JAM Marketing -7- Oefenvragen

• Mentorles
• MBO
• Studiejaar 2

JAM Marketing

Oefenvragen

1 - Afgelopen jaar zijn er 225.000 seizoenkaarten verkocht door voetbalclubs van de Eredivisie. Van welk type vraag is hier sprake?

1. Additionele vraag
2. Effectieve vraag
3. Potentiële vraag
4. Vervangingsvraag

2 - Onderzoek met als doel diepgaande informatie te verkrijgen over motieven, behoeften, houding, gevoelens of beleving.
Welke vorm van onderzoek wordt hier beschreven?

1. Kwalitatief onderzoek
2. Kwantitatief onderzoek

3 - De mate waarin de resultaten van een onderzoek bij herhaling overeen zullen komen met het voorgaande onderzoek.
Welk begrip is hier beschreven?

1. Betrouwbaarheid
2. Nauwkeurigheid
3. Representativiteit

4 - Een Nederlands warenhuis gaat winkels openen in België met het bestaande assortiment.

Van welke groeistrategie van Ansoff is hier sprake?

1. Diversificatie
2. Marktontwikkeling
3. Productontwikkeling
4. Marktpenetratie

5 - Een fabrikant van wandtegels besluit de groothandel over te slaan en rechtstreeks aan de detailhandel te leveren. Van welke beweging in de bedrijfskolom is hier sprake?

1. Differentiatie
2. Integratie
3. Parallellisatie
4. Specialisatie

6 - Een consument koopt altijd de zelfde boterhammen.

Van welk koopgedrag is hier sprake?

1. BPO
2. RAG
3. UPO

7 - Leg in je eigen woorden uit wat de functie van marketing is binnen een commerciële organisatie.

8 - Vertel waarom de Jumbo een consistent assortiment heeft in haar winkels.

9 - 'Over 2,5 jaar moet de Jumbo 2% meer markaandeel verkregen binnen de regio Veenendaal/Ede'.

Is deze doelstelling : operationeel, tactisch of strategisch.
Verklaar je antwoord.

10 - Schrijf één voorbeeld op van een marketingomgevingsfactor die voor een bedrijf beheersbaar is & één die onbeheersbaar is!

12 - Wat wordt bedoeld met
modified rebuy?

13 - Schrijf drie verkoopkanalen op
die Jumbo gebruikt.

14 - Diezelfde Jumbo heeft ervoor gekozen om regionaal reclame te maken door de winkels zelf. Is dit een push of pull strategie? Verklaar je antwoord.

15 - Schrijf een voor- en nadeel op voor een shop in shop formule voor de eigenaar van deze formule.