ER WERDEN MINDER PRODUCTEN VERKOCHT, HIERDOOR ONTSLOEGEN BEDRIJVEN PERSONEEL
ONTSTAAN WERKLOOSHEID
=
ECONOMISCHE CRISIS
1929!
Slide 11 - Tekstslide
1918 > EINDE EERSTE WERELDOORLOG
NET NA DE OORLOG GEEN ECONOMISCHE CRISIS,
DAT BEGON IN 1929.
WERELDCRISIS!
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
POLITIEKE PARTIJ NSDAP
IN 1933 WERD HITLER MINISTER PRESIDENT
LEDEN VAN ZIJN PARTIJ WERDEN NAZI'S GENOEMD.
NAZI'S = AFKORTING VOOR NATIONAAL-SOCIALISTEN
LEZEN BLZ. 51 LEERSTOF
Slide 14 - Tekstslide
MAKEN BLZ. 50, 51, 52 EN 53
LEES GOED, SCHRIJF BELANGRIJKE DINGEN OP IN JE SCHRIFT!
Slide 15 - Tekstslide
Begin Tweede Wereldoorlog
3 september 1939
Ondanks de gemaakte afspraken valt Hitler tóch Polen binnen.....
Na de Duitse aanval op Polen, kunnen Engeland en Frankrijkmaar één ding doen:
Duitsland de oorlog verklaren...
Slide 16 - Tekstslide
In september 1939 viel het Duitse leger Polen
aan = Start Tweede Wereldoorlog
10 mei 1940 begon de Duitse aanval
op Nederland > Na 4 dagen vechten bombardement Rotterdam > Nederland gaf zich over
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
De Eerste Wereldoorlog duurde van...
A
1914 - 1917
B
1914 - 1918
C
1939 - 1945
D
1940 - 1945
Slide 19 - Quizvraag
Wie vocht tegen wie in de eerste wereldoorlog?
A
De Centralen tegen de Geallieerden
B
Frankrijk tegen Duitsland
C
De communisten tegen de Nazi's
D
De VS tegen Europa
Slide 20 - Quizvraag
Tijdens de Eerste Wereldoorlog vochten de Geallieerden en de Centralen tegen elkaar. Bij de Geallieerden hoorden …
A
Engeland, Frankrijk , Rusland en Italië
B
Rusland, Duitsland en Oostenrijk-Hongarije
C
Engeland, Frankrijk en Nederland
D
Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en het Turkse Rijk
Slide 21 - Quizvraag
Het begrip "Loopgraven" hoort bij...
A
Eerste Wereldoorlog
B
Tweede Wereldoorlog
C
De Golf-oorlog
D
De Koude Oorlog
Slide 22 - Quizvraag
Wat zijn loopgraven?
A
Versterkingen om soldaten te beschermen
B
Graven van soldaten in de vorm van een geweerloop
C
Smalle gangen in de grond om soldaten te beschermen
D
Graven waar je in kon lopen
Slide 23 - Quizvraag
12. In 1952 wordt EGKS opgericht. Op welk gebied werken de landen samen?
A
Hout en staal
B
Hout en kolen
C
Kolen en Staal
D
Koper en staal
Slide 24 - Quizvraag
Waar staat de EGKS voor?
A
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
B
Europse Groep voor kracht en samenwerking
C
Europese Groep voor Kolen en staal
D
Europees Genootschap voor Kernenergie en stabiliteit
Slide 25 - Quizvraag
Wat was de DIRECTE aanleiding voor de eerste wereldoorlog?
A
Dat landen bondgenootschappen met elkaar sloten
B
Duitsland dat België aanvalt
C
Dat landen graag oorlog wilde voeren
D
Moord op Frans-Ferdinand
Slide 26 - Quizvraag
Hitler komt aan de macht in
A
1933
B
1924
C
1939
D
1940
Slide 27 - Quizvraag
Wanneer valt Hitler Nederland aan?
A
1 september 1939
B
10 mei 1940
C
6 juni 1944
D
5 mei 1945
Slide 28 - Quizvraag
Wat of wie herdenken wij op 4 mei?
A
Alle oorlogsslachtoffers
B
Het begin van de Tweede Wereldoorlog
C
Het einde van de Tweede Wereldoorlog
Slide 29 - Quizvraag
Wat vieren we in Nederland op 5 mei?
A
Verjaardag van de Koning
B
Het einde van de oorlog
C
Sinterklaas
D
De onafhankelijkheid van Nederlands-indie
Slide 30 - Quizvraag
Wat is antisemitisme?
A
jodenvervolging
B
jodenhaat
C
dat een land bestuurd wordt door 1 persoon
D
mensen ongelijk behandelen vanwege hun uiterlijk
Slide 31 - Quizvraag
Wat vieren we in Nederland op 5 mei?
A
Verjaardag van de Koning
B
Het einde van de oorlog
C
Sinterklaas
D
De onafhankelijkheid van Nederlands-indie
Slide 32 - Quizvraag
Wat is een razzia?
A
Joden worden uit hun huis gesleurd.
B
Joden krijgen geen werk meer.
C
Joden moeten de stad verlaten.
D
Joden worden gediscrimineerd.
Slide 33 - Quizvraag
Bij elke afbeelding past een begrip dat je in dit hoofdstuk hebt geleerd. Welk begrip past bij welke afbeelding? Sleep ieder begrip naar de juiste afbeelding.
Holocaust
Economische crisis
Eerste Wereldoorlog
Slide 34 - Sleepvraag
Wat betekent Blitzkrieg?
A
Gebied veroveren
B
Snelle aanval
C
Overleg tussen staten
D
Overgeven
Slide 35 - Quizvraag
Wanneer was WO2 een Blitzkrieg?
A
toen Duitsland verschillende landen in West-Europa veroverde
B
nadat Amerika meedeed
C
toen Hitler Rusland binnenviel
D
tegen het einde van de oorlog
Slide 36 - Quizvraag
Hoe heet de organisatie die zich bezig houdt met de mensenrechten in alle landen?
A
Amnesty International
B
War Child
C
De Verenigde Naties
D
Greenpeace
Slide 37 - Quizvraag
Het neerleggen van de wapens en overgeven aan de vijand noemen we ...