
Toets Gram Woordsoorten


Slide 15 - Tekstslide