In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
Herhalen 6.3
Uitleg 6.4
Aan de slag
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een biologisch evenwicht?
A
De populatiegrootte schommelt om een evenwichtswaarde heen.
B
Geboorte, sterfte en migratie zorgen voor een biologisch evenwicht.
C
antwoord A en B zijn goed.
D
Antwoord A en B zijn beiden fout.
Slide 3 - Quizvraag
Wat is geen vorm van symbiose?
A
Parasitisme
B
Commensalisme
C
Predator-prooi relatie
D
Mutualisme
Slide 4 - Quizvraag
Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
D
Predatie
Slide 5 - Quizvraag
BS 6.4 Natuurbeheer
Slide 6 - Tekstslide
BS 4 Natuurbeheer
Leerdoel:
- Je kunt verklaren dat veel natuur in Nederlands is ontstaan door ingrijpen van de mens.
- Je kunt manieren noemen waarop mensen in Nederland de natuur behouden, beschermen en herstellen.
Slide 7 - Tekstslide
Begrippen
cultuurlandschap
landbouw
bosbouw
biodiversiteit
bedreigde soorten
herintroductie
natuurbeheer
Slide 8 - Tekstslide
Relaties met de omgeving
Slide 9 - Tekstslide
Inrichting van onze omgeving
bijvoorbeeld:
landbouw
aangeplante bossen voor bosbouw en recreatie
energiewinning
waterbeheer zoals dijken en sloten
Wanneer het landschap helemaal is gevormd door de mens spreek je van een Cultuurlandschap
Slide 10 - Tekstslide
Landbouw
akkerbouw
tuinbouw
veeteelt
= land gebruiken voor planten en dieren voor menselijk gebruik
Slide 11 - Tekstslide
Biodiversiteit
De variatie aan verschillende soorten planten en dieren in de natuur.
In het regenwoud is de biodiversiteit groot.
Bij een grote biodiversiteit is het ecosysteem stabiel.
Slide 12 - Tekstslide
Biodiversiteit
Verlies biodiversiteit
-> ecosysteem aangetast
Slide 13 - Tekstslide
Natuurbescherming
Behouden en/of ontwikkelen van natuur en biodiversiteit door:
vergroten natuurgebieden
natuurgebieden met elkaar verbinden
variatie in het landschap brengen
Slide 14 - Tekstslide
Natuurbescherming
Natuurbehoud = maatregelen nemen om te voorkomen dat natuur verdwijnt of onder druk komt te staan.
Bijv. hoe behouden we natuur terwijl steden groeien?
Natuurbeheer = menselijk ingrijpen ten behoeve van optimale leefomstandigheden voor planten en dieren.
Bijv. grote grazers die grassen laag houden, zodat andere planten meer licht hebben.
Natuurontwikkeling = natuur beïnvloeden door eerst menselijk ingrepen te doen en daarna de natuur haar gang laten gaan.
Bijv. de Marker wadden
Slide 15 - Tekstslide
Herintroductie
= terugbrengen van een dier/ plantensoort in een land
Maatregel om de bedreigde soorten weer in aantal te laten toenemen.
Slide 16 - Tekstslide
Aan de slag
Slide 17 - Tekstslide
Een grasland met 75 verschillende soorten grassen en kruiden of een zee met 75 verschillende soorten vissen. Welke heeft naar jouw mening een hogere biodiversiteit?
Een grasland met 75 verschillende soorten grassen en kruiden
Een zee met 75 verschillende soorten vissen
De biodiversiteit is gelijk
Slide 18 - Poll
Een bos van 99 eikenbomen en 1 beukenboom of een bos met 50 eikenbomen en 50 beukenbomen. Welke heeft naar jouw mening een hogere biodiversiteit?
Een bos van 99 eikenbomen en 1 beukenboom
Een bos met 50 eikenbomen en 50 beukenbomen
De biodiversiteit is gelijk
Slide 19 - Poll
Een vijver met 6 verschillende vissoorten of een vijver met 4 verschillende vissoorten en 2 amfibiesoorten. Welke heeft naar jouw mening een hogere biodiversiteit?
Een vijver met 6 verschillende vissoorten
Een vijver met 4 verschillende vissoorten en 2 amfibiesoorten
De biodiversiteit is gelijk
Slide 20 - Poll
Een schip ligt al meer dan driehonderd jaar op de bodem voor de kust van Australië. Leg uit waarom dit schip voor een grotere biodiversiteit zorgt.