2.2: Soorten media

2.2 Soorten Media
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

2.2 Soorten Media

Slide 1 - Tekstslide

Welke kranten ken je?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Landelijke kranten:
Verschijnen dagelijks en brengen binnen- en buitenlands nieuws.

Voorbeelden zijn:
het AD, de Telegraaf, NRC Next, De Volkskrant, Trouw, etc. 

Slide 4 - Tekstslide

Regionale kranten:
- Verschijnen dagelijks (in de regio) - - brengen naast binnen en buitenlands nieuws ook nieuws uit de regio. 


Voorbeelden:
De Leeuwarder Courant, Dagblad van het Noorden, Tubantia, de Stentor & de Limburger.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Populaire krant
(Misdaad, rampen, sport, amusement, BN'ers etc.) 
Makkelijker te lezen.
Kwaliteitskrant
(Politiek, economie & cultuur, milieu). 
Moeilijker te lezen, uitgebreidere informatie

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Tijdschriften: 
schrijven voor een eigen doelgroep met een bepaald interesse gebied. 
Opiniebladen:
deze geven achtergrondinformatie en commentaar over politieke, economische culturele en maatschappelijke kwesties. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

            publieke omroepen:
Zenden uit op Ned 1/2/3
het geld om programma's te maken krijgen ze van:
- reclamespots (van de ster)
- Hun leden
- De overheid
Ze mogen geen winst maken
Ze moeten verplicht culturele informatieve programma's uitzenden (mediawet)

Slide 11 - Tekstslide

commerciële zenders:
- Krijgen geen geld van de overheid
- Ze moeten zoveel mogelijk winst maken om te blijven bestaan.
- Verdienen geld door: reclamespotjes 
- Zenden dus vooral programma's uit waar veel mensen naar kijken.



Slide 12 - Tekstslide

regionale zenders
Brengen nieuws uit de streek/ regio en amusement.
Verdienen: 
- Met reclame van plaatselijke adverteerders
- Geld van de provincie/gemeente

Slide 13 - Tekstslide

Opdrachten:
- quiz (10 vragen)

- boek: blz 30 t/m 33
 opdracht 16/17/18/19/21/23

Slide 14 - Tekstslide

10 quizvragen:

Slide 15 - Tekstslide

Waarom hebben we publieke omroepen (de NPO)?

Slide 16 - Open vraag

juist of onjuist?

Radio 538 is een publieke omroep.


A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Omschrijf de doelgroep van de Tina:

Slide 18 - Open vraag

Zenden heel veel reclame uit
A
Commerciele zenders
B
Publieke zenders

Slide 19 - Quizvraag

Omschrijf de doelgroep van de libelle

Slide 20 - Open vraag

Wat is een voorbeeld van een commerciële omroep?
A
NPO 3
B
SBS6

Slide 21 - Quizvraag

Omschrijf de doelgroep van de Volkskrant:

Slide 22 - Open vraag

Krijgen geld van de overheid en moeten programma's maken voor alle doelgroepen
A
commerciele zenders
B
publieke omroepen (NPO)

Slide 23 - Quizvraag

Leg uit waarom kijkcijfers belangrijker zijn voor commerciële zenders dan voor publieke zenders.

Slide 24 - Open vraag


A
Populaire krant
B
Kwaliteitskrant

Slide 25 - Quizvraag