3.4 naar minder co2-uitstoot

Paragraaf 3.4: Naar minder CO2-uitstoot in Nederland

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 3.4: Naar minder CO2-uitstoot in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met energietransitie?
A
Overgang van duurzame naar fossiele brandstoffen.
B
Het transport van de duurzame energiesoorten.
C
De transitie van waterdamp naar waterdruppels voor energie opwekking.
D
Omschakelen van fossiele naar duurzame energiebronnen.

Slide 2 - Quizvraag

Wat is geen duurzame energiebron?
A
kernenergie
B
windenergie
C
biomassa
D
waterkracht

Slide 3 - Quizvraag

Klimaatadaptatie is het aanpassen van mens en land aan het klimaat

Beoordeel onderstaande stellingen en kies het juiste antwoord.
I Naarmate de energietransitie beter en sneller lukt is minder klimaatadaptatie nodig.
II Zelfs als we nu volledig stoppen met CO2 uitstoot is klimaatadaptatie nodig.

A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Link

Doel paragraaf 3.4
We gaan samen kijken naar het huidige klimaatbeleid van Nederland.

Slide 6 - Tekstslide

In hoeverre denken jullie dat Nederland "duurzaam" bezig is?
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Poll

Hoe
 doet 
NL 
het?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Hoe is de CO2-uitstoot per inwoner in Nederland vergeleken met andere Europese landen?
A
hoog
B
gemiddeld
C
laag

Slide 11 - Quizvraag

Lesplan
Herhalen gisteren
Afmaken paragraaf
Maken huiswerk 3.4
Nakijken 3.4

Slide 12 - Tekstslide

Begrippen
Klimaat adaptatie
Energietransitie
Verband

Slide 13 - Tekstslide

Lezen
We lezen samen CO2 beleid van Nederland

Slide 14 - Tekstslide

Uitstoters
In Nederland zijn er een aantal grote uitstoters:
1.  Intensieve veehouderij
2. Energiecentrales
3. Glastuinbouw
4. Chemische industrie



Slide 15 - Tekstslide

Energieverbruik in 4 categoriën, ook wel functionaliteiten genoemd
- kracht en licht (elektriciteit)
- hoge temperatuurwarmte ( energie-intensieve industrie)
- lage temperatuurwarmte (ruimteverwarming en tapwater)
- vervoer (brandstof)

Binnen elk van deze  4 functionaliteiten worden er duurzame plannen gemaakt

Slide 16 - Tekstslide

Kracht en licht
Hoge temperatuur
warmte
Lage temperatuur warmte
Vervoer
Zonnepanelen gebruiken
Huizen isoleren
rijden op waterstof
elektriciteitsnetten niet alleen voor eenrichtingsverkeer door gebruik smart grids
verminderen aardgasgebruik door bv warmtepomp
CO2 arm produceren
Opvang en opslag CO2 in oude aardgasvelden
brandstof besparen

Slide 17 - Sleepvraag

Bij welke categorie hoort de volgende duurzame oplossing: Fabrieken vangen hun uitstoot (CO2) op en slaan deze op onder de grond in oude aardgasvelden.
A
Kracht en licht
B
Lage temperatuurwarmte
C
Vervoer
D
Hoge temperatuurwarmte

Slide 18 - Quizvraag

Maak een juiste zin met de begrippen: CO2-beleid van NL, zonne-energie, ruimtelijk conflict.

Slide 19 - Open vraag

Problemen van duurzame energie
- hoge kosten (worden wel steeds goedkoper)
- nemen veel ruimte in, gevolgen inrichting landschap.
- horizonvervuiling. --> veel weerstand door omwonenden
- betrouwbaarheid --> niet altijd levering van energie door zon of wind. Dus opslag nodig. 





Slide 20 - Tekstslide

NIMBY
Not
In
My 
BackYard

Meeste NL'ers zijn voor de energietransitie, maar niet als ze er zelf last van hebben!

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Op welke manier maken jullie thuis gebruik van duurzame energie?

Slide 25 - Woordweb

Wat zou onze school kunnen doen om minder CO2 uit te stoten?

Slide 26 - Open vraag

Wat is een nadeel van duurzame energiebronnen?

Slide 27 - Open vraag

Aan de slag!
Maak de opdrachten van 3.4 in je digitale werkboek en kijk de opdrachten zorgvuldig na.

Slide 28 - Tekstslide