donderdag 11 februari
Noem een bezittelijk voornaamwoord in het Nederlands
1 / 11
Onderdelen in deze les
Noem een bezittelijk voornaamwoord in het Nederlands
Slide 1 - Open vraag
Noem drie bezittelijke voornaamwoorden in het Duits
Slide 2 - Open vraag
die Frau - (mijn) Frau
A
mein
B
meine
Slide 3 - Quizvraag
das Buch - (jullie) Buch
A
ihr
B
ihre
C
euer
D
eure
Slide 4 - Quizvraag
der Lehrer - (hun) Lehrer
A
ihr
B
ihre
C
euer
D
euere
Slide 5 - Quizvraag
hoofdregel vervoeging werkwoord
vervoeg het werkwoord: machen
vervoeg het werkwoord: machen
Slide 6 - Open vraag
werkwoorden met stam op s-klank
vervoeg het werkwoord : tanzen
vervoeg het werkwoord : tanzen
Slide 7 - Open vraag
werkwoorden met stam op d of t
vervoeg het werkwoord: finden
vervoeg het werkwoord: finden
