De dorpskrant - hulpmiddel bij inhoud

START VAN DE DORPSKRANT
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

START VAN DE DORPSKRANT

Slide 1 - Tekstslide

Hoe ga je te werk?
In deze les beantwoord je 6 keer onderstaande vragen. 
(Waarom 6 keer? Je krant moet 6 teksten bevatten.)

  • Wie is de dorpsbewoner
  • Welke beroep heeft hij/zij?
  • Wat maakt hij/zij mee? / Wat wordt er over hem/haar geschreven?
  • In welke tekstvorm schrijf je hierover? (Tip: Kies een tekstvorm uit het  overzicht op slide 4.)
  • Wat is het bijbehorende tekstdoel? (Tip: Kijk weer in het overzicht.)

Slide 2 - Tekstslide

Hoe ga je te werk?
Voorbeeldantwoord:

  • Wie is de dorpsbewoner? Priscilla Nageltjes
  • Welke beroep heeft hij/zij? Eigenaresse van een nagelstudio 
  • Wat maakt hij/zij mee? / Wat wordt er over hem/haar geschreven?  Er is   ingebroken in haar nagelstudio 'Diamond Nails' en nu ....  
  • In welke tekstvorm schrijf je hierover? Nieuwsbericht
  • Wat is het bijbehorende tekstdoel? Informeren

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Tekst 1

Slide 5 - Open vraag

Tekst 2

Slide 6 - Open vraag

Tekst 3

Slide 7 - Open vraag

Tekst 4

Slide 8 - Open vraag

Tekst 5

Slide 9 - Open vraag

Tekst 6

Slide 10 - Open vraag

Teksten verdelen

Bepaal nu samen met degene met wie je samenwerkt wie welke teksten uitwerkt. 
(Let op: 3 teksten per leerling)

Slide 11 - Tekstslide

Link aanmaken
Lees onderstaand hoe je een link aanmaakt, zodat je samen in hetzelfde document kunt werken.

  • Ga naar: https://www.nieuwstool.nl/ 
  • Wijzig eerst iets aan de inhoud (bv. de naam van de krant, je kunt hem altijd weer   veranderen).
  • Ga dan rechtsboven naar: opslaan en delen.
  • Bovenaan lees je: Als je iets hebt bewerkt aan de nieuwsproductie kun je deze met de   volgende link delen: (hier staat een link) (dit is de link die jullie beiden kunnen gebruiken).

Slide 12 - Tekstslide

Let op! Tip!
Bekijk eerst samen de pagina en de mogelijkheden in de tool.
  • Overleg wie waar zijn teksten schrijft.
  • Maak overige afspraken over de indeling.
  • Als je een tekst schrijft zorg dat je hem ook altijd in word opslaat en niet alleen in Newstool, anders heb je de kans teksten kwijt te raken en moet je opnieuw beginnen.

Done? 
Ga dan pas naar de volgene slide.

Slide 13 - Tekstslide

Afspraken maken spellingsregels

Dit is belangrijk zodat jullie dit niet nog later hoeven te bedenken en dan mogelijk in de war raken.

Slide 14 - Tekstslide

Weet je nog?
Tot de criteria voor de dorpskrant behoren ook de specifieke spellingregels
Verwerk in de krant:
  • 4 meervoudsvormen 
  • 4 verwijzingen
  • 4 samenstellingen
  • 4 samentrekkingen 

De woorden hiervoor bepaal je zelf. Je onderstreept ze in de krant. 

Slide 15 - Tekstslide

Meervoudsvormen
Hoe zat het ook alweer? 
Ga (eventueel) terug naar les 3 voor de uitleg. 

Beantwoord samen de vragen op de volgende slide.

Slide 16 - Tekstslide

Welke 4 meervoudsvormen verwerken jullie in de krant?

Bepaal samen welke woorden in het meervoud in jullie krant passen (misschien staan ze er al in).
Bepaal ook in welke teksten ze komen te staan.

Slide 17 - Open vraag

Samenstellingen
Hoe zat het ook alweer? 
Ga (eventueel) terug naar les 4 voor de uitleg. 

Beantwoord samen de vragen op de volgende slide.

Slide 18 - Tekstslide



Welke 4 samenstellingen verwerken jullie in de krant?
Bepaal samen welke woorden als samenstelling in jullie krant passen (misschien staan ze er al in).
Bepaal ook in welke teksten ze komen te staan.

Slide 19 - Open vraag

Samentrekkingen
Hoe zat het ook alweer? 
Ga (eventueel) terug naar les 4 voor de uitleg. 

Beantwoord samen de vragen op de volgende slide.

Slide 20 - Tekstslide


Welke 4 samentrekkingen verwerken jullie in de krant?

Bepaal samen welke woorden als samentrekking in jullie krant passen (misschien staan ze er al in).
Bepaal ook in welke teksten ze komen te staan.

Slide 21 - Open vraag

Verwijzingen
Hoe zat het ook alweer? 
Ga (eventueel) terug naar les 3 voor de uitleg. 

Beantwoord samen de vragen op de volgende slide.

Slide 22 - Tekstslide

Welke 4 verwijzingen verwerken jullie in de krant?

Bepaal samen welke verwijzingen in jullie krant passen (misschien staan ze er al in).
Bepaal ook in welke teksten ze komen te staan.

Slide 23 - Open vraag

Einde van de les!

Je hebt nu alle input (inhoud) voor de dorpskrant verzameld!
Volgende les start je met schrijven!

Slide 24 - Tekstslide