Hoofdstuk 14 les 1

Spieren
1 / 33
volgende
Slide 1: Woordweb
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Spieren

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Tekstslide

Blokje 1
de 3 spiertypen, spiervezels, autonoom en niet autonoom

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Deze spieren reageren snel
A
Glad spierweefsel
B
Dwarsgestreept spierweefsel

Slide 7 - Quizvraag

Dwarsgestreept spierweefsel is
A
Autonoom
B
Niet autonoom

Slide 8 - Quizvraag

Spieren in je dunne darm zijn
A
Autonoom
B
Niet autonoom

Slide 9 - Quizvraag

De spieren in je dunne darm bestaat uit
A
Glad spierweefsel
B
Dwarsgestreept spierweefsel
C
Hartspierweefsel

Slide 10 - Quizvraag

De spieren in je halsslagader bestaan uit
A
Glad spierweefsel
B
Dwarsgestreept spierweefsel
C
Hartspierweefsel

Slide 11 - Quizvraag

Deze spieren raken snel vermoeid
A
Glad spierweefsel
B
Dwarsgestreept spierweefsel
C
Hartspierweefsel

Slide 12 - Quizvraag

Dwarsgestreept spierweefsel is
A
Autonoom
B
Niet autonoom

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een spiervezel?
A
Een soort spierbundel
B
Een pees
C
Een spiercel
D
Spiereiwit

Slide 14 - Quizvraag

Blokje 2
Werking van spiercellen, actine en myosine, ATP, motorische eenheid

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

4

Slide 18 - Video

00:46
Hoe wordt een spiervezel dus geactiveerd?
A
Door een stroompje via een andere spier
B
Door een stofje in het bloed
C
Door een stroompje via een zenuwcel

Slide 19 - Quizvraag

01:13
Spieren trekken samen als...
A
De filamenten in elkaar worden gedrukt
B
De filamenten langs elkaar schuiven

Slide 20 - Quizvraag

02:52
In het filmpje zag je ATP voorbijkomen. Waarvoor dient ATP in de spier?
A
Om de filamenten van elkaar los te maken
B
Om de filamenten aan elkaar te binden

Slide 21 - Quizvraag

02:56
Einde Filmpje.
Vanaf hier wordt het te veel informatie

Slide 22 - Tekstslide

Wat is een motorische eenheid?
A
Een soort motorclub
B
Een groepje spiervezels die altijd tegelijk samentrekken
C
Een groepje spieren die altijd tegelijk samentrekken

Slide 23 - Quizvraag

Blokje 3
Antagonisten, myoglobine, emergente eigenschap

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Wat zijn de antagonisten van de buitenste tussenribspieren?

Slide 28 - Open vraag

Wat voor type stof is myoglobine?
A
Eiwit
B
Vet
C
Koolhydraat

Slide 29 - Quizvraag

Een emergente eigenschap van jouw hersenen, is bewustzijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Een emergente eigenschap van je hart is pompkracht
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

Hoe werkt een spier?

Slide 33 - Open vraag