Week 6 Spelling - meervoud, trema en accent
1 / 37
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Welke meervoudsregel hoort erbij?
alinea
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
D
Geen meervoud
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Video
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Wat is het meervoud van ...
bacterie
A
Bacteriën
B
Bacterieën
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Video
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Wat is het meervoud?
kalf
A
kalfen
B
kalven
C
kalveren
D
heeft geen meervoud
Slide 16 - Quizvraag
Wat is het meervoud?
historicus
A
historici
B
historicussen
C
historica
D
geen meervoud
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het meervoud?
datum
A
data
B
datums
C
data's
D
Heeft geen meervoud
Slide 18 - Quizvraag
Welke meervoudsregel hoort erbij?
aardbei
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
D
Geen meervoud
Slide 19 - Quizvraag
Welke meervoudsregel hoort erbij?
reparatie
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -ën
D
Geen meervoud
Slide 20 - Quizvraag
Welke meervoudsregel hoort erbij?
vrachtauto
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
D
Geen meervoud
Slide 21 - Quizvraag
Welke meervoudsregel hoort erbij?
lokaal
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
D
Geen meervoud
Slide 22 - Quizvraag
Wat is het meervoud?
filosoof
A
filosoven
B
filosofen
Slide 23 - Quizvraag
Wat is het meervoud?
glas
A
glasen
B
glazen
Slide 24 - Quizvraag
Welke meervoudsregel hoort erbij?
reparatie
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -ën
D
Geen meervoud
Slide 25 - Quizvraag
Welke meervoudsregel hoort erbij?
bijles
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
Slide 26 - Quizvraag
Welke meervoudsregel hoort erbij?
bikini
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
Slide 27 - Quizvraag
Welke meervoudsregel hoort erbij?
lokaal
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
Slide 28 - Quizvraag
Welke meervoudsregel hoort erbij?
huissleutel
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
Slide 29 - Quizvraag
Welke meervoudsregel hoort erbij?
zebra
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
Slide 30 - Quizvraag
Welke meervoudsregel hoort erbij?
asperge
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
Slide 31 - Quizvraag
Welke meervoudsregel hoort erbij?
camera
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
Slide 32 - Quizvraag
Wat is het meervoud?
hagedis
A
Hagedisen
B
Hagedissen
Slide 33 - Quizvraag
Wat is het meervoud?
bangerik
A
Bangerikken
B
Bangeriken
Slide 34 - Quizvraag
Meervoud -s of -'s?
A
dictees
B
dictee's
