Chemisch rekenen 1: Eenheden

Chemisch rekenen
Deel 1: eenheden en significantie
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare school

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Chemisch rekenen
Deel 1: eenheden en significantie

Slide 1 - Tekstslide

Taart bakken
Bloem
Boter
Suiker
Room
Bakpoeder

In de oven??

Slide 2 - Tekstslide

Eenheden zijn belangrijk!
Het is belangrijk om te kunnen rekenen met hoeveelheden en eenheden.

Slide 3 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
een grootheid is wat je meet
                    bijv: massa

een eenheid is waarin je dat meet
                  bijv: gram

Slide 4 - Tekstslide

Afkortingen
b





Let op hoofdletters en kleine letters

Slide 5 - Tekstslide

Meest gebruikte eenheden in de scheikunde

Slide 6 - Tekstslide

Quiz eenheden omrekenen

Slide 7 - Tekstslide

10 gram = ... mg
A
0,010
B
0,10
C
1000
D
10000

Slide 8 - Quizvraag

250 mL = ... L
A
0,250
B
2,50
C
2500
D
250000

Slide 9 - Quizvraag

5,0 m3 = ... L
A
5,0*10^-3
B
5,0*10^3
C
50
D
5,0*10^9

Slide 10 - Quizvraag

1 m =
A
10 cm
B
1000 cm
C
100 cm
D
10000 cm

Slide 11 - Quizvraag

100 mm =
A
100 CM
B
1 CM
C
10 CM
D
1000 CM

Slide 12 - Quizvraag

4 dam=
A
0,04 km
B
0,4 km
C
400 km
D
40 km

Slide 13 - Quizvraag

200 m = ...
A
20 km
B
2 km
C
0,2 km
D
0,02 km

Slide 14 - Quizvraag

45,5 meter =
A
4550 cm
B
455000 cm
C
4.55 cm
D
45.5 cm

Slide 15 - Quizvraag

0,5 liter =
A
50 ml
B
500 ml
C
5 ml
D
0,5 ml

Slide 16 - Quizvraag

6 cl =
A
60 ml
B
600 ml
C
0,06 ml
D
0,6 ml

Slide 17 - Quizvraag

9800 kg/m3 = ... g/L
A
9800
B
9,8
C
9,8*10^6
D
980

Slide 18 - Quizvraag